Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het tussenarrest van 6 december 2022;
- de door [appellant] genomen memorie na tussenarrest;
- de door [geïntimeerde] genomen antwoordmemorie na tussenarrest met producties 11 en 12;
- het verzoek van [appellant] om een mondelinge behandeling;
- het op 4 december 2023 om 19:56 uur door het hof ontvangen bericht van mr. Houtappel, waarin hij heeft meegedeeld dat [appellant] vanwege een op die dag plaatsgevonden ziekenhuisopname de mondelinge behandeling van 5 december 2023 niet kan bijwonen;
- het proces-verbaal van de op 5 december 2023 gehouden mondelinge behandeling, waarbij partijen vanwege de afwezigheid van [appellant] eenparig om schriftelijk pleidooi hebben verzocht, waarna het hof de zaak naar de rol van 23 januari 2024 heeft verwezen voor het door partijen geven van een schriftelijke toelichting als bedoeld in artikel 4.12 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven;
- de pleitaantekeningen (schriftelijke toelichting) van [appellant] van 23 januari 2024 met productie 1;
- de pleitnotities (schriftelijke toelichting) van [geïntimeerde] van 23 januari 2024 met producties 13 en 14;
- de pleitaantekeningen en reactie (repliek) van [appellant] van 30 januari 2024.
6.De verdere beoordeling
- [appellant] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, door de beroepsgronden niet tijdig in te dienen bij de rechtbank en de bezwaargronden niet tijdig in te dienen bij de belastingdienst (rov. 3.5.2).
- Het beroep van [appellant] op verjaring van de door [geïntimeerde] tegen hem ingestelde vordering slaagt niet. De daarmee verband houdende grieven 1 en 2 (ten dele) moeten worden verworpen (rov. 3.7.1 tot en met 3.7.8).
- De grieven 4, 5, 6 en 7 moeten worden verworpen.
“de ouders van [geïntimeerde] en de opa en oma van haar dochter”de gastouders waren. In punt 5 van de conclusie van repliek spreekt [geïntimeerde] zelf over
“de oppas grootouders”. Door deze bewoordingen heeft zij inderdaad de indruk gewekt dat haar ouders als gastouders zijn opgetreden. Uit de verderop in punt 5 van de conclusie van repliek door [geïntimeerde] genoemde persoonsgegevens van de gastouders, bezien in combinatie met de door haar overgelegde producties, blijkt echter duidelijk dat het om de moeder en de zus van [geïntimeerde] gaat, te weten:
- de door [geïntimeerde] overgelegde betaalbewijzen, en:
- op de stelling van [geïntimeerde] dat, als die betaalbewijzen samen met de aangiften inkomstenbelasting van haar moeder en zus (de beide gastouders) waren ingediend in de beroepsprocedure en bezwaarprocedure, het beroep en bezwaar gegrond waren verklaard en zij de kinderopvangtoeslag over 2009 niet had hoeven terug te betalen.