Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 2 februari 2015 (p. 258-261), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever] namens
[bedrijf 1] en [benadeelde partij] :
Het proces-verbaal van verstrekking gevorderde identificerende gegevens (ex artikel 126nc Sv) d.d. 19 maart 2015, met bijlage (p. 310-335), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant I] :
Het proces-verbaal van analyse bankafschriften [rekeningnummer] ( [onderneming] ) d.d. 9 september 2015, met bijlage (p. 338-341), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant I] :
Het proces-verbaal van analyse schaduwdossier KvK [onderneming] d.d. 1 december 2015, met bijlage (p. 445-456), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant I] :
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 14 mei 2018 (p. 234-241), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
(het hof begrijpt: op de rekening van [onderneming] ). Ik wilde toen van het bedrijf af. Ik ben toen met [medeverdachte] overeen gekomen dat ik met terugwerkende kracht het bedrijf aan hem overhandigde. U vroeg mij waarom ik geen contact op nam met de bank. Het was kerst dus ik kon geen contact opnemen. Ik ben me rot geschrokken. Ik heb contact gehad met de heer [medeverdachte] . Ik legde hem uit dat er een bedrag op stond waar ik niets mee kon. Hij zei dat hij er wel iets mee kon. Ik wilde van het bedrijf af voor de datum dat het bedrag op de rekening werd gestort. Ik was op 24 december 2014 als bevoegde geregistreerd voor de bankrekening [rekeningnummer] , maar ik was geen eigenaar meer. Dat is namelijk met terugwerkende kracht over gegaan naar [medeverdachte] .
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 22 mei 2018 (p. 122), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte [medeverdachte] :
het hof begrijpt: het kantoor van de Kamer van Koophandel te Arnhem)bent geweest om het bedrijf met terugwerkende kracht op uw naam te zetten.
schuldwitwassen.
- het door het [benadeelde partij] betaalde bedrag van € 433.182,40;
- onderzoek door [bedrijf 2] , € 13.064,96.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
177 (honderdzevenenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 446.247,36 (vierhonderdzesenveertigduizend tweehonderdzevenenveertig euro en zesendertig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.