Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juli 2021, p. 52-58, voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer] :
het hof begrijpt: 21 juli 2021).
A: Het is rond 02.00 uur begonnen en ik ben rond 03.45 uur mijn kamer uitgegaan.
A: Bij mij thuis, aan [adres 2] .
A: Tegen [verdachte] .
A: Ik kreeg een snapchat van [verdachte] dat hij in Breda was. Ik heb hem toen gezegd dat hij bij mij mocht komen slapen. Iets over 24.00 uur was hij er. We zijn naar mijn kamer gegaan. Toen zijn we in bed gaan liggen om te gaan slapen en toen begon het eigenlijk. Hij probeerde mij te zoenen. Ik wilde dit niet. Dit heb ik hem ook gezegd.
A: Ik lag op mijn rug en hij lag dicht naast mij. Ik had het idee dat hij meer op zijn zij lag, half over mij heen.
A: Hij probeerde mijn benen op (
het hof begrijpt: open)te maken en er tussen te gaan zitten. Ik had mijn benen tegen elkaar aan gedrukt. Hij deed zijn hand ertussen en probeerde mijn benen open te trekken. Hij deed zijn knie tussen mijn benen.
A: Hij zoende me in mijn lies en likte me in mijn lies.
2. Het geschrift, zijnde het WhatsAppgesprek tussen de verdachte en aangeefster [slachtoffer] van 21 juli 2021, pagina 70, voor zover inhoudende:
3. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 21 augustus 2021, p. 79-85, voor zover inhoudende de verklaring van getuige [getuige 1] :
het hof begrijpt: op 21 juli 2021). Ik hoorde [slachtoffer] op het toilet zitten en huilen, zij had de deur op slot gedaan. Ik hoorde dat [slachtoffer] huilde en hyperventileerde. Ze was echt heel erg overstuur. Door hoe ik haar hoorde, de emoties, heb ik nooit enkele twijfel gehad dat er iets was gebeurd waardoor [slachtoffer] zo overstuur was geraakt. Ze zei dat die jongen haar had aangeraakt en dat zij dat niet wilde maar hij bleef door gaan.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 21 augustus 2021, p. 74-78, voor zover inhoudende de verklaring van getuige [getuige 2] :
het hof begrijpt:op 21 juli 2021). Ik hoorde een harde knal. Ik liep naar de wc en zag een andere huisgenoot en [slachtoffer] in het wc en hoorde [slachtoffer] huilen. Ze was helemaal overstuur, Toen heeft [slachtoffer] uitgelegd wat er gebeurd was. Dat er een jongen in haar kamer was en dat daar een jongen was die dingen deed die zij niet prettig vond en die niet door de beugel konden.
A: Haar precieze woorden weet ik niet meer. Ze gaf wel aanwijzingen richting haar borsten en richting hieronder. Die aanwijzingen waren in haar non-verbale gedrag. Zij wees met haar handen die plekken op haar lichaam aan.
5. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 2 november 2021, p. 27-36, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
A: Toen zijn we naar haar kamer toegegaan. We zijn op bed gaan liggen. In bed heb ik haar gezoend. Toen ging ik met mijn handen naar haar billen toe.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 november 2021, p. 37-45, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
het hof begrijpt: [slachtoffer] op 21 juli 2021 te Breda).
7. Het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, d.d. 16 mei 2023, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte:
het hof begrijpt: juli)2021 in Breda een biertje aan het doen. Ik heb contact opgenomen met [slachtoffer] en gevraagd of ik bij haar kon slapen. Op 21 juli 2021 was ik in de slaapkamer van [slachtoffer] . Ik lag bij haar in bed en heb haar gezoend en meerdere keren aangeraakt bij de heup en billen. Ze heeft meermalen gezegd dat ze het niet wilde. Ik ben met tussenpozen doorgegaan tot ze op een gegeven moment overstuur de slaapkamer verliet.
onvoorwaardelijkegevangenisstraf is opgelegd, ziet het hof aanleiding om tot uitdrukking te brengen dat het restant van het voorarrest, te weten één dag, in mindering wordt gebracht op de onvoorwaardelijk opgelegde taakstraf naar de maatstaf van één dag voorarrest is twee uren taakstraf.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
179 (honderdnegenenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
één dagbij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
één dagbij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van
twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 4.042,00 (vierduizend tweeënveertig euro) bestaande uit € 542,00 (vijfhonderdtweeënveertig euro) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 1 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening voor wat betreft de materiële schade.
€ 4.042,00 (vierduizend tweeënveertig euro) bestaande uit € 542,00 (vijfhonderdtweeënveertig euro) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 1 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening voor wat betreft de materiële schade, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 50 (vijftig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft