GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 19 december 2024
Zaaknummer : 200.344.703/01
Zaaknummer eerste aanleg : C/02/416543 / FA RK 23-5636
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder
en
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
beiden wonende te [woonplaats] ,
verzoekers in hoger beroep,
hierna samen te noemen: de ouders,
advocaat: mr. J.G. van Ek,
Raad voor de Kinderbescherming,
regio [regio] , locatie [locatie] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de raad.
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
hierna samen te noemen: de kinderen.
Als belanghebbenden merkt het hof aan:
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de GI.
[pleegmoeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de pleegmoeder van [minderjarige 1] .
[pleegouders],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 2] .
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 22 mei 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2 Het geding in hoger beroep
2.1.Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 14 augustus 2024, hebben de ouders verzocht voormelde beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende het inleidende verzoek van de raad om het gezag van de ouders te beëindigen alsnog af te wijzen, althans een beslissing te nemen zoals het hof in goede justitie zal vernemen te behoren.
2.2.Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 17 oktober 2024, heeft de raad verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.
2.3.De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 november 2024. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de moeder en de vader, bijgestaan door mr. Van Ek;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de pleegmoeder van [minderjarige 1] ;
- de pleegmoeder van [minderjarige 2] en [minderjarige 2] .
2.4.Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 18 april 2024.