Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/404569 / HA ZA 22-671)
2.Het geding in hoger beroep
- de appeldagvaarding, tevens incident strekkende tot schorsing van de uitvoerbaarheid van voorraad;
- de akte overlegging productie van [appellante] ;
- de antwoordconclusie in het incident van de curator;
- de memorie van grieven.
3.De beoordeling
- voor recht verklaard dat de rangwisselingen tussen de Stichting en [appellante] in 2019 en 2020 op de voet van artikel 42 Fw zijn vernietigd;
- [appellante] veroordeeld om bij akte afstand te doen van de overeengekomen rangwisselingen en die in te doen schrijven in de daartoe bestemde openbare registers van het kadaster.
- de curator in het faillissement van [het Landgoed] ([naam]) veroordeeld om de (gevolgen van de) afstanddoening te gehengen en te gedogen;
- [appellante] veroordeeld tot betaling aan de curator van € 23.114,29 voor kosten van vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
risicokan worden gesproken. Uit hetgeen de curator heeft aangevoerd, valt af te leiden dat bijna zeker is dat de curator, indien [appellante] in hoger beroep alsnog gelijk krijgt, [appellante] niet zal kunnen terugbetalen.