ECLI:NL:GHSHE:2024:3082
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet voldoen aan vereisten van artikel 450 Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor diefstal. Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit gebeurde omdat het hoger beroep niet was ingesteld conform de vereisten van artikel 450 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De advocaat-generaal had primair gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren, omdat de akte van hoger beroep niet voldeed aan de wettelijke eisen. De advocaat-generaal had ook een subsidiaire vordering ingediend om het vonnis van de politierechter te vernietigen, maar het hof oordeelde dat de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep voorrang had.
Het hof stelde vast dat de volmacht die door de raadsvrouw was ingediend niet voldeed aan de eisen van artikel 450 Sv. De schriftelijke volmacht van de advocaat aan de griffiemedewerker om hoger beroep in te stellen voldeed niet aan de voorwaarden, omdat de verdachte of een gemachtigde raadsman niet ter terechtzitting in hoger beroep was verschenen. Hierdoor kon het hof de geconstateerde verzuimen niet voor gedekt houden.
Uiteindelijk heeft het hof, in lijn met de vordering van de advocaat-generaal, besloten dat de verdachte niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep.