Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
handelen in strijd met een aanwijzing als bedoeld in artikel 6 en met een opdracht als bedoeld in artikel 7 van de Wet openbare manifestaties’ veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2023 (pg. 6-8), met bijlage (pg. 8), inhoudende een foto van de demonstratie, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
het hof begrijpt: de demonstranten] hoorde en dat betrof de mij ambtshalve bekende [betrokkene 1] . Ik zag dat [betrokkene 1] tussen de demonstranten bewoog en zowel met hen in gesprek was als met de daar aanwezige pers. Ik ben vervolgens met [betrokkene 1] in gesprek gegaan om te proberen vast te stellen wat het doel was van deze demonstratie. Ik had reeds van de gemeente vernomen dat deze demonstratie niet was aangekondigd.
het hof begrijpt: van [bedrijf]] vrij zou komen.
het hof begrijpt: de aanwijzing] van de burgemeester maar dat er 3 van de 7 demonstranten plaats zouden maken en de vordering niet af gingen wachten. De overgebleven 4 demonstranten zouden blijven zitten en aan hen is door mij om 13:25 uur de vordering [
het hof begrijpt gelet op bewijsmiddel 4: de opdracht krachtens artikel 7 sub c van de Wet openbare manifestaties] gedaan om het gebied rondom het toegangshek vrij te maken en dat als hier geen gehoor aan zou worden gegeven men aangehouden zou worden. Ik zag dat er geen reactie kwam van de 4 overgebleven demonstranten, niet in woord en niet in gebaar. Daarop zijn deze 4 verdachten aangehouden ter zake niet voldoen aan een bevel of vordering in het kader van de Wet Openbare Manifestaties (WOM), waaronder: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] .
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2023 (pg. 11), voor zover, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Een overig geschrift, te weten een e-mailbericht, d.d. 30 maart 2021, voor zover inhoudende de schriftelijke vastlegging van het mondelinge besluit van de burgemeester van Boxtel tot beëindiging van de demonstratie:
Een overig geschrift, te weten het besluit ‘beëindiging demonstratie [bedrijf] d.d. 30 maart 2021’, d.d. 8 februari 2024, voor zover inhoudende het besluit van burgemeester van Boxtel:
het hof begrijpt: artikel 7 onder a] van de Wet openbare manifestaties (verder Wom) opdracht tot beëindiging van de demonstratie gegeven omdat deze niet aangemeld was en om te voorkomen dat het dierenwelzijn verder in het gedrang kwam. Wel heb ik een alternatieve locatie op ongeveer 125 meter van de oorspronkelijke locatie aangeboden om de demonstratie voort te zetten. Dit betrof de [adres 3] in Boxtel.
necessary’ (“noodzakelijk”) geweest omdat er geen sprake was van ernstige hindering of mogelijke gevaarlijke situaties. De verdachte heeft zich ook niet
‘reprehensible’(“laakbaar”) gedragen door te weigeren de demonstratie te beëindigen.
‘necessary’waren. Gezien al deze omstandigheden is sprake van een ontoelaatbare inbreuk op artikel 11 EVRM en dient de verdachte te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
‘necessary in a democratic society’zijn.
“[a] peaceful demonstration should not, in principle, be rendered subject to the threat of a criminal sanction”(Akgöl en Göl t. Turkije, nrs. 28495/06 en 28516/06, § 43, 17 mei 2011). Gezien het belang van het demonstratierecht zou het deelnemen aan een demonstratie dat niet op voorhand was verboden, op zichzelf niet tot een sanctie moeten leiden, zolang de verdachte zelf geen
‘reprehensible act’ pleegt.
“chilling effect”uitgaat op personen die gebruik willen maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting en/of hun recht op vrijheid van vreedzame vergadering.
reprehensible act’gepleegd door de verdachte: de verdachte is slechts vervolgd voor het deelnemen aan de demonstratie.
chilling effect” van uitgaat op personen die gebruik willen maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering.
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.