ECLI:NL:GHSHE:2024:354

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 februari 2024
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
20-000773-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal met betrekking tot in beslag genomen goederen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 14 maart 2023 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand voor diefstal. De verdachte, geboren in 1966, had in beslag genomen goederen, waaronder contactdozen en pluggen, die aan hem en aan een bedrijf moesten worden teruggegeven. De advocaat-generaal vorderde dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen tot een gevangenisstraf van één maand, met aftrek van voorarrest. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de verdachte onder bewind staat en dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de aflossing van zijn schulden in gevaar zou brengen. Hij pleitte voor een voorwaardelijke straf of een gevangenisstraf van één dag met een taakstraf. Het hof overwoog dat de verdachte veelvuldige recidive had op het gebied van vermogensdelicten en dat, gezien zijn strafblad en de waarde van de gestolen goederen, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één maand passend was. Het hof verwierp het verweer van de raadsman en bevestigde het vonnis van de politierechter.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000773-23
Uitspraak : 2 februari 2024
TEGENSPRAAK (279 Sv.)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 14 maart 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-323930-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1966,
met als postadres: [adres 1] ,
thans verblijvende te [adres 2] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep, is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.
Tevens is de teruggave gelast van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan [bedrijf] , gevestigd aan [adres 3] :
- 11 STK contactdoos, goednummer G2535863;
- 3 STK contactdoos, goednummer G2535864;
en van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte:
- 1 STK Plug, goednummer G2535865;
- 1 STK Plug, goednummer G2535866.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, bewezen zal verklaren hetgeen ten laste is gelegd en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de teruggave zal gelasten van de contactdozen aan [bedrijf] en van de pluggen aan de verdachte.
Namens verdachte is geen inhoudelijk verweer gevoerd ten aanzien van de bewezenverklaring, de kwalificatie en de beslissing op het beslag. Wel is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust.
Bespreking van het straftoemetingsverweer
Door de raadsman van de verdachte is aangevoerd dat er sprake is van een hoge schuldenlast bij de verdachte, dat hij thans onder bewind staat en dat door de bewindvoerder voor de verdachte een uitkering is geregeld, waarmee de schulden kunnen worden afgelost. Door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dreigt deze aflossing in gevaar te komen. Bovendien is het bepaalde van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. De verdachte is immers in september 2023 zowel door de rechtbank als door het gerechtshof terzake van winkeldiefstallen veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en als de onderhavige zaak zou zijn meegenomen bij een van die uitspraken, zou nooit in verband met het onderhavige feit een extra maand onvoorwaardelijke gevangenisstraf zijn opgelegd, aldus de raadsman. De raadsman heeft daarom oplegging van een geheel voorwaardelijke straf bepleit, eventueel met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. Meer subsidiair heeft de raadsman bepleit een gevangenisstraf voor de duur van 1 dag op te leggen, met daarnaast oplegging van een taakstraf.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Blijkens het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 15 november 2023 betreffende de verdachte is er sprake van veelvuldige recidive op het gebied van vermogensdelicten. Met de politierechter is het hof van oordeel dat, gelet op het strafblad van de verdachte, de oriëntatiepunten van de LOVS en de waarde van de gestolen goederen, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een maand passend en geboden is. In hetgeen door de raadsman is aangevoerd ziet het hof geen aanleiding om een andersoortige straf op te leggen dan wel om de door de politierechter opgelegde straf te matigen.
Het verweer wordt verworpen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door:
mr. S.C. van Duijn, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. A.E.J. Satink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N. van der Velden, griffier,
en op 2 februari 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.E.J. Satink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.