In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de Vereniging van Eigenaren (VvE) tegen een beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, gedateerd 8 maart 2023. De VvE, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.C.G. Nijssen, heeft de beschikking bestreden en verzoekt het hof deze te vernietigen. De verweerster, bijgestaan door haar advocaat mr. M.E. van Huet, heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De procedure is gelijktijdig behandeld met een parallelle zaak, zaaknummer 200.328.160, waarbij de uitkomst van die procedure van invloed is op de onderhavige zaak.
De VvE heeft in haar grieven aangevoerd dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven indien de parallelle procedure in haar voordeel wordt beslist. Het hof heeft echter in de parallelle procedure de bestreden beschikking bekrachtigd, waardoor de voorwaarde waaronder de VvE haar verzoek om vernietiging heeft gedaan, niet in werking treedt. Het hof oordeelt dat de VvE in het ongelijk is gesteld en bevestigt de beschikking van de kantonrechter, waarbij de VvE ook in de proceskosten wordt veroordeeld.
De beslissing van het hof houdt in dat de VvE de kosten van de procedure moet dragen, begroot op een totaal van € 1.526,00, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde. De beschikking is openbaar uitgesproken op 15 februari 2024.