In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1993 en wonende in de gemeente Land van Cuijk, was eerder vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, namelijk het motorrijden in een stiltegebied, wat in strijd is met artikel 1.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld, waarna het hof de zaak opnieuw heeft beoordeeld.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 januari 2022 met een motorvoertuig in het stiltegebied Ullingse Bergen heeft gereden, wat verboden was. De verdachte heeft aangevoerd dat hij geen borden heeft gezien die hem waarschuwden voor het stiltegebied. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte, ondanks zijn verklaring, voldoende had moeten opletten op de bebording en had moeten weten dat hij zich in een stiltegebied bevond. Het hof heeft de schrijffout in de tenlastelegging gecorrigeerd en de verdachte alsnog schuldig bevonden aan de overtreding.
De straf die het hof heeft opgelegd is een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die als 'first offender' wordt beschouwd en geen eerdere veroordelingen heeft. De verdachte heeft verklaard dat hij zich bewust is van de regels omtrent stiltegebieden en niet van plan is om opnieuw in overtreding te gaan. Het hof heeft de eerder opgelegde strafbeschikking vernietigd en het vonnis waarvan beroep vernietigd, waarbij het hof opnieuw recht heeft gedaan.