Uitspraak
GERECHTSHOF ‘S-HERTOGENBOSCH
1.De zaak in het kort
- de kinderen verblijven in de even weken bij de vader van maandag na school tot woensdag voor school;
- de kinderen verblijven in de oneven weken bij de vader van vrijdag na school tot dinsdag voor school;
- de vakantieregeling en regeling voor bijzondere dagen worden voortgezet zoals vermeld onder 4.2. van het verzoekschrift.
- welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken komt het meest tegemoet aan de belangen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en hoe dient die regeling qua aard, duur en frequentie te worden vormgegeven?
- is hulpverlening nodig? Zo ja, ten behoeve van wie en met welk doel?
- welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld en zijn wel van belang om in de rapportage en het advies te vermelden?
Iedere verdere beslissing is pro forma aangehouden tot 18 november 2024.
2.Het verloop van de procedure
- het V6-formulier d.d. 5 juli 2024, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- de pleitnota die de advocaat van de moeder tijdens de mondelinge behandeling heeft overgelegd en voorgedragen;
- de pleitnota die de advocaat van de vader tijdens de mondelinge behandeling heeft overgelegd en voorgedragen.
- de moeder, bijgestaan door mr. Frenken;
3.De feiten
- [minderjarige 1] Jacobs, geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] Jacobs, geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] .
4.Het geschil
In de bestreden beschikking is er sprake van zowel een feitelijke als juridische misslag.
Daarnaast is er sprake van een feitelijke misslag doordat er een voorlopige zorgregeling is vastgesteld die inhoudt dat de kinderen in de even weken bij de vader verblijven van maandag na school tot woensdag voor school en in de oneven weken bij de vader verblijven van vrijdag na school tot dinsdag voor school. De even weken maandag na school tot woensdag voor school betreft echter dezelfde dagen als de dinsdag voor school die aan het weekend van de oneven week is vastgeplakt. Verder begint de zorgregeling in de oneven weken op vrijdag, terwijl de vader dit niet heeft verzocht. Ook in zoverre is er dus sprake van een misslag van de rechtbank.
Hoewel de moeder onder druk van de vader op dit moment meewerkt aan een praktische uitvoering van de bestreden beschikking, weegt het belang van de moeder en kinderen bij schorsing zwaarder dan het belang van de vader bij handhaving van de huidige situatie. De kinderen waren gewend aan de zorgregeling die al vier jaar werd uitgevoerd. In die zorgregeling was er sprake van goed en uitgebreid contact met de kinderen van de echtgenote van de moeder.
Uit het feit dat de rechtbank tweemaal het verzoek van de moeder tot het geven van een herstelbeschikking heeft afgewezen, volgt al dat er geen sprake is van een kennelijke of feitelijke misslag. Daarnaast was het voor de moeder duidelijk dat het verzoek van de vader tot vaststelling van de zorgregeling een wijziging van de bestaande regeling inhield. De vader heeft de moeder op 14 september 2023 verzocht in te stemmen met het ouderschapsplan waarin de gewijzigde regeling was opgenomen. De moeder heeft niet inhoudelijk gereageerd op dit verzoek. Daarom heeft de vader besloten het verzoekschrift tot vaststelling van de zorgregeling in te dienen. In dit inleidend verzoekschrift is inderdaad abusievelijk opgenomen dat de verzochte regeling de regeling was die op dat moment door partijen werd uitgevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling bij de rechtbank is echter nadrukkelijk aan de orde gekomen dat de vader de bestaande zorgregeling wilde wijzigen zodat de kinderen tijd met alleen de moeder konden doorbrengen. De bestaande zorgregeling bracht de kinderen te veel onrust, onder meer vanwege de drukte en ruzies in het samengestelde gezin van de moeder. De kinderen hebben bij de vader herhaaldelijk aangegeven in het weekend te weinig contact met de moeder te hebben.
Ook een belangenafweging kan niet leiden tot toewijzing van het schorsingsverzoek. De kinderen waren niet gewend aan de vorige zorgregeling. De communicatie tussen partijen is slecht en er is al enkele jaren onduidelijkheid over de zorgregeling. Sinds de wijziging van de zorgregeling zijn de kinderen veel socialer. De kinderen klagen daarnaast niet meer over ruzies en/of oneerlijk behandeld worden in de weekenden bij de moeder. Het is in het belang van de kinderen dat de huidige zorgregeling gehandhaafd blijft en niet weer wordt veranderd in afwachting van de definitieve beslissing van de rechtbank. Anders dan de moeder stelt, blijft er voldoende ruimte over om tijdens de periode dat de kinderen bij de moeder zijn, contact te hebben met de kinderen van de echtgenote van de moeder. Dat geldt voor iedere woensdagmiddag en dinsdagmiddag in de even weken en tijdens de feestdagen. Een gedeelte van de vakantie zijn ze niet meer samen omdat de echtgenote van de moeder een andere regeling is overeengekomen met haar ex-partner tijdens de zitting. Dat is de keuze geweest van de echtgenote van de moeder en kan de vader niet verweten worden.
5.Beoordeling
De onderhavige procedure, waar uitsluitend het schorsingsverzoek wordt beoordeeld, leent zich niet voor een diepgaand onderzoek naar deze inhoudelijke beweringen en standpunten van partijen. De weging en beoordeling hiervan dient plaats te vinden bij de behandeling van de hoofdzaak in hoger beroep. De moeder heeft in het kader van de beoordeling van het schorsingsverzoek onvoldoende onderbouwd, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van de vader, dat er op dit moment sprake is van een situatie die rechtvaardigt dat voor de duur van het hoger beroep de werking van de bestreden beschikking dient te worden geschorst.