ECLI:NL:GHSHE:2024:3195

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 september 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
20-003193-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake seksuele gedragingen en ontuchtige handelingen met minderjarigen en dieren

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 20 november 2023. De verdachte, geboren in 1959, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het verwerven en in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken zijn, en voor het in bezit hebben van afbeeldingen van ontuchtige handelingen met dieren. De rechtbank had bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een ambulante behandeling.

In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis wordt bevestigd, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de bewijsmiddelen en de omstandigheden van de zaak in overweging heeft genomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan het verzamelen en in bezit hebben van kinderporno en dierenporno, met een uitzonderlijk grote hoeveelheid aangetroffen materiaal. Het hof heeft de verweren van de verdediging verworpen en geconcludeerd dat er geen sprake was van onrechtmatig binnentreden door de politie.

De strafoplegging is gebaseerd op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof heeft de gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, bevestigd en bijzondere voorwaarden opgelegd ter bescherming van de maatschappij. Tevens is de maatregel van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd, om gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking te waarborgen. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de verdachte verplicht om zich te houden aan de opgelegde voorwaarden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003193-23
Uitspraak : 20 september 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 20 november 2023, in de strafzaak met parketnummer 03-053304-23 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van
-een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd,
terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt (feit 1);
-een afbeelding en gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling,
waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben,
meermalen gepleegd (feit 2)
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft aan het voorwaardelijk strafdeel naast de algemene voorwaarde ook bijzondere voorwaarden verbonden, te weten - kort gezegd - een meldplicht bij SVG Reclassering Mondriaan, medewerking verlenen aan een ambulante behandeling door [zorgverlener] of een soortgelijke zorgverlener en aan middelencontroles, de verplichting tot het vermijden van kinderporno en de verplichting om mee te werken aan controles van digitale gegevensdragers. Daarbij is tevens reclasseringstoezicht gelast. Voorts is de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Door de verdediging is primair vrijspraak en subsidiair partiële vrijspraak ten aanzien van het verspreiden van het tenlastegelegde onder 1 en 2 bepleit. Daarnaast is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep, met verbetering en aanvulling van de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de opgelegde straf en maatregel. Het hof zal in zoverre opnieuw rechtdoen.
Naar aanleiding van het door de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweer zal het hof het vonnis waarvan beroep aanvullen met de navolgende overweging omtrent het bewijs.
Aanvulling bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
De bewezenverklaring komt mede te berusten op:
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2023 (dossierpagina’s 86 en 87), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Naar aanleiding van het onderzoek Port Louis, met Summ-lt registratienummer LBRBD22022 deed ik onderzoek in de data van onderstaande gegevensdragers.
GEGEVENSDRAGER:
GOED, Hard Disk uit Acer Computer 22-0310-002
Inbeslagname nummer: 738240
DRS Goednummer: 22-0310-002-01
Merk en type: Seagate
Periode:
Kinderpornografische afbeeldingen:
- van 247.785 bestanden, geclassificeerd als kinderpornografisch, kon worden vastgesteld dat zij in de periode 07-05-2015 - 02-10-2022 op de onderzochte gegevensdrager waren opgeslagen, de zogenaamde “Created Date”.
Dierenpornografische afbeeldingen:
- van 10 bestanden, geclassificeerd als dierenpornografisch, kon worden vastgesteld dat zij in de periode 21-10-2016 - 06-08-2019 op de onderzochte gegevensdrager waren opgeslagen, de zogenaamde “Created Date”.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2023 (dossierpagina’s 88 en 89), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Naar aanleiding van het onderzoek Port Louis, met Summ-lt registratienummer LBRBD22022 deed ik onderzoek in de data van onderstaande gegevensdragers.
