In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 14 november 2023 aangevochten, waarin de kinderalimentatie voor hun twee minderjarige kinderen was vastgesteld. De man, die in het incidenteel hoger beroep verzocht om een verlaging van de kinderalimentatie, heeft zijn inkomen aangepast door minder uren te werken, wat hij aanvoert als een relevante wijziging van omstandigheden. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden is, omdat de man niet heeft aangetoond dat zijn inkomensverlies niet voor herstel vatbaar is. Het hof heeft vastgesteld dat de man verwijtbaar heeft gehandeld door zijn werkuren te verminderen zonder medische noodzaak en dat zijn inkomensverlies het gevolg is van eigen keuzes. De bestreden beschikking is gedeeltelijk vernietigd, en het verzoek van de man om wijziging van de kinderalimentatie is afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van relevante wijzigingen in omstandigheden bij verzoeken om wijziging van alimentatie.