[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1976,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [locatie PI] .
De rechtbank heeft de onder 1 tot en met 10 tenlastegelegde feiten bewezenverklaard en deze feiten als volgt gekwalificeerd:
- feit 1 primair: verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 2 en met feit 3;
- feit 2 primair: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 1;
- feit 3 primair: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 1
- feit 4: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben, verspreiden en vervaardigen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte is gemaakt, en, een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- feit 5 primair: het plegen van ontucht door haar kind met een derde opzettelijk bevorderen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, in eendaadse samenloop met feit 10;
- feit 6 primair: verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 7 en met feit 8;
- feit 7 primair: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 6;
- feit 8 primair: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 6;
- feit 9 primair: verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
- feit 10 primair: mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273, eerste lid onder 2 omschreven feit de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 5.
De rechtbank heeft de verdachte hiervoor strafbaar verklaard en haar daarvoor veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest.
Voorts heeft de rechtbank een vibrator en twee dildo’s verbeurdverklaard en de onttrekking aan het verkeer gelast van de overige op de beslaglijst genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, kort samengevat een groot aantal computers c.q. computertoebehoren, telefoons en een fototoestel.
Tot slot heeft de rechtbank beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen.
De vordering van [benadeelde partij / slachtoffer1] is toegewezen tot een bedrag van € 100.148,65, waarvan € 70.000,00 hoofdelijk is toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 en met oplegging aan de verdachte van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer1] is in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard en de rechtbank heeft bepaald dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De vordering van [benadeelde partij / slachtoffer 2] is toegewezen tot een bedrag van € 75.148,65, waarvan € 50.000,00 hoofdelijk is toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 en met oplegging aan de verdachte van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 2] is in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard en de rechtbank heeft bepaald dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De vordering van [benadeelde partij / slachtoffer 3] is hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 5.226,53, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2013 en met oplegging aan de verdachte van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 3] is in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard en de rechtbank heeft bepaald dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Tot slot is de verdachte veroordeeld in de kosten van de benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot aan datum vonnis begroot op nihil.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 2] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 112.480,78, bestaande uit € 12.480,78 aan materiële schade en € 100.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Namens de benadeelde partij is ter terechtzitting in hoger beroep te kennen gegeven dat de vordering wordt verlaagd met € 332,13, nu de gevorderde verbouwingskosten niet worden gehandhaafd. Dit deel van de vordering is derhalve niet meer aan het oordeel van het hof onderworpen. Voor het overige heeft de benadeelde partij de vordering gehandhaafd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De rechtbank heeft de verdachte partieel vrijgesproken van het onder 4 tenlastegelegde, voor zover betrekking hebbend op de eerste 4 gedachtestreepjes (aangeduid als kinderpornografische afbeeldingen 1 tot en met 4, gevolgd door een filename). Verder heeft de rechtbank onder feit 9 uitsluitend bewezenverklaard dat de verdachte zich op één tijdstip in de periode van 11 januari 2013 tot en met 13 januari 2013 in België tezamen en in vereniging met [medeverdachte] heeft schuldig gemaakt aan verkrachting van [benadeelde partij / slachtoffer 3] .
De rechtbank heeft de verdachte partieel vrijgesproken van feit 9, voor zover betrekking hebbend op het (op tijdstippen) in de tenlastegelegde periode in Nederland verkrachten van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] .
Het hof is van oordeel dat deze partiële vrijspraken als beschermde vrijspraken moeten worden beschouwd.
Tegen het vonnis is bij akte van 2 augustus 2021 namens de verdachte onbeperkt hoger beroep ingesteld.
Ingevolge artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte geen hoger beroep open tegen het vonnis voor zover zij van het tenlastegelegde is vrijgesproken.
Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de beschermde deelvrijspraken van het onder feit 4 en feit 9 primair tenlastegelegde.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, al dan niet met verbetering van gronden, met uitzondering van de opgelegde straf en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, en de vorderingen van de benadeelde partijen geheel zal toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman van de verdachte heeft:
- met betrekking tot de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten bepleit dat een kortere periode bewezen dient te worden verklaard dan de door de rechtbank bewezenverklaarde periode;
- vrijspraak bepleit van het onder 9 tenlastegelegde;
- met betrekking tot het onder 10 tenlastegelegde vrijspraak bepleit van het onderdeel B ‘tegen betaling’;
- ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] :
o bepleit dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de gevorderde kosten die zijn genoemd onder ‘seksdiensten’;
o bepleit dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de gevorderde reiskosten en de gevorderde kosten voor de verbouwing van de kamer (alleen bij [benadeelde partij / slachtoffer 2] );
o matiging verzocht voor wat betreft de gevorderde immateriële schade;
- ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 3] ;
o primair bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard wegens de bepleite vrijspraak;
o subsidiair bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de gevorderde reiskosten en studiekosten en matiging verzocht voor wat betreft de immateriële schade;
- een strafmaatverweer gevoerd, waarbij is verzocht om een lagere gevangenisstraf op te leggen dan de door de rechtbank opgelegde straf;
- bepleit om geen maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Aan de verdachte is - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - tenlastegelegd dat:
1. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2008 tot en met 17 juni 2019 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij / slachtoffer1] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader(s) zijn, verdachte [medeverdachte] ’, vinger(s) en/of penis en/of een dildo en/of vibrator in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) met haar/zijn/hun geestelijk en fysiek overwicht op die [benadeelde partij / slachtoffer1] :
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB heeft/hebben gegeven en/of
- de fysieke aanrakingen geleidelijk aan opvoerde(n) van strelen en betasten naar seksuele handelingen, waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) door de opbouw het verzet kon(den) breken bij die [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of
- het aanmoedigde(n) dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alcohol zou gebruiken waardoor die [benadeelde partij / slachtoffer1] ontvankelijker werd voor de wensen van haar, verdachte, en/of haar mededader(s) en/of
- niet gebruikte(n) een condoom bij de seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of
- telkens benadrukte(n) het gegeven dat verdachte [medeverdachte] , de partner was van haar, verdachte, waarmee die [benadeelde partij / slachtoffer1] een vertrouwensband had opgebouwd en/of
- de omstandigheid dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] op zeer jonge leeftijd een relatie met verdachte [medeverdachte] opbouwde, waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [benadeelde partij / slachtoffer1] voorspiegelde(n) dat zij/hij van haar hield(en) en dat zij samen met de zus van die [benadeelde partij / slachtoffer1] een toekomst als gezin zouden opbouwen en/of
- bij die seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer1] glijmiddel heeft/hebben gebruikt
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij / slachtoffer1] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan, zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer1] het kind van haar, verdachte, was;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2008 tot en met 17 juni 2019 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij / slachtoffer1] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende verdachte [medeverdachte] /of zijn mededader(s) zijn, verdachte [medeverdachte] ’, vinger(s) en/of penis en/of een dildo en/of vibrator in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte [medeverdachte] , en/of zijn mededader(s) met zijn geestelijk en fysiek overwicht op die [benadeelde partij / slachtoffer1] :
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB heeft/hebben gegeven en/of
- de fysieke aanrakingen geleidelijk aan opvoerde(n) van strelen en betasten naar seksuele handelingen, waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s)door de opbouw het verzet kon(den) breken bij die [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of
- het aanmoedigden dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alcohol zou gebruiken waardoor die [benadeelde partij / slachtoffer1] ontvankelijker werd voor de wensen van die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of
- niet gebruikte(n) een condoom bij de seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of
- telkens benadrukte(n) het gegeven dat hij, verdachte [medeverdachte] , de partner was van de moeder van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , waarmee die [benadeelde partij / slachtoffer1] een vertrouwensband had opgebouwd en/of
- de omstandigheid dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] op zeer jonge leeftijd een relatie met die [medeverdachte] opbouwde, waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij / slachtoffer1] voorspiegelde(n) dat hij, verdachte [medeverdachte] , van haar hield en dat zij samen met de moeder en zus van die [benadeelde partij / slachtoffer1] een toekomst als gezin zouden opbouwen en/of
- steeds het initiatief nam(en) voor de seksuele handelingen, door met een hoge frequentie contact te zoeken met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en steeds die [benadeelde partij / slachtoffer1] te benaderen via social media en/of
- bij die seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer1] glijmiddel heeft/hebben gebruikt
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij / slachtoffer1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer1] in genoemde periode minderjarig was en aan de zorg of waakzaamheid van die [medeverdachte] was toevertrouwd,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 1] 2008 tot en met 17 juni 2019, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer1] voor het hebben van seks aan die medeverdachte [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer1] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- door op verzoek van die [medeverdachte] die [benadeelde partij / slachtoffer1] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB toe te dienen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat die [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer1] te verzaken en voornoemde verkrachtingen voort te laten duren;
2. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2008 tot en met [datum 4] 2012 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende haar mededader zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] geduwd/gebracht;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2008 tot en met [datum 4] 2012 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar, verdachtes’, kind, althans met een kind dat aan de zorg en/of waakzaamheid van die [medeverdachte] was toevertrouwd, met [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende die [medeverdachte] zijn, vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] geduwd/gebracht,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 1] 2008 tot en met [datum 4] 2012, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer1] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer1] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer1] te verzaken en voornoemd seksueel misbruik voort te laten duren;
3. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2012 tot en met [datum 4] 2016 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende [medeverdachte] zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] geduwd/gebracht;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2012 tot en met [datum 4] 2016 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar, verdachtes’, kind, althans met een kind dat aan de zorg en/of waakzaamheid van die [medeverdachte] was toevertrouwd, met [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren 4- 8-2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende die [medeverdachte] zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] geduwd/gebracht,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 1] 2012 tot en met [datum 4] 2016, in Nederland en/of België, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer1] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer1] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer1] te verzaken en voornoemd seksueel misbruik voort te laten duren;
4.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen afbeelding(en) (foto's) en/of videobestanden van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) en/of videobestanden (telkens) een persoon of personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad
op of omstreeks 17 juni 2019 in Nederland een (groot aantal) (in ieder geval 625 of daaromtrent) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) (te weten een USB-stick en/of harde schijf en/of telefoon), bevattende een of meer afbeeldingen en/of videobestanden van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) en/of videobestanden (telkens) een persoon of personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken in bezit heeft gehad, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer sectors_ [nummers] (snapshots))
van welk(e) misdrijf/misdrijven zij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2015 tot [datum 1] 2018 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) het plegen van ontucht door haar minderjarig kind, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), met derden opzettelijk heeft bevorderd en/of teweeggebracht, door met dat opzet meermalen, althans eenmaal,
- via KIK, althans via (enig) dataverkeer/internet, met derden af te spreken op parkeerplaatsen en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] mee te (laten) nemen naar voornoemde parkeerplaatsen en/of (paren)clubs, en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap met die [benadeelde partij / slachtoffer1] ,
van welk(e) misdrijf/misdrijven zij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2015 tot [datum 1] 2018 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) het plegen van ontucht door haar minderjarig kind, althans een kind dat aan de zorg en/of waakzaamheid van die [medeverdachte] was toevertrouwd, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), met derden opzettelijk heeft bevorderd en/of teweeggebracht, door met dat opzet, meermalen, althans eenmaal,
- via KIK, althans via (enig) dataverkeer/internet, met derden af te spreken op parkeerplaatsen en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] mee te (laten) nemen naar voornoemde parkeerplaatsen en/of (paren)clubs, en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap met die [benadeelde partij / slachtoffer1] , van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, [medeverdachte] , een gewoonte heeft gemaakt,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 1] 2015 tot [datum 1] 2018 in Nederland en/of België, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer1] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer1] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer1] te verzaken en voornoemd seksueel misbruik voort te laten duren;
6. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 2] 2015 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij / slachtoffer 2] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader(s) zijn, verdachte [medeverdachte] ’, vinger(s) en/of penis en/of een dildo en/of vibrator in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) met haar/hun geestelijk en fysiek overwicht op die [benadeelde partij / slachtoffer 2] :
- die [benadeelde partij / slachtoffer 2] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB heeft/hebben gegeven en/of
- de fysieke aanrakingen geleidelijk aan opvoerde(n) van strelen en betasten naar seksuele handelingen, waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s)door de opbouw het verzet kon(den) breken bij die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en/of
- het aanmoedigde(n) dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] alcohol zou gebruiken waardoor die [benadeelde partij / slachtoffer 2] ontvankelijker werd voor de wensen van haar, verdachte, en/of haar mededader(s) en/of
- niet gebruikte(n) een condoom bij de seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , en/of
- telkens benadrukte(n) het gegeven dat die [medeverdachte] de partner was van haar, verdachte, waarmee die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een vertrouwensband had opgebouwd en/of
- de omstandigheid dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] op zeer jonge leeftijd een relatie met die [medeverdachte] opbouwde, waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [benadeelde partij / slachtoffer 2] voorspiegelde(n) dat zij/hij van haar hield(en) en dat zij samen met de zus van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een toekomst als gezin zouden opbouwen en/of
- bij die seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] glijmiddel heeft/hebben gebruikt,
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer 2] het kind van haar, verdachte, was;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 2] 2015 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij / slachtoffer 2] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende verdachte [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zijn, verdachte [medeverdachte] ’ vinger(s) en/of penis en/of een dildo en/of vibrator in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of haar mededader(s) met haar/hun geestelijk en fysiek overwicht op die [benadeelde partij / slachtoffer 2] :
- die [benadeelde partij / slachtoffer 2] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB heeft/hebben gegeven, en/of
- de fysieke aanrakingen geleidelijk aan opvoerde(n) van strelen en betasten naar seksuele handelingen, waarbij verdachte en/of haar mededader(s)door de opbouw het verzet kon(den) breken bij die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en/of
- het aanmoedigde(n) dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] alcohol zou gebruiken waardoor die [benadeelde partij / slachtoffer 2] ontvankelijker werd voor de wensen van die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of
- niet gebruikte(n) een condoom bij de seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en/of
- telkens benadrukte(n) het gegeven dat die [medeverdachte] de partner was van de moeder van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , waarmee die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een vertrouwensband had opgebouwd en/of
- de omstandigheid dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] op zeer jonge leeftijd een relatie met die [medeverdachte] opbouwde, waarbij verdachte en/of die [medeverdachte] die [benadeelde partij / slachtoffer 2] voorspiegelde(n) dat hij van haar hield en dat zij samen met de moeder en zus van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een toekomst als gezin zouden opbouwen en/of
- bij die seksuele handelingen met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] glijmiddel heeft/hebben gebruikt,
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer 2] in genoemde periode minderjarig was en aan de zorg of waakzaamheid van die [medeverdachte] was toevertrouwd,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 2] 2015 tot en met 17 juni 2019 in Nederland, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer 2] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- door op verzoek van die [medeverdachte] die [benadeelde partij / slachtoffer 2] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB toe te dienen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat die [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] te verzaken en voornoemde verkrachtingen voort te laten duren;
7. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 2] 2015 tot en met [datum 3] 2017 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2005), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende haar mededader zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] geduwd/gebracht;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 2] 2015 tot en met [datum 3] 2017 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar, verdachtes’, kind, althans met een kind dat aan de zorg en/of waakzaamheid van die [medeverdachte] was toevertrouwd, met [benadeelde partij / slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] -2005), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zijn, die [medeverdachte] ', vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] geduwd/gebracht
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 2] 2015 tot en met [datum 3] 2017, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer 2] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- door op verzoek van die [medeverdachte] die [benadeelde partij / slachtoffer 2] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB toe te dienen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat die [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] te verzaken en voornoemde verkrachtingen voort te laten duren;
8. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 2] 2017 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar kind, althans met een kind dat zij, verdachte, aan de zorg en/of waakzaamheid van die [medeverdachte] had toevertrouwd, met [benadeelde partij / slachtoffer 2] (geboren
[geboortedatum 3] 2005), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende haar mededader zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] geduwd/gebracht;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 2] 2017 tot en met 17 juni 2019 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2005), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende die [medeverdachte] zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] geduwd/gebracht
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 2] 2015 tot en met 17 juni 2019 in Nederland, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer 2] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- door op verzoek van die [medeverdachte] die [benadeelde partij / slachtoffer 2] slaappillen (Rohypnol en/of Stillnoct) en/of pijnstillers (Tramadol) en/of GHB toe te dienen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat die [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] te verzaken en voornoemde verkrachtingen voort te laten duren;
9. primair
zij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 11 januari 2013 tot en met 13 januari 2013 in België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] , hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader(s) zijn, [medeverdachte] ', penis en/of vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] geduwd/gebracht en/of zijn, [medeverdachte] ', penis in de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin
- dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) fysiek en geestelijk overwicht had/hadden op die [benadeelde partij / slachtoffer 3] en/of
- dat die [medeverdachte] seks had met [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of haar, verdachte, waarbij die [benadeelde partij / slachtoffer 3] in dezelfde ruimte aanwezig moest zijn en/of die [benadeelde partij / slachtoffer 3] onverhoeds aan haar vagina en/of borsten heeft betast en/of
- vervolgens die [benadeelde partij / slachtoffer 3] op het bed heeft/hebben gedrukt en/of
- de lingerie van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft/hebben uitgetrokken en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer 3] alcohol en/of drugs heeft/hebben toegediend en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft/hebben toegevoegd "als je je mond houdt, krijg je een mobiel en een simkaart"
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij / slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan, zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer 3] in genoemde periode minderjarig was en aan de zorg of waakzaamheid van haar, verdachte, en/of haar mededader(s) was toevertrouwd;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 januari 2013 tot en met 13 januari 2013 in België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] , hebbende die [medeverdachte] zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] geduwd/gebracht en/of zijn penis in de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) fysiek en geestelijk overwicht had/hadden op die [benadeelde partij / slachtoffer 3] en/of die [benadeelde partij / slachtoffer 3] onverhoeds aan haar vagina en/of borsten heeft/hebben betast en vervolgens die [benadeelde partij / slachtoffer 3] op het bed heeft/hebben gedrukt en/of de lingerie van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft/hebben uitgetrokken en/of die [benadeelde partij / slachtoffer 3] alcohol en drugs heeft/hebben toegediend
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij / slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan, zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer 3] in genoemde periode minderjarig was en aan de zorg of waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van 25 maart 2012 tot en met 24 maart 2014, in Nederland en/of België, door (telkens)
- de moeder van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] te vragen of die [benadeelde partij / slachtoffer 3] bij hen mocht logeren en/of met hen mee op vakantie mocht en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer 3] voor het hebben van seks aan die [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] door die [medeverdachte] en/of
- een passieve houding aan te nemen toen die [benadeelde partij / slachtoffer 3] haar, verdachte, vertelde van de verkrachting door die [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer 3] alleen in het gezelschap van die [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer 3] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als verantwoordelijke volwassene ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] te verzaken en voornoemde verkrachtingen voort te laten duren;
10. primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2015 tot en met 1 juni 2019, althans tot [datum 1] 2018, in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A) een ander, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde partij / slachtoffer1] (sub 2°), en/of
B) een ander, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [benadeelde partij / slachtoffer1] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5°) bestaande die enige handeling(en) hieruit dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) die [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft/hebben overgehaald en/of in de gelegenheid gesteld om (tegen betaling) seks te hebben met verdachte [medeverdachte] en/of een of meer andere mannen, hebbende verdachte en/of haar mededader(s)
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] naar seksparkeerplaatsen (Kreekraksluizen en/of Spuitendonk) en/of parenclubs gebracht en weer teruggebracht en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] (middels GHB en/of medicijnen) gedrogeerd en/of alcohol gegeven en/of
- via KIK-messenger en/of WhatsApp die [benadeelde partij / slachtoffer1] aangeboden voor prostitutie/uitbuiting en/of
- een of meer personen aangesproken op parkeerplaats Kreekraksluizen, welke parkeerplaats bekend staat als ontmoetingsplek voor seksueel contact met de vraag of deze perso(o)n(en) tegen betaling seksuele handelingen wilde(n) verrichten met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of
- seksafspraken gemaakt met (potentiële) (prostitutie)klant(en) en/of
- contacten met (potentiële) (prostitutie)klant(en) onderhouden over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of
- erotische/pornografische foto's en filmpjes gemaakt van die [benadeelde partij / slachtoffer1] welke naar (potentiële) (prostitutie)klant(en) werden verstuurd en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] voorzien van condooms
- waarbij door die [medeverdachte] werd bepaald welke perso(o)n(en) met die [benadeelde partij / slachtoffer1] seks mocht(en) hebben;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [datum 1] 2015 tot en met 1 juni 2019, althans tot [datum 1] 2018, in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A) een ander, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde partij / slachtoffer1] (sub 2°), en/of
B) een ander, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [benadeelde partij / slachtoffer1] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5°) bestaande die enige handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) die [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft/hebben overgehaald en/of in de gelegenheid gesteld om (tegen betaling) seks te hebben met verdachte [medeverdachte] en/of een of meer andere mannen, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] naar seksparkeerplaatsen (Kreekraksluizen en/of Spuitendonk) en/of parenclubs gebracht en weer teruggebracht en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] (middels GHB en/of medicijnen) gedrogeerd en/of alcohol gegeven en/of
- via KIK-messenger en/of WhatsApp die [benadeelde partij / slachtoffer1] aangeboden voor prostitutie/uitbuiting en/of
- een of meer personen aangesproken op parkeerplaats Kreekraksluizen, welke parkeerplaats bekend staat als ontmoetingsplek voor seksueel contact met de vraag of deze perso(o)n(en) tegen betaling seksuele handelingen wilde(n) verrichten met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of
- seksafspraken gemaakt met (potentiële) (prostitutie)klant(en) en/of
- contacten met (potentiële) (prostitutie)klant(en) onderhouden over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of
- erotische/pornografische foto's en filmpjes gemaakt van die [benadeelde partij / slachtoffer1] welke naar (potentiële) (prostitutie)klant(en) werden verstuurd en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] voorzien van condooms
- waarbij door die [medeverdachte] werd bepaald welke perso(o)n(en) met die [benadeelde partij / slachtoffer1] seks mocht(en) hebben,
bij het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit zij, verdachte, (telkens) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft in de periode van [datum 1] 2015 tot en met 1 juni 2019, althans tot [datum 1] 2018, in Nederland en/of België, door (telkens)
- haar dochter [benadeelde partij / slachtoffer1] voor het hebben van seks aan die medeverdachte [medeverdachte] aan te bieden, althans ter beschikking te stellen, en/of
- een passieve houding aan te nemen ten aanzien van het daadwerkelijke seksueel misbruik van die [benadeelde partij / slachtoffer1] door die medeverdachte [medeverdachte] en/of
- toe te laten dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alleen in het gezelschap van die mededader [medeverdachte] was of zich bevond, en/of (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die mededader [medeverdachte] voornoemd misdrijf pleegde en/of kon plegen en/of kon blijven plegen en/of
- geen bijstand en/of hulp te zoeken bij professionele instanties en/of anderen, terwijl zij, verdachte, wist, althans zeer ernstige redenen had om te vermoeden, dat medeverdachte [medeverdachte] voormelde handelingen pleegde met die [benadeelde partij / slachtoffer1] en zij, verdachte, niet heeft ingegrepen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus haar bijzondere zorgplicht als moeder ten opzichte van die [benadeelde partij / slachtoffer1] te verzaken en voornoemd seksueel misbruik voort te laten duren.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair en 10 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 1] 2011 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander door feitelijkheden [benadeelde partij / slachtoffer1] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende haar mededader zijn, verdachte [medeverdachte] ’, vingers en/of penis en/of een dildo en/of vibrator in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] gebracht en bestaande die feitelijkheden hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader met haar/zijn/hun geestelijk en fysiek overwicht op die [benadeelde partij / slachtoffer1] :
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] slaappillen en GHB heeft/hebben gegeven en
- de fysieke aanrakingen geleidelijk aan opvoerde van strelen en betasten naar seksuele handelingen, waarbij haar mededader door de opbouw het verzet kon breken bij die [benadeelde partij / slachtoffer1] en
- het aanmoedigde(n) dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] alcohol zou gebruiken waardoor die [benadeelde partij / slachtoffer1] ontvankelijker werd voor de wensen van haar, verdachte, en/of haar mededader en
- de omstandigheid dat die [benadeelde partij / slachtoffer1] op zeer jonge leeftijd een relatie met verdachte [medeverdachte] opbouwde, waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader die [benadeelde partij / slachtoffer1] voorspiegelde(n) dat zij/hij van haar hield(en) en dat zij samen met de zus van die [benadeelde partij / slachtoffer1] een toekomst als gezin zouden opbouwen,
zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer1] het kind van haar, verdachte, was;
2.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 1] 2011 tot en met [datum 4] 2012 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende haar mededader zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] gebracht;
3.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 1] 2012 tot en met [datum 4] 2016 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander, met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer1] , hebbende [medeverdachte] zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer1] gebracht;
4.
zij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander meermalen afbeeldingen (foto's) en videobestanden van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen en videobestanden telkens een persoon of personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad
op 17 juni 2019 in Nederland afbeeldingen en gegevensdragers bevattende een of meer afbeeldingen en videobestanden van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen en videobestanden telkens een persoon of personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken in bezit heeft gehad,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden,
van welke misdrijven zij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 1] 2015 tot [datum 1] 2018 in Nederland en België tezamen en in vereniging met een ander telkens het plegen van ontucht door haar minderjarig kind, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), met derden opzettelijk heeft bevorderd en/of teweeggebracht door met dat opzet meermalen
- via KIK met derden af te spreken op parkeerplaatsen en/of
- die [benadeelde partij / slachtoffer1] mee te (laten) nemen naar voornoemde parkeerplaatsen en/of parenclubs, en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap met die [benadeelde partij / slachtoffer1] ,
van welk misdrijf zij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
6.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 2] 2015 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander door feitelijkheden [benadeelde partij / slachtoffer 2] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende zij, verdachte, en haar mededader zijn, verdachte [medeverdachte] ’, vinger(s) en/of penis en/of een dildo en/of vibrator in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] gebracht en bestaande die feitelijkheden hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader met hun geestelijk en fysiek overwicht op die [benadeelde partij / slachtoffer 2] :
- die [benadeelde partij / slachtoffer 2] slaappillen (Rohypnol en Stillnoct) en pijnstillers (Tramadol) heeft/hebben gegeven en
- de fysieke aanrakingen geleidelijk aan opvoerde van strelen en betasten naar seksuele handelingen, waarbij haar mededader door de opbouw het verzet kon breken bij die [benadeelde partij / slachtoffer 2] en
- het aanmoedigde(n) dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] alcohol zou gebruiken waardoor die [benadeelde partij / slachtoffer 2] ontvankelijker werd voor de wensen van haar, verdachte, en/of haar mededader en
- de omstandigheid dat die [benadeelde partij / slachtoffer 2] op zeer jonge leeftijd een relatie met die [medeverdachte] opbouwde waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader die [benadeelde partij / slachtoffer 2] voorspiegelde(n) dat zij/hij van haar hield(en) en dat zij samen met de zus van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] een toekomst als gezin zouden opbouwen,
zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer 2] het kind van haar, verdachte, was;
7.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 2] 2015 tot en met [datum 3] 2017 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2005), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende haar mededader zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] gebracht;
8.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 2] 2017 tot en met 17 juni 2019 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander met haar kind [benadeelde partij / slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2005), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] , hebbende haar mededader zijn vinger(s) en/of penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 2] gebracht;
9.
zij in de periode van 11 januari 2013 tot en met 13 januari 2013 in België tezamen en in vereniging met een ander door feitelijkheden [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] , hebbende haar mededader zijn, [medeverdachte] ', penis en/of vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] gebracht en/of zijn, [medeverdachte] ', penis in de mond van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] gebracht en bestaande die feitelijkheden hierin
- dat zij, verdachte, en haar mededader fysiek en geestelijk overwicht hadden op die [benadeelde partij / slachtoffer 3] en
- dat die [medeverdachte] die [benadeelde partij / slachtoffer 3] onverhoeds aan haar vagina en borsten heeft betast en
- vervolgens die [benadeelde partij / slachtoffer 3] op het bed heeft gedrukt en
- de lingerie van die [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft uitgetrokken en
- dat zij, verdachte, en/of haar mededader die [benadeelde partij / slachtoffer 3] alcohol en/of drugs heeft/hebben toegediend,
zulks terwijl die [benadeelde partij / slachtoffer 3] in genoemde periode minderjarig was en aan de zorg of waakzaamheid van haar, verdachte, en haar mededader was toevertrouwd;
10.
zij op tijdstippen in de periode van [datum 1] 2015 tot en met [datum 4] 2018 in Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander
A) een ander, te weten [benadeelde partij / slachtoffer1] (geboren [geboortedatum 2] 2000), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, telkens heeft geworven, vervoerd en overgebracht met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde partij / slachtoffer1] (sub 2°).
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring zijn opgenomen in een bijlage bij dit arrest. Deze bijlage wordt aan het arrest gehecht.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Verkrachting, ontucht en koppelarij van [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of [benadeelde partij / slachtoffer 2]
Ambtshalve overweegt het hof met betrekking tot het tenlastegelegde medeplegen van verkrachting van [benadeelde partij / slachtoffer1] (feit 1 primair) en [benadeelde partij / slachtoffer 2] (feit 6 primair) het volgende.
Verkrachting is als volgt strafbaar gesteld in art. 242 Sr:
“Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt als schuldig aan verkrachting gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Van door een ‘feitelijkheid dwingen’ als hiervoor bedoeld kan slechts sprake zijn als de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat de aangeefster die handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Daarvan is onder meer sprake indien de verdachte aangeefster heeft gebracht in een staat van bewusteloosheid of onmacht. Daarvan kan ook sprake zijn als de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend op de aangeefster, of de aangeefster in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat zij zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, dan wel dat de verdachte de aangeefster heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat zij zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. De vraag of zo’n dwang zich daadwerkelijk heeft voorgedaan laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval.
Op basis van de gebezigde bewijsmiddelen staat vast dat [medeverdachte] jarenlang seksuele handelingen heeft verricht met [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] , de toen jonge dochters van de verdachte, welke seksuele gedragingen bestonden of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van hun lichaam. De seksuele handelingen vonden onder meer plaats in de garage(s) van de verdachte, op parkings/parkeerplaatsen in Nederland en België en (met [benadeelde partij / slachtoffer1] ) in parenclubs in Nederland en België.
In de periode dat de seksuele handelingen plaatsvonden waren [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] minderjarig en was [medeverdachte] een volwassen man. Het leeftijdsverschil tussen hem en [benadeelde partij / slachtoffer1] bedraagt ruim zevenentwintig jaar en tussen hem en [benadeelde partij / slachtoffer 2] ruim tweeëndertig jaar. Naast het leeftijdsverschil overweegt het hof dat sprake was van een fysiek overwicht van [medeverdachte] op [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] . [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft verklaard dat zij naar [medeverdachte] luisterde omdat hij een grote man was die veel indruk maakte.
[benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] bevonden zich gelet op hun leeftijd en hun thuissituatie - een eenoudergezin waarbij hun moeder (de verdachte) een relatie had met de medeverdachte en waarbij beiden geen contact hadden met hun biologische vaders - in een kwetsbare situatie. Het hof betrekt daar ook bij dat de seksuele handelingen (zeker in het begin) veelal plaatsvonden in het woongedeelte boven de garage van de verdachte, dus eerder in het vertrouwde domein van [medeverdachte] dan in dat van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] . Zij werden door de verdachte naar die woning gebracht, waren voor het vervoer dus afhankelijk van hun moeder en konden derhalve niet makkelijk zelfstandig vertrekken. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] zich presenteerde als vertrouwenspersoon voor [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] . Uit de bewijsmiddelen volgt tevens dat [medeverdachte] psychische druk op [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] uitoefende en dat zij zich in een afhankelijkheidsrelatie bevonden. [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] hebben allebei verklaard dat zij [medeverdachte] zagen als hun vader en noemden [medeverdachte] ook veelvuldig ‘papa’ in onderling appcontact. De verdachte sprak tegen [medeverdachte] ook steevast over ‘zijn dochter(s)’.
[benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] werden voorgespiegeld dat [medeverdachte] van ze hield en dat zij samen met de verdachte een toekomst als gezin zouden opbouwen. Het hof merkt daarbij op dat slechts van een gering deel van de tenlastegelegde periode WhatsAppberichten tussen [medeverdachte] en onderscheidenlijk [benadeelde partij / slachtoffer1] en zeker [benadeelde partij / slachtoffer 2] zijn teruggevonden en dat zij gelet op wat er is aangetroffen veel vaker contact moeten hebben gehad. Een groot deel van de berichten die in de loop der jaren zijn uitgewisseld is (kennelijk) niet boven water gekomen. Uit de WhatsAppberichten die wel zijn aangetroffen blijkt dat [medeverdachte] veelvuldig (bijna dagelijks) en intensief contact met [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] had, waarbij hij onder meer ‘x’jes en hartjes naar ze stuurde en [benadeelde partij / slachtoffer1] ‘ [bijnaam slachtoffer 1] ’ noemde. [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft verder verklaard dat [medeverdachte] steeds zei dat de verdachte, [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] uiteindelijk bij [medeverdachte] zouden gaan wonen. Dit vindt steun in WhatsApp-berichten tussen [benadeelde partij / slachtoffer1] en [medeverdachte] , waarbij [benadeelde partij / slachtoffer1] vraagt
‘Wanneer mogen we nou eigenlijk bij jou wonen’en [medeverdachte] bevestigend antwoordt op de vraag van [benadeelde partij / slachtoffer1] of hij met hen wil gaan wonen.
[medeverdachte] bouwde deze seksuele relatie geleidelijk op, waarbij de seksuele handelingen stapsgewijs steeds verdergingen tot uiteindelijk penetratie. Binnen de ontuchtige relatie die vervolgens tussen [medeverdachte] en beide meisjes is ontstaan, hebben verdachte en [medeverdachte] in gezamenlijkheid - waarover later meer - [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] ervan weten te overtuigen de seksuele handelingen te blijven ondergaan. [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft hierover verklaard dat ze niet beter wist,
“het hoorde erbij”. Ze wilde [medeverdachte] eigenlijk ook niet kwijt. Dit komt ook naar voren in berichten die [benadeelde partij / slachtoffer1] aan [medeverdachte] stuurt. Ook heeft [benadeelde partij / slachtoffer1] verklaard dat haar moeder (verdachte) niet tegen [medeverdachte] zou zijn ingegaan omdat ze bang was dat hij anders vreemd zou gaan. [benadeelde partij / slachtoffer1] verklaart dat zij dit snapt: verdachte houdt immers van hem. [benadeelde partij / slachtoffer1] werd op deze manier in een loyaliteitsconflict geplaatst.
Dat gaat zelfs zo ver dat [benadeelde partij / slachtoffer1] (blijkens berichtverkeer in 2013) seks met [medeverdachte] in het vooruitzicht stelt als [medeverdachte] het dan ook weer eens met haar moeder (verdachte) doet:
“Als je dat dan ook is met mama doe dan doe ik het ook alleen met jou”en
“Als jij beloof dat ook vaker met mama te doen, beloof ik ook alleen met jou mee te gaan de zomer ok”.
Het ondergaan en uitvoeren door [benadeelde partij / slachtoffer1] van seksuele handelingen wordt door [medeverdachte] als [benadeelde partij / slachtoffer1] wat ouder is ook gebruikt als pressiemiddel. [benadeelde partij / slachtoffer1] mag bijvoorbeeld pas naar een feestje als zij de volgende dag alles doet wat [medeverdachte] van haar vraagt.
Uit de bewijsmiddelen volgt tevens dat zowel [benadeelde partij / slachtoffer1] als [benadeelde partij / slachtoffer 2] meermalen alcohol, pijnstillers/slaappillen of GHB hebben gekregen van [medeverdachte] en verdachte. Door het gebruik maken van deze middelen zouden [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] ontvankelijker worden voor de seksuele wensen van [medeverdachte] en werd eventueel verzet op voorhand gebroken. Dat was niet alleen het effect van deze middelen (vide de verklaringen van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] ) maar blijkens alle appberichten in het dossier ook het wezenlijke doel van [medeverdachte] en verdachte daarbij. En als een middel niet het gewenste effect had, werd de dosering verhoogd, desnoods zodanig dat de meisjes hun bewustzijn konden verliezen of geen herinneringen meer hadden.
Het hof is gelet op de gebezigde bewijsmiddelen dan ook van oordeel dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] meerdere malen heeft gebracht in een staat van bewusteloosheid of onmacht, alsmede opzettelijk een zodanige psychische druk op hen heeft uitgeoefend en hen in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat zij zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de handelingen van [medeverdachte] hebben kunnen verzetten. Het hof is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] heeft verkracht (de feiten 1 en 6). Het hof is tevens van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [medeverdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontucht met [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] (de feiten 2, 3, 7 en 8) en dat [medeverdachte] opzettelijke seks met derden door [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft bevorderd (feit 5).
Medeplegen
Het hof is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte] en de verdachte.
Het hof stelt vast dat de verdachte gedurende de gehele periode wist van het seksueel misbruik van haar dochters door [medeverdachte] . Het hof hecht geen geloof aan haar verklaring dat zij hier pas op den duur achter kwam. Reeds uit de berichten tussen [medeverdachte] en verdachte uit 2011 (ten aanzien van [benadeelde partij / slachtoffer1] ) en 2014 (ten aanzien van [benadeelde partij / slachtoffer 2] ) volgt dat de verdachte vanaf het begin af aan wetenschap had van de seksuele intenties van [medeverdachte] met haar dochters en dat zij hierover intensief contact hadden. Zij stond dit misbruik ook actief toe, hetgeen essentieel was om het seksueel misbruik te laten plaatsvinden en voortduren. Veelzeggend zijn in dit verband de berichten via WhatsApp van de verdachte aan [medeverdachte] waarin zij onderstreept hoe bijzonder en uniek het is dat [medeverdachte] niet alleen haar, maar ook haar twee dochters heeft om seks mee te hebben. De verdachte wilde ook niet dat het stopte, zo volgt uit verschillende berichten, waarschijnlijk uit angst dat haar relatie met [medeverdachte] dan ook zou stoppen:
“Je wil toch trouwens zelf ook niet dat het stopt zoals het nu is met mij en [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] ? (…) Dat duurt nog wel een poos hoor voordat [benadeelde partij / slachtoffer1] wat met een ander doet, die wil voorlopig alleen maar wat met jou doen hoor. En daarna heb je ook [benadeelde partij / slachtoffer 2] die het ook graag wil!! Met haar heb je nog zeker zes jaar te doen”.
Uit de vele berichten tussen [medeverdachte] en de verdachte die zich in het dossier bevinden blijkt verder dat de verdachte bijna dagelijks contact had met [medeverdachte] over met wie, waar, wanneer en hoe de seksuele handelingen zouden plaatsvinden. De verdachte dacht daarin met [medeverdachte] mee, stelde zich assertief op en maakte aan [medeverdachte] duidelijk wat zij wel en niet toeliet.
De verdachte heeft haar beide kinderen telkens met dat doel aan [medeverdachte] ter beschikking gesteld. Zij bracht [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] naar [medeverdachte] toe terwijl zij wist dat er dan seks zou plaatsvinden en bleef dan regelmatig in de woning van [medeverdachte] en aldus in hun nabijheid op het moment dat de seks plaatsvond. Uit een bericht dat de verdachte naar [medeverdachte] stuurde volgt dat de verdachte vond dat de seks makkelijker ging wanneer zij erbij aanwezig was:
“Wel apart dat het veel beter gaat als ik erbij ben. Als je dat eerder had geweten.”.Dat moet om fysieke aanwezigheid in dezelfde ruimte gaan, gelet op de toevoeging
“Als je dat eerder had geweten”. Dat zij in dezelfde woning was, kwam immers veel vaker voor.
Het hof stelt vast dat uit de berichten in het dossier zelfs naar voren komt dat de verdachte (ten minste) een keer heeft deelgenomen aan de seksuele handelingen die [benadeelde partij / slachtoffer1] moest ondergaan. Het hof wijst in dat verband op de volgende berichten van 18 april 2014, laat in de avond:
Verdachte: “Morgen maken we er een leuke avond van met zijn drieën.”
[medeverdachte] : “Wat is [bijnaam slachtoffer 1] allemaal van plan?”
[medeverdachte] : “Ik zie het al voor me. Dat jullie me samen pijpen”
Verdachte: “Ja uh het is wel om en om he, tegelijk wordt lastig (...) Ja allebei aan een kant (..) En dan wisselen we af”.
[medeverdachte] : “Pfff. Kan niet wachten”
In de berichten die [medeverdachte] en de verdachte op 20 april 2014, vanaf even na middernacht, naar elkaar sturen, wordt teruggegrepen op seksuele handelingen van de dag ervoor. Gezien de inhoud van de berichten is duidelijk dat hetgeen zij op 18 april 2014 hadden besproken en gepland, ook daadwerkelijk is gebeurd (onderstreping hof):
Verdachte: “Maar je hebt wel een fijne avond gehad toch?”
[medeverdachte] : “Zeker weten.”
Verdachte: “Binnenkort drie die om en om hetzelfde doen. Dat zou je welhelemaalleuk vinden denk ik” (…) Dus je zou hetookleuk vinden met [benadeelde partij / slachtoffer 2] erbij, dus ons drie met jou om en om.”
[medeverdachte] : “Zeker weten”
Verdachte: “Ok dan zal het vaker zijn en [benadeelde partij / slachtoffer1] en ik”
Ook bij seksuele handelingen tussen [medeverdachte] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] (met binnendringen) is de verdachte een keer (6 oktober 2014) fysiek aanwezig geweest, terwijl zij dit alles kennelijk filmde.
[medeverdachte] : “Ik vond het wel jammer dat je niet ff filmde toen ie d’r in zat.”
Verdachte: “Op welk moment? In d’r doos?”
[medeverdachte] : “Maar dat beeld van de eerste keer d’r helemaal in ga ik nooit vergeten. Nee mond.”
De verdachte zette/moedigde haar kinderen ook aan om seks te hebben met [medeverdachte] , in het bijzonder wanneer het [medeverdachte] niet (alleen) lukte zoals hij wilde. Het hof wijst in dat verband op de volgende berichten van respectievelijk 2 juni 2014 en 25 augustus 2018:
[medeverdachte] : “Het was fijn, [bijnaam slachtoffer 1] deed ook haar best, was lang geleden.”
Verdachte: “Ja helpt he als ik wat zeg”
[medeverdachte] : “ [benadeelde partij / slachtoffer 2] kan toch wel ff mee naar boven” (...) Tegen mij zegt ze toch nee. Maar als jij het zegt.
Verdachte: “Ja ik regel dat wel.”
Voorts regelde de verdachte de slaapmiddelen en pijnstillers en het ‘spul’ die/dat ten behoeve van het seksueel misbruik aan de meisjes werd(en) toegediend. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat zij er wel vanaf wist maar de kinderen nooit zelf die middelen heeft gegeven, wordt weersproken door de WhatsAppberichten die zij zelf stuurt aan [medeverdachte] . Uit die berichten blijkt dat het niet slechts het ‘naar de mond praten van [medeverdachte] ’ betrof, zoals de verdachte heeft verklaard, maar dat zij het bestellen en toedienen van de middelen ook voor haar rekening nam en dat zij bepaalde welke roesmiddelen in welke dosering zouden worden gebruikt, vide onder meer (niet uitputtend):
[medeverdachte] : “Ik hoop dat dat andere spul nog komt.”
Verdachte: “Ja ben ermee bezig”
(…)
Verdachte: “Ik zoek voor dat spul ok”
(…)
[medeverdachte] : “Anders geef je d’r vrijdag pilletje en tramadol.”
Verdachte: “Ja ok”.
(…)
Verdachte: “Zo hoor, ze heb iets meer als een halve. Bijna drie kwart dus.”
[medeverdachte] : “Ok. Hoe lang nu? Voor het werkt. Laat maar weten kom zo.”
Verdachte: “Ja het begint te werken hoor!”
(…)
[medeverdachte] : “Kan je het geven zonder dat ze er erg in heb?”Verdachte: “Denk het wel”
(…)
[medeverdachte] : “Weet je al hoeveel en wat je gaat geven”
Verdachte: “Moet nog kijken naar de dosering. Zal ik zo even doen ok”
(…)
Verdachte: “Zal zo wel gaan werken denk ik. Kwartiertje geleden ongeveer gegeven.” [medeverdachte] : “Kom d’r aan.”
