Het hof acht het in het belang van de kinderen noodzakelijk dat de vader alleen het gezag over de kinderen toekomt, zodat beslissingen over de kinderen met voldoende voortvarendheid kunnen worden genomen. Dit is in het bijzonder van belang omdat [minderjarige 2] en [minderjarige 1] twee kwetsbare kinderen zijn die al veel hebben meegemaakt en vanuit hun verleden te kampen hebben met traumagerelateerde problematiek. Het is noodzakelijk dat (verdere) hulpverlening zonder vertraging kan worden ingezet. Alhoewel de moeder het recht heeft om kritisch te zijn, is gebleken dat zij voortdurend beslissingen aangaande het gezag over de kinderen ter discussie stelt en tegenwerkt en dat het haar niet lukt om in het kader van die beslissingen het belang van de kinderen op de eerste plaats te stellen. Zo zijn er de afgelopen jaren problemen geweest met het verkrijgen van toestemming van de moeder voor de inschrijving bij de huisarts van de vader, de overschrijving van de zorgverzekering, het aanvragen van identiteitsbewijzen, vakanties in het buitenland en de inschrijving van de kinderen op een basisschool in de buurt bij de vader.
De moeder lijkt continu in de strijdmodus te staan en haar eigen belang op de eerste plaats te stellen. Dit houdt mogelijk verband met de problematiek waarmee de moeder te kampen heeft. Uit de stukken komt naar voren dat er bij de moeder sprake is van langdurige instabiliteit, waardoor haar eigen problemen bepalend zijn voor haar functioneren.
Weliswaar spant de moeder zich in om aan haar problematiek te werken, maar zij heeft nog een lange weg te gaan. De behandeling voor haar traumagerelateerde problematiek is afgerond, maar het is belangrijk dat de moeder verder aan de slag gaat met haar overige (emotieregulatie/persoonlijkheids) problematiek. Dit wordt ook geadviseerd door de GGZ en inmiddels zou de moeder hiermee ook zijn gestart. Dit zal de nodige tijd kosten.
Het hof onderschrijft het standpunt van de GI en de raad dat een traject om samen met de vader aan hun onderlinge communicatie te werken pas zinvol is als de moeder haar eigen problemen daadwerkelijk onder controle heeft en zij een intensief behandeltraject met succes heeft afgerond. Op dit moment is de moeder nog niet in staat om op een constructieve wijze te communiceren. Zo heeft zij zich medio februari nog dreigend uitgelaten over de jeugdzorgwerker in een gesprek met [instantie].
Er is geen grond om aan te nemen dat de vader de moeder buiten spel zal zetten, wanneer hij alleen het gezag over de kinderen heeft. De moeder kiest er vanuit haar wantrouwen zelf voor om zich afzijdig te houden. Het is de moeder uitdrukkelijk toegestaan om contact op te nemen met de school, de zorgboerderij en de therapeut van de kinderen en dit wordt ook in het belang van de kinderen geacht, omdat zij hierdoor beter in staat zal zijn om bij de kinderen aan te sluiten en zij minder het gevoel zal hebben om aan de zijlijn te staan. De moeder kiest er evenwel voor om dit contact niet te leggen.
Alhoewel er prille ontwikkelingen worden gezien in de contacten tussen de moeder en de kinderen, is er op dit moment nog een beperkte regeling, waarbij er twee uur per twee weken begeleid contact plaatsvindt.