ECLI:NL:GHSHE:2024:716

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
200.276.099_03
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebreken in aannemingsovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over een overeenkomst van aanneming. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. D.M. Uithol, hebben in principaal hoger beroep beroep ingesteld tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. E-J. van der Doe. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarbij deskundigenonderzoek naar gebreken en tekortkomingen in het werk aan de orde is gesteld. Het hof heeft partijen in eerdere arresten de gelegenheid gegeven om gezamenlijk een deskundige te benoemen, maar partijen zijn er niet in geslaagd om overeenstemming te bereiken. Het hof heeft vervolgens contact opgenomen met de gerechtelijk deskundige, die bereid is het onderzoek uit te voeren. De kosten van het onderzoek zijn begroot op € 6.685,25, inclusief btw. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van de deskundige en de onafhankelijkheid van deze deskundige ten opzichte van de partijen en hun advocaten. De uitspraak van het hof houdt in dat de zaak naar de rol van 2 april 2024 wordt verwezen voor het nemen van een akte, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.276.099/03
arrest van 5 maart 2024
in de zaak van

1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
appellanten in principaal hoger beroep,
geïntimeerden in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellanten] ,
advocaat: mr. D.M. Uithol te Rotterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. E-J. van der Doe te Breda,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 2 juni 2020, 15 augustus 2023 en 21 november 2023 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, onder zaaknummer C/02/355202 / HA ZA 19-107 gewezen vonnis van 4 december 2019.

11.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 21 november 2023;
  • de akte uitlaten deskundigenbericht van [appellanten] , met producties 25 tot en met 29;
  • de akte uitlating van [geïntimeerde] .
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

12.De verdere beoordeling

in principaal en incidenteel hoger beroep
12.1.
Bij het tussenarrest van 21 november 2023 heeft het hof partijen andermaal in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk een voorstel te doen voor de te benoemen deskundige. Blijkens de na dit tussenarrest genomen aktes zijn partijen niet in staat gebleken hierover overeenstemming te bereiken.
12.2.
Naar aanleiding daarvan heeft het hof contact opgenomen met de gerechtelijk deskundige [de deskundige] . Hij heeft bericht bereid te zijn het deskundigenonderzoek in deze zaak te verrichten. Zijn gegevens zijn als volgt:
[de deskundige]
[x] Bouwadvies en Expertise
[adres]
[postcode] [plaats]
tel.: [telefoonnummer]
e-mail:
[e-mailadres]
12.3.
Op basis van zijn begroting van de kosten van het onderzoek en het rapporteren daarvan, wordt de hoogte van het voorschot thans bepaald op € 6.685,25 (inclusief btw). Mogelijk moet de heer Abelen een derde met specialistische kennis inschakelen voor de beoordeling van de installatie van de cv. In dat geval kan hij te zijner tijd om een verhoging van het voorschot vragen.
12.4.
Alvorens tot benoeming van de heer Abelen als deskundige over te gaan, zal het hof partijen in de gelegenheid stellen om zich hierover uit te laten. Daarbij gaat het in het bijzonder om de vraag of de deskundige inderdaad vrij staat ten opzichte van partijen en hun advocaten om het deskundigenonderzoek in deze zaak te verrichten.
12.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

13.De uitspraak

Het hof:
op het principaal en incidenteel hoger beroep
verwijst de zaak naar de rol van 2 april 2024 voor het – gelijktijdig – nemen van een akte (uitsluitend) als bedoeld in r.o. 12.4;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.P. de Haan, F.C. Alink-Steinberg en H.R. Quint en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 maart 2024.
griffier rolraadsheer