GEGEVENSDRAGER:
GOED, Hard Disk Drive
Inbeslagname nummer: 738234
DRS Goednummer: 22-0310-004
Merk en type: Western Digital, Elements
Periode:
Kinderpornografische afbeeldingen:
Van de bestanden waarvan kon worden achterhaald wanneer zij op de onderzochte
gegevensdrager waren opgeslagen, de zogenaamde “Created Date”, bleek het onderstaande:
- 13.248 afbeeldingen, geclassificeerd als kinderpornografisch waren op 24 januari 2015 op de onderzochte gegevensdrager opgeslagen;
- 901 afbeeldingen, geclassificeerd als kinderpornografisch waren op 31 januari 2015 op de onderzochte gegevensdrager opgeslagen;
- 45.075 afbeeldingen, geclassificeerd als kinderpornografisch waren op 10 juni 2017 op de onderzochte gegevensdrager opgeslagen.
Dierenpornografische afbeeldingen:
Van de bestanden waarvan kon worden achterhaald wanneer zij op de onderzochte
gegevensdrager waren opgeslagen, de zogenaamde “Created Date", bleek het onderstaande:
- 3 afbeeldingen, geclassificeerd als dieren pornografisch waren op 10 juni 2017 op de onderzochte gegevensdrager opgeslagen.
Het proces-verbaal van politieverhoor d.d. 23 januari 2023 (dossierpagina 107), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
O = opmerking verbalisant
V = vraag verbalisant
A = antwoord verdachte
O: Tijdens de doorzoeking van jouw woning aan [adres 2] , troffen wij aan de wanden en verspreid over de hele 2de etage een grote hoeveelheid kinderpornografische foto’s met daarop poserende pre puberale meisjes afgebeeld. Hiermee hebben we 12 verhuisdozen grotendeels gevuld met circa 7.200 kinderpornografische foto’s (voorwerpnummer LBRBD22022-738255).
V: Hoe kom je aan deze foto's
A: Dat is allemaal van internet en heb ik uitgeprint.
Het proces-verbaal van de in de zaak gehouden terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 september 2024, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik de in de bewezenverklaring van de rechtbank genoemde kinder- en dierenporno heb verworven en in bezit heb gehad. Het klopt dat ik heel veel afbeeldingen in mijn bezit had.
Het hof schrapt in het vonnis waarvan beroep het bewijsmiddel met voetnoot 2 ‘
De toestemming doorzoeking d.d. 5 oktober 2022, pagina 16’ op pagina 3 van het vonnis.
Het hof vervangt de overweging in het vonnis op pagina 2 en 3 onder het kopje “vormverzuim, onrechtmatig binnentreden, bewijsuitsluiting” de tekst die begint met “
De bewijsmiddelen in onderhavige zaak” tot en met “
het verlenen van zijn toestemming niet heeft overzien, is niet gebleken”.
Door:
Het hof zal, naar aanleiding van de door de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweren, het vonnis waarvan beroep verbeteren en aanvullen met de navolgende overweging omtrent de rechtmatigheid van het bewijs.
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten onder 1 en 2. Daartoe is - op gronden zoals verwoord in de pleitnota - aangevoerd dat sprake is van onrechtmatig binnentreden, zowel op 13 augustus 2022 als op 5 oktober 2022, en op die laatste dag ook van een onrechtmatige doorzoeking. Op 13 augustus 2022 zou zijn binnengetreden op grond van artikel 8:2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), terwijl niet aan de vereisten van dat wettelijk voorschrift is voldaan. Er is aan de verdachte ook niet om toestemming gevraagd en de in het proces-verbaal van de politie genoemde machtiging tot binnentreden ontbreekt in het dossier. Omdat op 13 augustus 2022 niet rechtmatig is binnengetreden mag dat wat toen door de politie is waargenomen niet bijdragen aan het bewijs. Daardoor ontbreekt op 5 oktober 2022 een verdenking. Bovendien heeft de politie eerst nadat die dag is binnengetreden het doel van haar komst aan de verdachte medegedeeld. De verdachte heeft vervolgens niet begrepen waarvoor hij aan de politie schriftelijk toestemming heeft verleend. Deze onherstelbare vormverzuimen dienen naar de mening van de verdediging te leiden tot bewijsuitsluiting en derhalve tot vrijspraak.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit het proces-verbaal van bevindingen op dossierpagina’s 12 en 13 volgt dat op 13 augustus 2022 door verbalisanten in verband met de zoektocht naar een vermiste minderjarige de woning van de verdachte is betreden op grond van de “Wet verplichte zorg” (het hof begrijpt: de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg). Nadat aan de verdachte het doel van het bezoek is medegedeeld, heeft hij toestemming verleend om in de woning te kijken, waarbij de verdachte heeft medegedeeld dat hij wist wie het vermiste meisje was en dat zij niet in zijn woning aanwezig was.
