Parketnummer : 20-003412-23
Uitspraak : 29 november 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 4 december 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-226733-23 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
wonende te [adres 1] .
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van de onder 2 tenlastegelegde poging tot diefstal. De politierechter heeft het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde bewezenverklaard (telkens: ‘diefstal’) en de verdachte ter zake daarvan veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de politierechter de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1] afgewezen en de onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen verbeurdverklaard.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis tijdig hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk zal verklaren voor zover het is gericht tegen de vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde, en de verdachte ter zake van het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek, waarbij de onder de verdachte in beslag genomen – en nog niet teruggegeven – voorwerpen dienen te worden verbeurdverklaard. Daarnaast heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering nu geen sprake is van rechtstreekse schade als gevolg van het handelen van de verdachte.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd. Voorts heeft de verdediging bepleit dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd en – zo begrijpt het hof – om die reden niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep (feit 2)
De verdachte is bij vonnis waarvan beroep vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen deze vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover dit tegen die vrijspraak is gericht.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor het overige vernietigen en opnieuw rechtdoen omdat het tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Aan de verdachte is – voor zover thans nog aan de orde – tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 september 2023 te Tilburg
- vier douchekranen (merk Grohe) en/of
- twee lampen (Phillips, type Hue),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het/deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
3.
hij op of omstreeks 6 september 2023 te ’s-Hertogenbosch een of meer (douche)kranen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het/deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
4.
hij op of omstreeks 7 september 2023 te Tilburg vier douchekranen (merk Grohe), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 3] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het/deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak (feit 1 en feit 4)
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder 1 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zodat het hof hem van die feiten zal vrijspreken.
Meer in het bijzonder overweegt het hof hieromtrent als volgt.
Het hof stelt vast dat in de auto van de verdachte verschillende kranen en lampen zijn aangetroffen. Uit de kenmerken daarvan (registratie-/serienummers) kan weliswaar niet worden afgeleid dat dit exact dezelfde kranen en lampen betroffen als waarvan aangifte is gedaan, maar wel dat dit soortgelijke kranen en lampen betroffen (in de zin van: producten van hetzelfde type).
Het hof moet daarbij echter ook constateren:
- dat er van de onder 1 tenlastegelegde diefstal bij de [bedrijf 1] in Tilburg ( [adres 2] ) volgens aangeefster [aangever 1] camerabeelden beschikbaar zijn doch dat de verdachte volgens aangeefster op deze camerabeelden niet is herkend aan de hand van een still waarop de verdachte te zien was en welke door [aangever 2] (aangever van het onder 2 tenlastegelegde) aan [aangever 1] was verstrekt;
- dat er van de onder 4 tenlastegelegde diefstal bij de [bedrijf 3] in Tilburg ( [adres 3] ) volgens aangever [aangever 3] weliswaar camerabeelden beschikbaar waren, maar dat deze zich niet in het dossier bevinden, ter zake niets is gerelateerd en zich ook geen getuigenverklaringen in het dossier bevinden waaruit blijkt dat er rondom het moment van de diefstal iemand is gezien die past binnen het signalement van de verdachte.
Gelet op het vorenstaande, ontbreekt het naar het oordeel van het hof aan voldoende wettig bewijs om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 4 tenlastegelegde diefstallen.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
3.
hij op 6 september 2023 te ’s-Hertogenbosch (douche)kranen, die aan [bedrijf 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2023 (dossierpagina 5 tot en met 8), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
[
dossierpagina 5]
Op woensdag 06-09-2023 was ik doende met een melding winkeldiefstal [
het hof begrijpt gelet op het proces-verbaal van aangifte op dossierpagina 19: om 15.11 uur] bij de [bedrijf 2] gevestigd aan [adres 4] .
De politie motorrijder ter plaatse bij de melding sprak tijdens zijn zoektocht naar de verdachte, met enkele passanten. Gaven aan dat ze een voertuig geparkeerd hadden zien staan op een vreemde plek nabij de [bedrijf 2] en dat dit voertuig ook ineens weer heel snel weg was. Men vond dit een verdachte situatie.
Het kenteken van dit voertuig werd doorgegeven aan de politiemeldkamer. Dit kenteken, [kenteken] werd gevoerd op een blauwe BMW ten name van genoemde [verdachte] in dit proces verbaal uit Leusden.
Ik hoorde van de heer [aangever 2] [
het hof begrijpt hier en hierna telkens: [aangever 2]] dat de man op camerabeelden stond van de [bedrijf 4] . Hij vertelde mij dat hij deze beelden zou gaan zoeken en aan mij kon verstrekken.
[
dossierpagina 6]
Op woensdag 06-09-2023 ontving ik 4 stills (beelden) van de heer [aangever 2] . Deze verstrekte hij mij via Whatsapp waarop de verdachte man te zien was. Deze 4 foto’s zijn door mij verbalisant bij dit proces verbaal gevoegd [
het hof begrijpt: de foto’s op dossierpagina 45 tot en met 48].
Ik zag dat het een man betrof, donker getinte huidskleur, zwarte lange broek, zwart T-shirt met korte mouwen van het merk Under Armour, zwarte baseball cap, zwarte schoenen en twee rode mediamarkt tassen.
Ik werd omstreeks 17.56 uur gebeld door een collega van de politie, basisteam Houten. Zij vertelde mij dat ze het genoemde voertuig in dit proces verbaal hadden staande gehouden naar aanleiding van een ANPR hit en dat de inzittende was aangehouden ter zake van heling. Dit betrof de verdachte [verdachte] , welke een behoorlijke hoeveelheid kranen in verpakking van het merk Grohe in zijn personenauto had liggen en een kniptangetje en twee geprepareerde rode tassen van de Mediamarkt.
