ECLI:NL:GHSHE:2024:3505

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 november 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
20-001516-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van witwassen en bewezenverklaring voorhanden hebben stroomstootwapen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van witwassen en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De rechtbank had de verdachte een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis, maar met een lagere taakstraf. De verdediging pleitte voor vrijspraak van het witwassen, stellende dat de verdachte geen wetenschap had van de herkomst van de geldbedragen. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte in overweging genomen, waarin zij aangaf dat zij geen betrokkenheid had bij de financiën en geen reden had om te vermoeden dat het inkomen van haar partner uit misdrijf afkomstig was.

Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de wetenschap van de verdachte met betrekking tot het witwassen, en heeft haar daarom vrijgesproken van dit feit. Wel heeft het hof vastgesteld dat de verdachte het voorhanden hebben van een stroomstootwapen heeft begaan. Gezien de lange tijd die sinds het feit is verstreken en de schending van de redelijke termijn in de strafprocedure, heeft het hof besloten om geen straf of maatregel op te leggen. Tevens is de in beslag genomen auto aan de verdachte teruggegeven.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001516-19
Uitspraak : 1 november 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 7 mei 2019, in de strafzaak met parketnummer 01-997615-16 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank de verdachte ter zake van:
- feit 1:
medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
- feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest (waarbij een in verzekering doorgebrachte dag is gewaardeerd op twee uur te verrichten arbeid) en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Voorts is een beslissing gegeven op het beslag.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met uitzondering van de straf en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Door de verdediging is vrijspraak van het onder feit 1 ten laste gelegde bepleit. Voorts is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 14 december 2016 te 's-Hertogenbosch en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
van een of meerdere voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van 216.430,18 euro, althans een totaal van ongeveer 215.000 euro of daaromtrent, althans (telkens) van een of meerdere geldbedrag(en) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel verborgen heeft gehouden of heeft verhuld wie de rechthebbende op dit voorwerp/deze voorwerpen is en/of dit voorwerp/deze voorwerpen (geld) voorhanden heeft gehad, dan wel
een of meerdere voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van 216.430,18 euro, althans tot een totaal van ongeveer 215.000 euro of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van een of meerdere voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van 216.430,18 euro, althans tot een totaal van ongeveer 215.000 euro of daaromtrent, althans (telkens) van een of meerdere geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
2.
zij op of omstreeks 14 december 2016 te 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, een wapen van categorie II onder 5°, te weten een stroomstootwapen (Paralyseur Electrique, SP2000, kleur zwart) (goednummer 1122650), voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde
De verdachte heeft verklaard dat zij in de tenlastegelegde periode getrouwd was met [medeverdachte] en dat laatstgenoemde zorgde voor het gezinsinkomen. Zij bemoeide zich niet met geldzaken, kreeg wekelijks huishoudgeld van [medeverdachte] en had geen aanleiding te vermoeden dat het inkomen van [medeverdachte] mogelijkerwijs van enig misdrijf afkomstig zou zijn. Ook heeft de verdachte verklaard dat zij in de tenlastegelegde periode geen aangifte bij de fiscus heeft gedaan omdat zij geen inkomen had.
Het hof heeft in het dossier onvoldoende aanknopingspunten aangetroffen om te kunnen vaststellen dat de verdachte wetenschap had of moet hebben gehad dat de in de tenlastelegging bedoelde geldbedragen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf. Het hof heeft derhalve uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan. Op grond daarvan zal zij van dat feit worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
zij op 14 december 2016 te ’s-Hertogenbosch een wapen van categorie II onder 5°, te weten een stroomstootwapen (Paralyseur Electrique, SP2000, kleur zwart) (goednummer 1122650), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft een stroomstootwapen voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van een dergelijk wapen brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Dit neemt het hof de verdachte kwalijk.
Het hof stelt evenwel vast dat het bewezenverklaarde reeds bijna acht jaar geleden heeft plaatsgevonden. Bovendien stelt het hof vast dat bij de strafvervolging van de verdachte de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid van het EVRM, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, in aanzienlijke mate is geschonden. Op grond van deze omstandigheden enerzijds en de relatieve ernst van het bewezenverklaarde anderzijds, acht het hof het raadzaam te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Beslag
Gelet op de vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde feit dient de in beslag genomen auto aan de verdachte te worden teruggegeven.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaartniet bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Verklaartzoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaarthet bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaaltdat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Gelastde
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een rode Volkswagen Polo met het kenteken 11-SBL-9 en de bij die personenauto behorende sleutel.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.M. van Gink, voorzitter,
mr. A.C. Bosch en mr. C.A. van Roosmalen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.J. Gras, griffier,
en op 1 november 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.