In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een 9-jarig meisje, hierna te noemen [minderjarige]. De moeder van [minderjarige] was in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, die op 25 september 2023 de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De moeder was van mening dat zij in staat was om voor [minderjarige] te zorgen en dat de uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk was. Het hof heeft echter vastgesteld dat [minderjarige] onder turbulente omstandigheden is opgegroeid en dat er zorgen zijn over de opvoedcapaciteiten van de moeder. De moeder heeft in het verleden hulp ontvangen, maar er zijn nog steeds zorgen over haar emotionele beschikbaarheid en de invloed die zij heeft op [minderjarige]. Het hof heeft ook kennisgenomen van de zorgen van de GI over de emotionele belasting die de moeder op [minderjarige] legt en de recente bedreigingen die de moeder heeft ontvangen. Het hof heeft geconcludeerd dat het noodzakelijk is dat [minderjarige] voorlopig nog uithuisgeplaatst blijft, totdat er meer duidelijkheid is over haar situatie en de opvoedmogelijkheden van de ouders. De machtiging tot uithuisplaatsing is daarom bekrachtigd tot 15 april 2024.