Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2012 (hierna: [minderjarige 1] );
- [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2014 (hierna: [minderjarige 2] );
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/424997 / KG ZA 24-375)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- de beschikking van de rechtbank van 12 januari 2022 gewijzigd in die zin dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voorlopig het hoofdverblijf bij de vader hebben;
- aan de vader vervangende toestemming verleend om met ingang van het schooljaar 2024-2025 [minderjarige 1] in te schrijven op het [---] college te [vestigingsplaats] en om [minderjarige 2] in te schrijven op de [zzz] te [vestigingsplaats] ;
- aan de vader vervangende toestemming verleend om met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot uiterlijk 18 augustus 2024 op vakantie te gaan naar een chalet in Noord-Frankrijk, waarbij de vader de moeder op de hoogte brengt van de data en de plek van verblijf;
- de moeder bevolen om de identiteitsbewijzen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen twee dagen na afgifte van het vonnis aan de vader af te geven;
- bepaald dat de moeder en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken recht hebben op contact met elkaar, nader te bepalen in overleg tussen de gemeente en partijen en passend bij de situatie van de kinderen en de moeder;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- al hetgeen meer of anders is gevorderd, afgewezen.
primair: de regeling zoals in de beschikking van 16 december 2016, door de rechtbank is beslist, herleeft;
subsidiaireen tijdelijke zorgregeling vast te leggen ervan uitgaande dat de kinderen hun tijdelijk hoofdverblijf hebben en houden bij de vader, althans toevertrouwd worden aan de vader:
.
- welke hoofdverblijfplaats komt het meest tegemoet aan de belangen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ?
- welke zorg- en contactregeling komt het meest tegemoet aan de belangen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ?
4.De uitspraak
voorlopigetoevertrouwing van de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2012 en [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2014 aan de vader en de verleende vervangende toestemming om [minderjarige 1] in te schrijven op het [---] college te [vestigingsplaats] en om [minderjarige 2] in te schrijven op de [zzz] te [vestigingsplaats] ,
vervallenindien niet uiterlijk op 29 november 2024 door één van partijen een bodemprocedure over het hoofdverblijf van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en de zorg- en contactregeling aanhangig is gemaakt;
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar éénmaal per twee weken op vrijdag tot zondag 20.00 uur waarbij de moeder [minderjarige 2] op vrijdag uit school ophaalt en de vader [minderjarige 1] om 19.00 uur naar de moeder brengt en de moeder de kinderen op zondag terug naar de vader brengt, waarbij het partijen vrij staat om in onderling overleg met de gezinscoach toe te werken naar een uitbreiding van deze regeling;
onder de voorwaardedat uiterlijk 29 november 2024 door één van partijen een bodemprocedure over het hoofdverblijf van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en de zorg- en contactregeling aanhangig is gemaakt, een onderzoek te verrichten met het in rov. 3.23. omschreven doel en daarover ten behoeve van de nog aanhangig te maken bodemprocedure tussen partijen aan de rechtbank te rapporteren en advies uit te brengen;