De vrouw voert aan dat de man een arbeidsdeskundig rapport heeft overgelegd van het UWV, waarin de mate van arbeidsongeschiktheid voor de uitkering wordt vastgesteld. Uit het rapport zelf blijkt al dat het enkel gaat over een vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid voor het werk dat de man voorheen deed. Het gaat om werk en inkomen waarvoor de man verzekerd is en dat gedeelte van het maatgevende inkomen dat de man door ziekte of gebrek niet meer kan verdienen. Het loonverlies ten opzichte van het eigen werk van de man is 100%.
Dit rapport zegt niets over de mogelijkheid van de man om "ander" werk te verrichten.
Dat de man zijn eigen werk als timmerman niet meer kan doen, betekent niet dat hij geen werk in een winkel, als beveiliger, of administratief medewerker, dan wel als begeleider van leerlingen in de timmerbranche of ander werk zou kunnen doen. De vrouw heeft in eerste aanleg en hoger beroep verschillende vacatures overgelegd die volgens haar geschikt zouden zijn voor de man.
De vrouw heeft de ontbrekende pagina’s van het medisch onderzoeksverslag van de verzekeringsarts van 12 augustus 2020 overgelegd en daaruit blijkt o.a. dat de man ook drie uur per week vrijwilligerswerk verrichte, waarbij hij aanwijzingen gaf en mensen aanstuurde wegens zijn ervaring met houtbewerking. Daarbij wordt ten aanzien van de belastbaarheid van de man overwogen: “
vanuit verzekeringsgeneeskundig oogpunt is er geen sprake van een situatie van geen benutbare mogelijkheden (GBM). Immers, klant voldoet niet aan de criteria m.b.t. GBM conform het Schattingsbesluit. Er is namelijk geen volledig onvermogen tot functioneren op persoonlijk en sociaal gebied, bedlegerigheid, ADL-afhankelijkheid etc. Hieruit volgt dat de klant beschikt over benutbare mogelijkheden.”
Het is de man toegestaan om naast zijn WIA-uitkering te werken met behoud van uitkering. Dit blijkt uit het door de vrouw overgelegde document van het UWV waarin wordt uitgelegd op welke wijze er rekening moet worden gehouden met inkomen naast de uitkering en waaruit blijkt dat het UWV zelfs een rekenhulp heeft ontwikkeld waarmee men kan berekenen hoe hoog het inkomen wordt bij werken met een IVA-uitkering. De werkgever kan zelfs bij ziekte van de werknemer het loon verhalen op het UWV. De vrouw weet een en ander uit eigen ervaring en gezien haar opleiding tot budgetcoach en re-integratiebegeleider. De vrouw wijst erop dat de man onlangs de voormalige echtelijke woning heeft leeggeruimd en is verhuisd. De man fietst veel en gaat drie keer per week naar de sportschool, hetgeen aangeeft dat de man lichamelijk fit is. Een paar jaar geleden heeft de man, met zijn beperking, in de overkapping van partijen een vloer gelegd, een plafond gemaakt en verlichting ingebouwd. Ook heeft de man recent veel geklust in de nieuwe woning van de zoon van partijen, van welke werkzaamheden de man allerlei foto’s op sociale media heeft geplaatst (productie 9 in hoger beroep). Toen de vrouw haar nieuwe woning in [plaats 2] betrok heeft de man daar 100 m2 laminaat gelegd. Gereedschap dat de vrouw van de man had geleend, vroeg hij aan haar terug omdat hij dat nodig had voor het klussen.
De man is thans 62 jaar en kan daarom ook qua leeftijd nog goed een baan vinden. De man heeft geen kinderen meer thuis wonen, waarvoor hij zorg heeft.
De man verklaart zelf op sociale media dat hij graag dingen onderneemt, fietst sport (fitness), klust in en rondom het huis (…) vrijwilligerswerk doet (…) een ‘doe-het-zelver’ en tuinieren.
Aanvullend heeft de vrouw tijdens de mondelinge behandeling als volgt verklaard. Ten tijde van de totstandkoming van dat rapport leefden partijen nog samen. De man ontvangt sinds hij 52 jaar is een uitkering. Na een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsverklaring, heeft de man verzocht om een herkeuring omdat hij een hogere uitkering wilde ontvangen. De man werd echter volledig arbeidsgeschikt verklaard. De man heeft nog een herkeuring aangevraagd en in dat onderzoek niet naar waarheid verklaard. Hij heeft gelogen over dat de vrouw hem hielp bij het douchen en aankleden en dat de zoon van partijen, de vuilniszakken diende buiten te zetten. De zoon heeft echter smetvrees. De vrouw wijst erop dat van het medisch onderzoeksverslag van de verzekeringsarts van 12 augustus 2020 niet alle pagina’s zijn overgelegd. In de verzekeringsgeneeskundige rapportage van 30 juli 2020 blijkt dat de man zelf heeft verklaard dat hij zichzelf niet geschikt achtte voor het eigen werk, maar wel voor minder belastende werkzaamheden indien hiermee de rechter arm niet zou worden belast.
De gestelde psychische klachten zijn niet nader geconcretiseerd en bovendien is daarvan in het geheel geen bewijs overgelegd.
Tot slot heeft de vrouw aangevoerd dat de man een chalet heeft gekocht na de verkoop van de voormalige echtelijke woning en dat hij dus lage woonlasten heeft.