Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
datum beslissing: 13 september 2024
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de verschoningskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 september 2024 een verzoek om verschoning toegewezen. De verzoekster, mr. S.V. Pelsser, is raadsheer bij het gerechtshof en was eerder betrokken bij de behandeling van de strafzaak in eerste aanleg. Dit leidde tot een objectief aanknopingspunt voor de schijn van partijdigheid, aangezien zij deel uitmaakte van de kamer die besliste over de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verzoekster heeft op 12 september 2024 een schriftelijk verzoek ingediend op basis van artikel 517 van het Wetboek van Strafvordering, waarin zij aangeeft dat zij niet in staat is om de zaak in hoger beroep te behandelen vanwege haar eerdere betrokkenheid.
De verschoningskamer oordeelt dat een mondelinge behandeling van het verzoek niet nodig is en dat de omstandigheden voldoende zijn om het verzoek toe te wijzen. De kamer benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, maar dat uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. In dit geval is de betrokkenheid van verzoekster in de eerdere fase van de zaak een zwaarwegende aanwijzing voor de schijn van partijdigheid, wat de beslissing om het verzoek toe te wijzen rechtvaardigt.
De beslissing houdt in dat verzoekster zich mag verschonen van de behandeling van de strafzaak van de verdachte, met parketnummer [parketnummer]. De beslissing is openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over deze uitkomst.