Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep in het incident en in de hoofdzaak
primair: te schorsen de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beslissing van de rechtbank onder “5. De beslissing”, eerste en derde alinea van de (nadere) beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda d.d. 21 december 2023 betreffende
"De rechtbank bepaalt, uitvoerbaar bij
- in de even weken: van woensdag na school tot maandag voor school;
- in de oneven weken: van woensdag na school tot vrijdag voor school”.
subsidiair:bij wege van voorlopige voorziening en daarmee voor de duur van de
5. De beslissing”, eerste en derde alinea van deze beschikking: "De rechtbank bepaalt, uitvoerbaar bij voorraad, dat de man en genoemde minderjarigen in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar, met ingang van 8 januari 2024:
in de even weken: van woensdag na school tot maandag voor school;
in de oneven weken: van woensdag na school tot vrijdag voor school. en
"5. De beslissing", eerste en vijfde alinea van deze beschikking: "De rechtbank bepaalt, uitvoerbaar bij voorraad, dat de man met ingang van 1 januari 2024 ten behoeve van de verzorging en opvoeding van genoemde minderjarigen aan de vrouw moet voldoen een bedrag van € 99,83 (negenennegentig euro en drieëntachtig cent per maand per kind.";
,althans een voorlopige reguliere regeling die het hof juist acht.
- de moeder, bijgestaan door mr. Kathmann;
- de vader, bijgestaan door mr. Van Essen;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] (via CMS) .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 16 november 2023;
- het V6-formulier met bijlagen 1-9 van de advocaat van de moeder d.d. 16 september 2024.
3.De beoordeling
- eenmaal per twee weken van vrijdag na school tot maandag naar school;
- wekelijks op woensdag na school tot donderdag naar school.
.
- in de even weken: van woensdag na school tot maandag voor school;
- in de oneven weken: van woensdag na school tot vrijdag voor school.
- in de zomervakanties verblijven de kinderen in week 1,4 en 5 bij de ene ouder en in week 2,3 en 6 bij de andere ouder;
- in de meivakanties verblijven de kinderen de eerste week bij de ene ouder en de tweede week bij de andere ouder, het wisselmoment vindt plaats op zondag om 12:00 uur;
- in de herfst - en voorjaarsvakanties verblijven de kinderen de eerste helft van de week bij de ene ouder en de tweede helft van de week bij de andere ouder, het wisselmoment vindt plaats op woensdag om 12:00 uur;
- in de kerstvakanties verblijven de kinderen de eerste week bij de ene ouder, inclusief kerstavond en eerste kerstdag, en de tweede week bij de andere ouder, alsmede op tweede kerstdag en met oud en nieuw. In het jaar 2023 verblijven de kinderen de eerste week bij de vader.
.Verder is geen rekening gehouden met het feit dat de moeder graag de zorgregeling tijdens de even weekenden wilde behouden. Dit is van belang omdat deze regeling gelijk loopt met de regeling van haar zus en de kinderen van haar zus veel met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] optrekken.
4.De beslissing
;