ECLI:NL:GHSHE:2024:3421
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Oost-Brabant inzake diefstal met geweld en afpersing
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 23 september 2022. De verdachte, geboren in 1999, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden voor diefstal met geweld en afpersing, gepleegd in vereniging en met braak, tijdens de nachtrust in een woning. De verdachte en de officier van justitie hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou bevestigen, maar met een hogere straf van 5 jaren. De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair verweer gevoerd tegen de strafmaat. Het hof heeft de verklaringen van medeverdachten als betrouwbaar aangemerkt en de verweren van de verdediging verworpen.
Het hof heeft ook de redelijke termijn in acht genomen en vastgesteld dat er sprake was van een schending van deze termijn, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Ondanks deze schending heeft het hof besloten geen gevolgen te verbinden aan de overschrijding. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd en de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven, met ingang van de uitspraak.