Het hof concludeert op grond van wat hiervoor is overwogen dat op 13 augustus 2022 geen sprake was een strafvorderlijk binnentreden en dat de verdachte – nadat hij van het doel van het binnentreden in kennis was gesteld – heeft ingestemd met het door de politie kijken in zijn woning of de vermiste minderjarige zich daar (daadwerkelijk niet) ophield. Bij deze gelegenheid zijn door de politie in de woning van de verdachte waarnemingen gedaan die de grondslag hebben gevormd voor het binnentreden en doorzoeken van verdachtes woning op 3 oktober 2022. Er werden op muren van een als woonkamer ingerichte kamer op de tweede etage afbeeldingen van naakte, jonge kinderen gezien waarbij de geslachtsdelen duidelijk zichtbaar waren. Het hof is niet gebleken van enige onrechtmatigheid bij dit (met toestemming van verdachte) rondkijken in de woning.
Vervolgens is op 3 oktober 2022 een machtiging tot het binnentreden van een woning voor doorzoeking en inbeslagneming van gegevensdragers afgegeven door de hulpofficier van justitie (dossierpagina 14). Er was op dat moment sprake van een verdenking. Uit het proces-verbaal binnentreden woning op dossierpagina’s 17 en 18 volgt dat op 5 oktober 2022, op het moment dat de verdachte bij zijn woning aankwam en dus voorafgaand aan het binnentreden, de politie zich tegenover de verdachte heeft gelegitimeerd, hem de machtiging tot binnentreden heeft laten lezen en aan de verdachte heeft meegedeeld dat in de woning zou worden verteld waarover het zou gaan. Vervolgens heeft de verdachte de verbalisanten binnengelaten. In het dossier bevindt zich een door de verdachte getekende schriftelijke ‘toestemming doorzoeking woning, garage, bedrijfspand en vervoermiddel(en)’ d.d. 5 oktober 2022, waaruit volgt dat de verdachte uitdrukkelijk toestemming heeft verleend aan het team bestrijding kinderporno en kindersekstoerisme om zijn woning en garage stelselmatig te onderzoeken, waaronder begrepen het instellen van onderzoek in kasten, laden en andere voorwerpen en ruimten geschikt en/of gebruikt voor het bewaren c.q. opslaan van goederen (dossierpagina 16).Bij de hierop volgende doorzoeking werden de in de tenlastelegging genoemde gegevensdragers en afbeeldingen aangetroffen en in beslag genomen.
Het hof ziet geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van hetgeen door de verbalisanten is gerelateerd. Van enige aanwijzing dat de verdachte de strekking van de bezoeken van de verbalisanten en de gevolgen van het verlenen van zijn toestemming niet zou hebben begrepen of niet heeft overzien, is het hof niet gebleken. Gelet op wat hiervoor is overwogen is het hof dan ook van oordeel dat zich op 13 augustus 2022 noch op 5 oktober 2022 een onrechtmatigheid heeft voorgedaan bij het betreden, rondkijken en/of doorzoeken van verdachtes woning. Daarom is geen sprake van enig vormverzuim. Het gevoerde verweer strekkende tot bewijsuitsluiting subsidiair strafvermindering wordt dan ook verworpen.
De gevoerde verweren in hoger beroep vinden voor het overige reeds hun weerlegging in het door het hof te bevestigen vonnis en behoeven naar het oordeel van het hof geen nadere bespreking.
Op te leggen sancties
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen. Dat betekent dat aan de verdachte volgens de advocaat-generaal een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk dient te worden opgelegd, met een proeftijd van drie jaren en bijzondere voorwaarden alsmede de maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging heeft het hof verzocht om aan de verdachte een taakstraf van 240 uur op te leggen in combinatie met bij voorkeur één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf en voor het overige te volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaren en met bijzondere voorwaarden.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Zij gaan als vertrekpunt bij een gewoonte maken van het bezit van kinderporno uit van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar. Factoren die daarnaast van invloed zijn op de hoogte van de op te leggen straf zijn volgens deze oriëntatiepunten onder meer het aantal afbeeldingen, de periode waarin de verzameling van afbeeldingen is opgebouwd, de leeftijd van de slachtoffers, de aard van de afbeeldingen, het herhalingsgevaar en de bereidheid bij de verdachte tot gedragsverandering, erkenning en inzicht in de problematiek van het gedrag. Voor het bezit van dierenporno zijn geen oriëntatiepunten beschikbaar.
Meer in het bijzonder overweegt het hof het navolgende.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van maar liefst 7 jaar schuldig gemaakt aan – kort gezegd – het verzamelen en in bezit hebben van kinder- en dierenporno. Op de gegevensdragers en in de woning van de verdachte is een uitzonderlijk grote hoeveelheid kinderporno en dierenporno aangetroffen. De kinderen op deze afbeeldingen zijn soms schrikbarend jong, soms zelfs nog baby. Tevens zijn er zogenaamde hardcore kinderporno afbeeldingen aangetroffen, afbeeldingen van de zwaarste soort, waarbij kinderen worden verkracht, gemarteld en vastgebonden. Dit gaat ieder voorstellingsvermogen te boven. Medewerkers van de politie die deze afbeeldingen moeten beoordelen, mogen deze werkzaamheden slechts een bepaalde tijd uitoefenen en aan hen worden deze afbeeldingen gefaseerd getoond, omdat het anders te belastend is. De wereld die schuil gaat achter iedere foto is weerzinwekkend. Voor de productie van kinderporno worden kinderen verkracht, uitgebuit en mishandeld. Door deze afbeeldingen en video’s te downloaden heeft de verdachte aan dit misbruik bijgedragen en dit misbruik mede in stand gehouden. De misbruikte kinderen houden hier zeer ernstig lichamelijk en geestelijk letsel aan over. Daarom is het van groot belang om niet alleen de makers van deze gruwelijke vorm van porno aan te pakken, maar ook degenen die dit downloaden en in hun bezit hebben. De verdachte heeft zich van het vorenstaande kennelijk geen rekenschap gegeven en zich slechts laten leiden door zijn eigen belangen. Het hof ziet in voornoemde omstandigheden – in het bijzonder in de aard en ernst en hoeveelheid van de aangetroffen kinderporno – redenen om naar boven af te wijken van voornoemd oriëntatiepunt.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof bij de strafoplegging gelet op het volgende.
Uit de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 11 juli 2024, betrekking hebbende op het justitieel verleden van de verdachte, blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk voor strafbare feiten is veroordeeld.
In het te bevestigen onderdeel ‘5 Strafbaarheid van de verdachte’ van het vonnis van de rechtbank wordt ingegaan op de rapportage die door psycholoog drs. [psycholoog] op 10 augustus 2023 over de verdachte is uitgebracht. Het hof is gelet op die bevindingen en het advies van de deskundige, met de rechtbank, van oordeel dat de feiten aan de verdachte in verminderende mate zijn toe te rekenen. Bij de bepaling van de straf is hiermee rekening gehouden.
