Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is’ (feit 1),
- ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met brandstichting’ (feit 2), en
- ‘diefstal’ (feit 3),
hij op of omstreeks 30 mei 2022 te Cuijk, gemeente Land van Cuijk, althans in Nederland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, opzettelijk brand heeft gesticht op het balkon van een woning, gelegen aan de [adres 1] en/of [adres 2] , door open vuur in aanraking te brengen met een tuinset en/of een houten palletbank en/of kerosine en/of gasolie en/of (witte) aanmaakblokjes, althans met een brandbare stof ten gevolge waarvan voorgenoemde tuinset en/of houten palletbank geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor:
hij op of omstreeks 28 mei 2022 te Cuijk, gemeente Land van Cuijk, althans in Nederland, [benadeelde 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door dreigend tegen die [benadeelde 1] te zeggen: “als jij nog een keer bij vrienden van mij in de buurt komt dan krijg je een kogel of ik steek je huis in de brand” en/of “ik jaag een kogel door je kop” en/of “ik knal kogels door je huis” en/of “af en toe zou ik wel een kogel bij je naar binnen willen rammen”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2022 tot en met 25 juli 2022 te Boxmeer, gemeente Land van Cuijk, althans in Nederland, een bromscooter, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
hij op 30 mei 2022 te Cuijk, gemeente Land van Cuijk, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd opzettelijk brand heeft gesticht op het balkon van een woning gelegen aan de [adres 1] , door open vuur in aanraking te brengen met een tuinset en een houten palletbank en (witte) aanmaakblokjes, ten gevolge waarvan voorgenoemde tuinset en houten palletbank geheel is verbrand en brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor:
hij op of omstreeks 28 mei 2022 te Cuijk, gemeente Land van Cuijk, [benadeelde 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door dreigend tegen die [benadeelde 1] te zeggen: “Als jij nog een keer bij vrienden van mij in de buurt komt dan krijg je een kogel” en/of “Ik jaag een kogel door je kop” en/of “Ik knal kogels door je huis”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij in de periode van 23 juli 2022 tot en met 25 juli 2022 te Boxmeer, gemeente Land van Cuijk, een bromscooter die aan [benadeelde 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2022 (verhoor [benadeelde 1] ), dossierpagina’s 238-239, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
(het hof begrijpt: [benadeelde 1] ):
(het hof begrijpt: zaterdag 28 mei 2022)was ik bij [café] . [verdachte] was daar ook. (…) Ik ben naar huis gegaan. [betrokkene 1] en zijn vriendin kwamen binnen met [verdachte] en [betrokkene 2] . Er zijn verwijten over en weer gemaakt. Toen is [verdachte] dreigend mijn huis uit gegaan. [verdachte] zei: “Als je nog een keer bij vrienden van mij in de buurt komt, dan krijg je een kogel (…).”
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 september 2022, dossierpagina’s 282 en 290-291, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Het proces-verbaal van de in deze zaak gehouden terechtzitting in eerste aanleg d.d. 13 oktober 2023, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte:
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 25 oktober 2022, dossierpagina’s 48, 49 en 52, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte:
(het hof begrijpt: [benadeelde 1] )heeft aan ons verteld dat jij tegen haar gezegd zou hebben dat je een kogel door haar kop zou schieten, vertel eens?
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
diefstal.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat telkens gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
45 (vijfenveertig) maanden;
20 (twintig) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
€ 5.215,00 (vijfduizend tweehonderdvijftien euro)als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 5.215,00 (vijfduizend tweehonderdvijftien euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 61 (eenenzestig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 522,66 (vijfhonderdtweeëntwintig euro en zesenzestig cent)als vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 522,66 (vijfhonderdtweeëntwintig euro en zesenzestig cent)aan materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 10 (tien) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;