GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 3 oktober 2024
Zaaknummers: 200.342.858/01, 200.342.858/02, 200.343.080/01 en 200.343.080/02
Zaaknummer 1e aanleg : C/01/404658/ JE RK 24-721
in de zaken in hoger beroep van:
met zaaknummers 200.342.858/01 en 200.342.858/02
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. J.J. Geuze,
Stichting Jeugdbescherming Brabant,
gevestigd te [vestigingsplaats] en mede kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI).
met zaaknummers 200.343.080/01 en 200.343.080/02
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. M. Koppelmans-de Goeij,
Stichting Jeugdbescherming Brabant,
gevestigd te [vestigingsplaats] en mede kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI).
Deze zaken gaan over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] .
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
in de zaak met zaaknummers 200.342.858/01 en /02
- de vader;
in de zaak met zaaknummers 200.343.080/01 en /02
- de moeder.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: de Raad voor de Kinderbescherming, locatie [locatie] , hierna te noemen: de raad.