De curator voert – samengevat – het volgende aan. De curator ervaart – net als eerder door de GI is aangegeven – dat de samenwerking tussen hulpverleners en de moeder moeizaam verloopt. Hoewel de curator de zorgen van de moeder begrijpt, ziet de curator dat haar handelen voornamelijk in eigen belang lijkt te zijn en minder in het belang van de betrokkene. De moeder stelt dat de betrokkene voor altijd bij haar kan wonen en dat het niet nodig is om hem vaardigheden aan te leren die zelfstandigheid ten goede komen. Deze houding, samen met het afhouden van hulpverlening en het ontbreken van een deugdelijk vangnet, maakt dat de curator ervan overtuigd is dat het aanstellen van een professionele curator de juiste maatregel is om de zorg en veiligheid van de betrokkene te waarborgen.
Vanuit de school zijn signalen gegeven dat de moeder de betrokkene niet de juiste hulp lijkt te kunnen bieden. Er waren zorgen over de verzorging en veiligheid van de betrokkene. Eerder waren er andere, passende, dagbestedingen voor de betrokkene maar deze waren gestopt enerzijds omdat de moeder deze niet meer wenste en anderzijds omdat de dagbesteding de zorg voor de betrokkene en de bemoeienis van de moeder als te zwaar ervaarde. De moeder wisselt vaak van telefoonnummer waardoor zij, en daarmee de betrokkene, slecht bereikbaar zijn. Hierdoor was het voor school, stage en de curator niet mogelijk om toezicht te houden op de situatie. Vanwege deze zorgwekkende signalen rond het contact tussen de moeder en de betrokkene, zijn gedrag en ontwikkeling, is besloten tot een crisisplaatsing per 1 juli 2024. De curator heeft ervoor gekozen om de betrokkene die dag zelf op te halen bij de dagbesteding en naar de instelling te brengen en om de moeder hier van te voren niet over te informeren. De betrokkene is heel gevoelig voor reacties van voor hem belangrijke personen en de curator was bang dat de moeder heftig zou reageren op de crisisplaatsing. Omdat de curator niet zeker was van haar eigen veiligheid, en de veiligheid van de betrokkene, heeft de curator de moeder pas nadat de betrokkene bij de instelling was aangekomen telefonisch geïnformeerd. Ook de vader is toen direct geïnformeerd over het verblijf van de betrokkene. De betrokkene verblijft momenteel op een tijdelijke locatie met uitzicht op een vaste plaatsing. Het verblijfadres is geheim voor de ouders omdat er een redelijk vermoeden bestaat dat de moeder de betrokkene komt ophalen en omdat er vanuit beide ouders veel onbegrip en agressie was rondom de plaatsing. De betrokkene kan, gezien zijn beperking, niet in staat worden geacht te beoordelen of dit voor hem de beste keuze is en zal naar verwachting met de moeder meegaan.
Anders dan de ouders aangeven is er sprake van contact en overleg met hen. Dat niet alle vragen van de moeder in haar beleving bevredigend beantwoord worden, is in het belang van de betrokkene. De moeder en de vader hebben de curator overladen met berichten, vragen en telefoontjes. De curator is er echter voor de betrokkene. Gelet op de hoeveelheid en dringendheid van de berichten heeft de curator besloten pas op te plaats te maken en de berichten niet te beantwoorden. De curator houdt de moeder op de hoogte van de betrokkene en stuurt foto’s. De curator informeert de vader over de betrokkene via zijn vertrouwenspersoon.
De instelling waar de betrokkene verblijft schrok van de lage vaardigheden die hij had bij aankomst. Inmiddels is de zorgindicatie van de betrokkene opgehoogd van VG04 naar VG06. Het gaat nu goed met de betrokkene en hij heeft het naar zijn zin. Zodra de betrokkene is overgeplaatst naar zijn vaste plaats zullen de contacten met beide ouders opgepakt en uitgebreid worden. Overigens is die vaste plaats al bekend en op het terrein van de instantie waar betrokkene nu verblijft, maar is louter vanwege “bouwkundige” omstandigheden de plaatsing kort uitgesteld. Het was vanwege de tijdelijke crisisplaats niet mogelijk om eerder met de definitieve plaatsing te beginnen.
Het is voor de ouder-kind relatie niet wenselijk dat de moeder of de vader de rol van curator op zich neemt. Er zijn zorgen over de zorg die de moeder de betrokkene kan bieden. Gezien de moeizame omgang tussen de ouders is de curator ervan overtuigd dat een onafhankelijke curator de belangen van de betrokkene het best kan behartigen. De ouders zien niet in hoeveel hulp de betrokkene nodig heeft.