Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[de moeder], wonende te [woonplaats] , bijgestaan door mr. G.A. Verstijnen, hierna te noemen: de moeder;
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de afwijzing van een verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017. De Raad voor de Kinderbescherming had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 mei 2024 te vernietigen, waarin het verzoek tot ondertoezichtstelling was afgewezen. De moeder van [minderjarige], bijgestaan door haar advocaat mr. G.A. Verstijnen, verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 augustus 2024 werd duidelijk dat [minderjarige] bij zijn moeder woont en dat de vader op 27 juni 2023 is overleden. De Raad stelde dat er een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van [minderjarige] is, vooral door de invloed van zijn halfbroers en het schoolverzuim. De moeder betwistte deze claims en stelde dat [minderjarige] goed functioneert en dat er geen sprake is van een bedreiging in zijn ontwikkeling.
Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat [minderjarige] in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De zorgen van de Raad werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd. Het hof concludeerde dat de situatie bij de moeder verbeterd is en dat zij in staat is om de nodige hulp te organiseren indien dat nodig mocht zijn. Daarom werd de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en werden de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.