Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (feit 1) en
- diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak (feit 2),
hij op of omstreeks 13 september 2019 te Sleeuwijk, gemeente Altena, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid horloges en/of sieraden (totaal ter waarde van 8.083,00 Euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
(dossierpagina’s 56-57).Voorts heeft de politie gerelateerd dat de dader, die telkens als eerste de winkels betrad, het detectiepoortje in de kledingwinkel [benadeelde 4] heeft aangeraakt
(dossierpagina’s 32-33).Op de voor-, achterzijde en zijkant van het linker detectiepoortje in de kledingwinkel [benadeelde 4] werden bloed- en veegsporen aangetroffen, welke werden bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van DNA-celmateriaal. Deze bemonsteringen werden gewaarmerkt, veiliggesteld en inbeslaggenomen voor DNA-onderzoek (SIN AANB9958NL, SIN AANB9957NL en SIN AANB9956NL)
(dossierpagina’s 44-47).De bemonstering met SIN AANB9958NL is door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) getest. Volgens het NFI bevatte de bemonstering celmateriaal afkomstig van de verdachte
(dossierpagina 51).De rechtbank heeft aan het voorgaande de conclusie verbonden dat de verdachte, middels het DNA-profiel en hetzelfde kledingsignalement, degene is die beide winkels als eerste heeft betreden. De rechtbank heeft echter de constatering door de technische recherche niet in ogenschouw genomen. De technische recherche heeft gerelateerd dat het mogelijk is dat de vier verdachten het detectiepoortje vaker hebben aangeraakt terwijl dat niet duidelijk zichtbaar is op de camerabeelden. Dit omdat de camerabeelden niet duidelijk zijn en zij soms ook langs elkaar heen lopen als zij het detectiepoortje passeren
(dossierpagina 56).Tot slot heeft de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 4 september 2024 weliswaar bekend dat hij betrokken is geweest bij de inbraak in de kledingwinkel [benadeelde 4] (feit 2), maar niet dat hij de persoon was die de winkel als eerste en met een moker heeft betreden. Op basis van het voorgaande kan niet de conclusie worden getrokken dat het onderzochte bloedspoor van de persoon met de sportbroek met een zwarte streep op de linker bovenzijde was en kan aldus eveneens niet worden bewezen dat de verdachte, middels het DNA-onderzoek, deze persoon was. Op deze manier kan de verdachte dus niet gelinkt worden aan de ramkraak (feit 1), aldus de raadsman.