ECLI:NL:GHSHE:2024:3557

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
20-000748-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal en overtreding van de Wegenverkeerswet

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal en een overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De politierechter heeft op 6 maart 2024 de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest, en een rijontzegging van negen maanden. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde gevangenisstraf van 90 dagen.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd dat het vonnis integraal wordt bevestigd. Het hof heeft het beroep behandeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis van de politierechter moet worden bevestigd. Het hof heeft geen andere overwegingen of beslissingen genomen dan de politierechter, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Het hof heeft de toepasselijkheid van de wetsartikelen verbeterd, maar heeft verder geen wijzigingen aangebracht in de beslissing van de politierechter. De uitspraak is gedaan op 16 september 2024 door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, met mr. G. Schnitzler als voorzitter en mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. G.J. Schiffers als raadsheren. De griffier was mr. S.H.M. van Gennip. De uitspraak is openbaar gedaan.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000748-24
Uitspraak : 16 september 2024
VERSTEK DVNIP

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 6 maart 2024, parketnummer 01-066128-24 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 01-276596-22, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende, althans ingeschreven, te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter het tenlastegelegde bewezenverklaard en de verdachte ter zake van ‘diefstal’ (feit 1) en ‘overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ (feit 2) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met aftrek van voorarrest. Daarnaast is de verdachte ter zake van feit 2 veroordeeld tot een rijontzegging voor de duur van negen maanden met aftrek overeenkomstig artikel 179 Wegenverkeerswet 1994. Ten slotte heeft de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van de onder parketnummer 01-276596-22 opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis integraal wordt bevestigd en dat de verdachte aldus wordt veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg is opgelegd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust en zal dit derhalve bevestigen. De toepasselijkheid van het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan de politierechter.
Het hof zal de “Toepasselijke wetsartikelen” verbeteren, in die zin dat het na “57” zal invoegen: 63.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. G. Schnitzler, voorzitter,
mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. G.J. Schiffers , raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H.M. van Gennip, griffier,
en op 16 september 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mrs. G. Schnitzler en O.A.J.M. Lavrijssen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.