Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het procesverloop
2.Het verzoek en de motivering
“de kleding waarin de verdachte herkend is op de beelden van het schoolplein dezelfde is als de kleding die zichtbaar is op de beelden van het geweldsincident”de schijn van vooringenomenheid toont jegens verzoeker. Verzoeker twijfelt aan de onpartijdigheid van de voorzitter van de behandelend kamer van het hof.
donkere hoodie met licht gekleurde vlekken/stippen met op de voorzijde witte letters op borsthoogte met de tekst lijkende op [tekst]” op het schoolplein en anderzijds de trui/hoodie met “
witte opdruk op de voorzijde” op het parkeerterrein, irrelevant.
3.Het standpunt van mr. Baaijens-van Geloven
4.Het standpunt van advocaat-generaal, mr. L.E.J. van Tilburg
5.De beoordeling
“de kleding waarin de verdachte herkend is op de beelden van het schoolplein dezelfde is als de kleding die zichtbaar is op de beelden van het geweldsincident”.