Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/406026 / KG ZA 24-392)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de memorie van antwoord;
- de mondelinge behandeling op 14 november 2024;
- de bij het H12-formulier van 14 november 2024 door de moeder toegezonden producties 3, 4 en 5, die mr. Knopper bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding heeft gebracht.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- [persoon B] , namens de raad.
3.De beoordeling
- de vader vervangende toestemming gegeven om [persoon A] in te schrijven bij [middelbare school A] te [woonplaats] ;
- de navolgende (voorlopige) zorg- en contactregeling vastgesteld:
- bepaald dat de moeder een dwangsom verbeurt van € 100,- voor iedere dag (een deel daaronder begrepen) dat zij in gebreke blijft om aan de veroordeling onder a sub en/of b te voldoen, met dien verstande dat boven een bedrag van € 5.000,- geen dwangsommen worden verbeurd;
- dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- de proceskosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- het meer of ander verzochte afgewezen.
- Is een wijziging in de hoofdverblijfplaats van [persoon A] in het belang van [persoon A] ?
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van [persoon A] en hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie te worden vormgegeven?
- Is een wijziging van school in het belang van [persoon A] ?
- Is hulpverlening nodig? Zo ja, welke, ten behoeve van wie en met welk doel?
- Welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld en zijn wel van belang om in de rapportage en het advies te vermelden?
4.De uitspraak
- Is een wijziging in de hoofdverblijfplaats van [persoon A] in het belang van [persoon A] ?
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van [persoon A] en hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie te worden vormgegeven?
- Is een wijziging van school in het belang van [persoon A] ?
- Is hulpverlening nodig? Zo ja, welke, ten behoeve van wie en met welk doel?
- Welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld en zijn wel van belang om in de rapportage en het advies te vermelden?