Het recidiverisico wordt door de psycholoog als hoog ingeschat. De genoemde delictfactoren zijn nog steeds aanwezig. De verdachte heeft geen probleembesef of -inzicht. De verdachte heeft daarom een behandeling nodig die zich allereerst dient te richten op toename van het probleembesef en probleeminzicht. Behandeling via een forensisch psychiatrische polikliniek en ondersteuning door een forensisch FACT-team zijn
aangewezen. De psycholoog adviseert voorts deze behandeling te laten plaatsvinden binnen
het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf.
Een en ander wordt bevestigd door de maatschappelijk werker die door de verdachte in hoger beroep is meegenomen naar de terechtzitting. Volgens de maatschappelijk werker, die de verdachte inmiddels een half jaar begeleidt, heeft de verdachte (ook nu nog) geen inzicht in zijn problemen. Hij moet behandeld en begeleid worden, zowel in verband met de kinderporno als zijn (alcohol)verslavingsproblemen.
De reclassering heeft op 12 oktober 2023 een advies over de verdachte uitgebracht. Bij een veroordeling worden verschillende bijzondere voorwaarden geadviseerd, waaronder ambulante behandeling, het meewerken aan mindelencontroles en het vermijden van contact met minderjarigen en kinderporno. De verdachte heeft zich in hoger beroep bereid verklaard zich aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te houden.
Alles afwegende acht het hof, met de rechtbank en de advocaat-generaal, - in het bijzonder gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde – de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. In hetgeen ter terechtzitting door de verdediging is aangevoerd ziet het hof geen aanleiding om te komen tot een andere beslissing dan de rechtbank.
Met oplegging van een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf zal het hof de bijzondere voorwaarden verbinden zoals door de reclassering is geadviseerd. Met deze deels voorwaardelijke straf beoogt het hof de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst wederom schuldig te maken aan (soortgelijke) strafbare feiten en als stok achter de deur voor de verdachte om de voorgestelde behandeling te volgen.
Maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht
Ter bescherming van de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen kan een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (38z Sr) worden opgelegd als de verdachte wordt veroordeeld tot een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf wegens een misdrijf als bedoeld in onder meer 240b Sr, zijnde feit 1 in deze zaak en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
Gelet op de aard van de bij de verdachte bestaande stoornissen zijn naar het oordeel van het hof langdurige waarborgen met het oog op toekomstige risico’s ten aanzien van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, noodzakelijk. Daarom acht het hof het ter beveiliging van de maatschappij noodzakelijk om naast de deels voorwaardelijke gevangenisstraf de maatregel als bedoeld in 38z Sr op te leggen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om indien nodig aan de verdachte, na afloop van de proeftijd, ter voorkoming van recidive, binnen een dwangkader gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38z, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en maatregel en doet in zoverre opnieuw recht:
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
a. de veroordeelde meldt zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij SVG Reclassering Mondriaan op het adres [adres 3] (telefoonnummer: [telefoonnummer] ) en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
b. de veroordeelde laat zich behandelen door [zorgverlener] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
c. de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
d. de veroordeelde zoekt of neemt op geen enkele wijze contact op met minderjarigen;
e. de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen,
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen,
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
de veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde onder a tot en met e gestelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder e vermelde bijzondere voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers; de verdachte werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek; deze controles mogen gedurende de proeftijd van 3 jaren maximaal 3 keer worden uitgevoerd en mogen voor zover dit het gedrag bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje van de onder e gestelde voorwaarde betreft slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden en kan een hulpmiddel worden gebruikt dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
legt aan de verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige en met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. S.V. Pelsser, voorzitter,
mr. drs. M.C.C. van de Schepop en mr. R.G.A. Beaujean, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.C.J.M. Hillebrandt, griffier,
en op 20 september 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.