Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- de aktes na tussenarrest van [appellante] en [geïntimeerde] van 28 mei 2024;
- het H2-formulier van 12 juni 2024 waarbij mr. Leliveld zich onttrekt als advocaat van [appellante];
- het H2-formulier van 13 juni 2024 waarbij mr. De Haas zich stelt als advocaat van [appellante].
9.De beoordeling
Welke informatie heeft [appellante], al dan niet op verzoek van [geïntimeerde], aangeleverd?”.[geïntimeerde] voert daartoe aan dat de ondernemer niet achterover mag leunen en dat informatie die door [appellante] is aangeleverd niet door [geïntimeerde] op hoeft te worden gevraagd. Daarbij is van belang dat mogelijk is dat [geïntimeerde] wel informatie heeft opgevraagd, maar dat [appellante] deze niet heeft aangeleverd.
“Hoe verhoudt zich de beoordeling van de afzonderlijke selectiecriteria door gedeputeerde staten tussen de aanvraag van [appellante] en de overige subsidieaanvragers, die tijdens dezelfde openstellingsperiode POP3-subsidie hebben aangevraagd over Fysieke investeringen duurzame innovaties (2018)?”. [geïntimeerde] voert aan dat indien zou blijken dat [geïntimeerde] tekort zou zijn geschoten de deskundige ook alle andere subsidieaanvragen uit dezelfde openstellingsronde moet beoordelen om te bezien of de andere aanvragen wel volledig waren.
“Indien aan [appellante] de subsidie zou zijn verleend, op welk bedrag zou deze dan zijn vastgesteld?”. [geïntimeerde] voert aan dat de schade niet per se bestaat uit de niet-verleende subsidie omdat die uitgaat van offertes en stelposten. De schade bestaat volgens [geïntimeerde] uit het bedrag waarop de subsidie zou zijn vastgesteld.
“Indien aan [appellante] de subsidie zou zijn verleend, zou deze zijn vastgesteld op het bedrag van € 196.145,99? Zo nee, op welk ander bedrag zou deze dan zijn vastgesteld?”.
10.De uitspraak
[telefoonnummer]