Door mij werden de 4 foto’s verstrekt aan collega [verbalisant 3] , waarbij zij aangaf dat zij de persoon op de foto's voor 100% herkende als verdachte [verdachte] welke zij hadden aangehouden zojuist.
Verdachte: [verdachte] , geboren [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] .
2.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2023 (dossierpagina 42 tot en met 44 en de foto’s op dossierpagina’s 45 tot en met 47), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Fotobijlage stills afkomstig van camerabeelden [bedrijf 4] [adres 4] .
Ik zag op alle drie de beelden dat er een man in beeld verscheen met het volgende
signalement:
- donkere huidskleur;
- zwarte pet;
- zwarte T-shirt van het merk Under Armour;
- zwarte trainingsbroek;
- zwarte sneakers;
- een rode tas met Media Markt bedrukking erop.
Fotobijlage goederen aangetroffen in BMW met kenteken [kenteken]
Afbeelding 7: barcode douchekranen 4005176613067
Afbeelding 8: barcode douchekranen 4005176613067
Afbeelding 9: barcode douchekranen 4005176613067
Afbeelding 10: barcode douchekranen 4005176613074
Afbeelding 11: barcode douchekranen 4005176874239
Afbeelding 12: barcode douchekranen 4005176613067
Afbeelding 17: barcode douchekranen 4005176874239
Afbeelding 18: barcode douchekranen 4005176874239
Afbeelding 19: barcode douchekranen 4005176874239
Afbeelding 20: barcode douchekranen 4005176874239
Afbeelding 21: barcode douchekranen 4005176874239
3.
De eigen waarneming van het hof op de foto’s (los toegevoegd aan het dossier) met de namen ‘VE binnenkomst [bedrijf 2] met tassen’, hierna foto 1 en ‘VE bij kassa DB [bedrijf 2] .jpg’, hierna foto 2(het hof begrijpt: twee foto’s van de [bedrijf 2] te ’s-Hertogenbosch op 6 september 2023):
Foto 1: Het hof neemt waar een man met donkere huidskleur en atletische bouw, donker petje, zwart t-shirt met op de linker borst het logo van het merk Under Armour, een zwarte broek en zwarte schoenen. Met zijn rechter hand pakt de man een rood winkelmandje en aan zijn linkerarm draagt hij twee rode plastic tassen waarvan op één het logo van MediaMarkt te zien is.
Foto 2: Het hof neemt op de foto waar een kassa met daarna een detectiepoortje. Dezelfde man als de man op foto 1 staat tussen het detectiepoortje en draagt aan zijn rechter arm twee rode plastic tassen.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2023 (dossierpagina 12 tot en met 14), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 4] :
[
dossierpagina 12]
Op woensdag 6 september 2023 omstreeks 16:35 hoorde ik dat er een ANPR-hit binnenkwam. Ik keek op mijn diensttelefoon en zag de volgende ANPR hit: Kenteken: [kenteken] . Na korte tijd, zag ik bovengenoemd voertuig voorbij rijden. Uiteindelijk werd het voertuig geparkeerd. Ik zag dat mijn collega iets overhandigd kreeg en een rijbewijs in haar handen had. Ik zag de volgende gegevens op het rijbewijs staan:
[
dossierpagina 13]
[verdachte] , geboortedatum: [geboortedag] 1996.
Ik ging via de bestuurderszijde het voertuig in. Ik opende de armleuning van het
middenconsole en zag hier een kniptang liggen. Ik zag op de stoel rechts achter in het voertuig een tas liggen. Ik zag in de tas iets wat ik ambtshalve herkende als mallen voor een geprepareerde tas. Ik zag dat dit twee mallen betroffen.
Ik opende vervolgens de kofferbak. Ik zag dat er meerdere thermostaten [
het hof begrijpt: thermostaatkranen] voor in de douche in lagen. Ik zag dat dit er een stuk of 10 waren. Ik zag ook twee plastic Mediamarktassen in de kofferbak liggen.
5.
Het proces-verbaal van aangifte (inclusief goederenbijlage) d.d. 9 september 2023 (dossierpagina 22 tot en met 26), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 4] :
[
dossierpagina 22]
Ik doe aangifte van winkeldiefstal, gepleegd op woensdag 6 september 2023 bij de [bedrijf 2] vestiging aan [adres 5] .
Rond 13.30 uur kreeg ik van een van mijn medewerkers te horen dat ze iemand in de winkel zagen die zich verdacht gedroeg. De persoon zou in het pad bij de douchekranen staan. Ik ben die kant op gelopen maar zag dat de persoon al weg was. Ik ben toen terug richting de kassa's gelopen en zag vervolgens de persoon die mijn collega’s hadden beschreven naar de kassa's lopen. Ik beschrijf de persoon als volgt:
- man met een atletisch postuur;
- zeker 1.85 meter lang;
- donkere/huidskleur;
- zwart joggingspak;
- zwart petje;
- zwarte sportschoenen;
- de man had twee rode tassen in zijn hand.
Ik sprak de man aan terwijl hij richting de kassa liep, en vroeg of hij even wilde blijven staan. Ik vroeg: “Wilt u even stoppen, wat heeft u in uw tas zitten?” Ik zag dat de man vervolgens doorliep en de kassa's passeerde. Ik liep achter hem aan en probeerde in zijn tas te kijken. Vervolgens rende de man ineens van mij weg naar buiten toe.
Iets later zagen wij ook een zogenaamde beveiligingsspin liggen bij de schappen, die was doorgeknipt.
[
dossierpagina 23]
Ik heb ook camerabeelden van de winkel waarop te zien is dat de man de kassa passeert.
[
dossierpagina 24]
5 stuks Grohe Fg Douchekraan Thrm 5203276
registratie-/serienummer: 4005176874239