Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 29 juli 2020, dossierpagina’s 17-18, voor zover inhoudende de verklaring van aangever [aangever 2] :
(het hof begrijpt: de verdachte)weer de kans om verder naar zijn auto te rennen. Op dat moment zag ik dat hij naar de bestuurderskant van een Ford Focus was gerend en daar iets uithaalde. Ik zag dat hij vervolgens om zijn auto heen liep, weer terug naar mij toe. Op dat moment zag ik dat hij een vuurwapen in zijn hand had. Wij stonden op dat moment ongeveer tien meter van elkaar vandaan. Ik had duidelijk zicht op zijn handen en weet dan ook zeker dat hij een vuurwapen had. Het vuurwapen was voor mij echt. Ik voelde mij hierdoor dan ook enorm bedreigd. Ik was op dat moment bang dat ik tijdens mijn vlucht in mijn rug zou worden geschoten. Ik weet nog dat ik mij daarop voorbereidde.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 29 juli 2020, dossierpagina’s 20-21, voor zover inhoudende de verklaring van aangeefster [aangever 1] :
(het hof begrijpt hier en hierna: de verdachte)vast pakte en los haalde bij [aangever 2] (
het hof begrijpt en hierna: de aangever). Ik zag dat [verdachte] deze persoon een duw gaf zodat die hem los moest laten. Hierop rende [verdachte] naar zijn auto toe. Ik zag dat [verdachte] het linker portier opende en er iets uithaalde. Pas toen hij weer weg liep van zijn auto onze kant op, zag ik dat [verdachte] een lang zwart vuurwapen vast hield. Ik zag dat [verdachte] begon te rennen onze kant op. Ik zag dat [aangever 2] ook begon te rennen richting de loods. Ik zag dat hij bang was. Ik ben toen richting [verdachte] gerend om te voorkomen dat hij door zou rennen naar [aangever 2] . Ik zag dat [verdachte] hierdoor stopte en langs mij heen keek of hij [aangever 2] nog ergens zag. Ik riep naar [verdachte] dat hij moest stoppen. Ik zag in de blik van zijn ogen dat hij, [verdachte] , erg kwaad was. Ik was erg bang door deze blik in zijn ogen dat hij [aangever 2] wat aan zou doen. Toen [verdachte] voor mij stond had hij het vuurwapen nog steeds in zijn hand vast, maar wel langs zijn been. Het was erg bedreigend. Ik was bang dat hij [aangever 2] alsnog iets zou aandoen met dat vuurwapen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2020, dossierpagina’s 22-23, voor zover inhoudende de verklaring van [getuige 1] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2020, dossierpagina’s 26-27, voor zover inhoudende de verklaring van [getuige 2] :
(het hof begrijpt: [getuige 3] )de mannen uit elkaar had gehaald, liep [verdachte] naar zijn auto. Ik zag dat [verdachte] iets uit zijn auto pakte. Vervolgens zag ik dat hij een pistool in zijn handen had. Ik hoorde een geluid dat leek op het doorladen van een vuurwapen. [verdachte] liep vervolgens achter de vriend van de medewerkster aan die richting het kantoor rende om naar binnen te gaan. Ik zag dat [verdachte] een vuurwapen in zijn hand had en langs zijn been hield. Vervolgens zag ik dat hij het wapen richtte richting de vriend van de medewerkster. Ik zag dat de medewerkster voor [verdachte] ging staan en riep dat hij het wapen weg moest doen. Vervolgens liet hij het wapen zakken, is in zijn auto gestapt en is weggereden.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2020, dossierpagina’s 28-29, voor zover inhoudende de verklaring van [getuige 3] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2020, dossierpagina’s 31-32, voor zover inhoudende de verklaring van [getuige 4] :
zelfrichting aangever [aangever 2] heeft begeven en op dat moment aldus heeft gekozen voor een aanval. Het beroep op putatief noodweer wordt dan ook verworpen.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis;