Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum ] 2015 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
De moeder wil de vader niet buiten spel zetten. Het is voor [minderjarige] van belang dat hij met beide ouders een onbelast contact heeft en dat er een vaste omgangsregeling is die wordt nagekomen.
Het contact met de vader is onvoorspelbaar. Hij heeft één keer per veertien dagen omgang met [minderjarige] , maar het lukt de vader niet om dit goed in te plannen in zijn agenda. Het gebeurt dan wel eens dat de omgang niet doorgaat, bijvoorbeeld omdat de vader een vakantie tijdens het omgangsmoment heeft gepland. Ook heeft de vader, toen hij [minderjarige] niet mee mocht nemen naar Bobbejaanland, ervoor gekozen om de omgang helemaal niet door te laten gaan. De vader verdraagt geen visie die anders is dan de zijne. Wanneer dingen met de vader afgestemd moeten worden kan hij vijandig reageren.
Voorkomen moet worden dat de ouders met elkaar in gesprek moeten. Dit zou alleen maar strijd opleveren omdat zij niet met elkaar kunnen communiceren. De vader wil geen enkele ondersteuning ter verbetering van het contact met de moeder.
Het blijft van belang dat er goed contact is tussen de vader en [minderjarige] en dat de vader over [minderjarige] geïnformeerd wordt. De ondertoezichtstelling kan pas beëindigd worden op het moment dat de omgang beter verloopt.
De vader staat achter de plaatsing van [minderjarige] bij [instantie] . Het contact tussen de vader en [instantie] verloopt goed en hij laat zich door hen informeren over [minderjarige] .
4.De beslissing
21 december 2023;