In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 4 juli 2023 integraal was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. De verdachte was beschuldigd van het niet opvolgen van een bevel tot bloedonderzoek en het rijden onder invloed van cannabis op 24 juli 2021 te Tilburg. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een taakstraf van 40 uur, subsidiair 20 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit en aangevoerd dat er geen redelijk vermoeden van schuld bestond. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de feiten en omstandigheden, waaronder het slingerend rijgedrag van de verdachte en het roken van een joint. Het hof heeft geoordeeld dat er voldoende reden was voor de verbalisanten om de verdachte aan te houden en een bevel tot bloedonderzoek te geven. Het hof heeft het beroep van de verdachte verworpen en het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor 6 maanden.