ECLI:NL:GHSHE:2024:3557
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- G. Schnitzler
- O.A.J.M. Lavrijssen
- G.J. Schiffers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal en overtreding van de Wegenverkeerswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal en een overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De politierechter heeft op 6 maart 2024 de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest, en een rijontzegging van negen maanden. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde gevangenisstraf van 90 dagen.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd dat het vonnis integraal wordt bevestigd. Het hof heeft het beroep behandeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis van de politierechter moet worden bevestigd. Het hof heeft geen andere overwegingen of beslissingen genomen dan de politierechter, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft de toepasselijkheid van de wetsartikelen verbeterd, maar heeft verder geen wijzigingen aangebracht in de beslissing van de politierechter. De uitspraak is gedaan op 16 september 2024 door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, met mr. G. Schnitzler als voorzitter en mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. G.J. Schiffers als raadsheren. De griffier was mr. S.H.M. van Gennip. De uitspraak is openbaar gedaan.