Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 6 december 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 2000 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder door de politierechter veroordeeld voor het wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal, wat resulteerde in een geldboete van € 750,00 of 15 dagen hechtenis. De verdachte had een toegangsverbod voor een bedrijf in Tilburg, maar negeerde dit en betrad de locatie op 18 juni 2023.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zou bevestigen. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof, maar voerde wel een strafmaatverweer en vroeg om teruggave van in beslag genomen voorwerpen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de verbeurdverklaring van een weegschaal en de onttrekking aan het verkeer van 26 stuks fust, omdat er geen relatie was tussen deze voorwerpen en het bewezen verklaarde feit.
Het hof heeft de strafoplegging beoordeeld aan de hand van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die inmiddels in Spanje verblijft. De verdachte is als first offender beschouwd, wat invloed had op de uiteindelijke beslissing. Het hof heeft de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen gelast, omdat er geen strafvorderlijk belang was bij het voortduren van het beslag. De beslissing is gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.