Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
29 november 2023;
3.De beoordeling
Hoewel [minderjarige] de wens heeft uitgesproken om de moeder alleen met het gezag over haar te belasten, is het hof er niet van overtuigd dat [minderjarige] de gevolgen van een mogelijke toewijzing van het verzoek op dit moment voldoende kan overzien. Daarbij weegt mee dat niet uitgesloten wordt, zoals zowel de moeder als de GI en de raad vermoeden, er meer achter de wens van [minderjarige] zit en het eigenlijk een schreeuw om haar vader is. Nog daargelaten wat de exacte reden van de wens van [minderjarige] is, acht het hof het gelet op alle hiervoor genoemde feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien niet in het belang van [minderjarige] om de moeder nu met het eenhoofdig gezag over haar te belasten. Dit klemt te meer nu de moeder daar in wezen nu ook niet helemaal achter staat omwille van het belang van [minderjarige] .