(…)
Verdachte: “Ik ga ff dat pilletje halen voor [benadeelde partij / slachtoffer 2] dan werkt het sneller.”
[medeverdachte] : “Heb ze hem al op?”
Verdachte: “Ja net in de auto”
(…)
[medeverdachte] : “Heb je al gegeven”
Verdachte: “Ik stap net binnen ga ik nu doen”
[medeverdachte] : “En? Op?
Verdachte: “Ja al 10 minuten geleden ofzo. Een hele en paracetamol”
[medeverdachte] : “Kom d’r aan.”
Verder was het ook de verdachte die bepaalde dat [benadeelde partij / slachtoffer1] op een zeker moment geen pilletjes meer mocht krijgen, omdat dit volgens haar niet meer nodig was:
“ [benadeelde partij / slachtoffer1] krijgt helemaal niks van pilletjes (…) [benadeelde partij / slachtoffer1] krijgt dat nooit meer (…) Heb ze niet nodig”
Uit het berichtenverkeer tussen de verdachte en [medeverdachte] blijkt verder, zoals hiervoor al kort aangehaald, dat [medeverdachte] moeite had [benadeelde partij / slachtoffer 2] te penetreren toen zij 8 jaar was en dat hem dit erg dwarszat. De verdachte dacht in dat kader actief met [medeverdachte] mee over de vraag wat hij moest doen om [benadeelde partij / slachtoffer 2] in het vervolg wel (helemaal) te kunnen penetreren en reikte [medeverdachte] daartoe diverse ‘oplossingen’ aan, zoals onder meer valt af te leiden uit haar onderstaande berichten:
“Anders geef je ze maar een hele. Een halfje doe niet echt veel bij [benadeelde partij / slachtoffer 2] vind ik. (...) Maar het probleem is dat ik er zeker van moet zijn dat het niet 3x sterker is dan normaal (...) Heel voorzichtig doseren;
En een beetje experimenteren kunnen we toch zelf of niet (..) Met de hoeveelheden bedoel ik. We hebben drie soorten. Een ervan de sterkste. Daarmee wil ik kijken naar dosering;
[benadeelde partij / slachtoffer 2] is acht moet elke keer een stukje verder voorzichtig toch.
[medeverdachte] : Moet ik dan gewoon met m’n vinger es duwen? (..) Verdachte: Kan je doen. Een begin maken. (..) [benadeelde partij / slachtoffer 2] stopt vanzelf wel met huilen hoor. Door die pilletjes jankt ze zo lang. Als ze gewoon bij d’r positieve is of wat pisang en pijnstillers stopt ze sneller met huilen.
Ja eerst met je vinger. Eerst ff over d’r rugje wrijven vond ze fijn toch”
Dit laatste idee van de verdachte bleek succes te hebben. Enkele weken later zegt [medeverdachte] tegen haar:
“Maar dat met m’n vinger was een super idee van je. Het ging echt heel makkelijk!”
De verdachte was voorts op de hoogte van het feit dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer1] meenam naar parkeerplaatsen en parenclubs om daar seks te hebben met hem en onbekende derden (zie onder meer pagina’s 959-961). [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft hierover verklaard dat zij, [medeverdachte] en verdachte samen in een KIK appgroep zaten waarin werd afgesproken met de mannen. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij niets van deze KIK appgroep afweet, maar de verklaring van [benadeelde partij / slachtoffer1] wordt bevestigd door onderzoek waarin de verdachte als deelnemer aan die appgroep is geïdentificeerd en verder praatten de verdachte en [medeverdachte] onderling over KIK.
Uit het onderzoek blijkt ook dat in die groep expliciete seksuele berichten tussen de deelnemers worden gewisseld en dat de verdachte daaraan actief deelneemt. Uit gesprekken tussen [medeverdachte] en [benadeelde partij / slachtoffer1] blijkt ook dat de verdachte berichten op KIK plaatst. Sterker nog, zij biedt haar eigen dochter aan om seksuele diensten met andere mannen te verrichten:
[medeverdachte] : “Ga je berichtje plaatsen: Vanavond vrouwtje die hou van xxl wie komt me verwennen”
[benadeelde partij / slachtoffer1] : “Nee papa dat ga ik niet doen ik weet niet hoe dat moet.”
[medeverdachte] : “Dan doet mama het wel.”
(…)
[benadeelde partij / slachtoffer1] : “Ik zag dat je geantwoord had. Maar je bent vergeten te zeggen dat ze moeten betalen.”
[medeverdachte] : “Mama is dat vergeten erbij te zetten.”
Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden vervulde de verdachte een essentiële en soms ook sturende rol, die voor [medeverdachte] van wezenlijk belang is geweest om de strafbare feiten te kunnen (blijven) plegen. Zonder de tussenkomst en betrokkenheid van de verdachte had het misbruik van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] niet kunnen plaatsvinden en voortduren. Haar rol was onmisbaar. Zij had op ieder moment het misbruik kunnen en moeten stoppen. Zij heeft er echter jarenlang – bewust en steeds opnieuw – voor gekozen het misbruik in stand te laten en daaraan een actieve bijdrage te leveren. Deze bijdrage is naar het oordeel van het hof van zodanig gewicht dat van medeplegen moet worden gesproken.
Met betrekking tot de periode van de feiten 1, 2, 6 en 7
Met betrekking tot de bewezenverklaarde periode overweegt het hof nog als volgt.
Met de raadsman is het hof van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt dat de seksuele handelingen met [benadeelde partij / slachtoffer1] reeds vanaf de tenlastegelegde (en door de rechtbank bewezenverklaarde) begindatum [datum 1] 2008 (haar 8ste verjaardag) hebben plaatsgevonden. In de eerste plaats merkt het hof op dat [benadeelde partij / slachtoffer1] (logischerwijs, gelet op het tijdsverloop) niet met zekerheid meer wist hoe oud zij was toen [medeverdachte] voor het eerst seksueel bij haar binnendrong. Zij kon zich de eerste keer niet meer herinneren, ze ‘dacht’ dat zij negen of tien jaar oud was maar wist het niet zeker (pag. 388). Wel was ze duidelijk over waar dit plaatsvond: in de oude garage van [medeverdachte] te IJzendijke.
Verder wijst het hof op WhatsAppgesprekken tussen [medeverdachte] en de verdachte van 2014, waarin zij meerdere keren bespreken dat het [medeverdachte] nog niet lukt om seks te hebben met [benadeelde partij / slachtoffer 2] . Daarbij proberen zij terug te grijpen op het eerste seksueel contact tussen [medeverdachte] en [benadeelde partij / slachtoffer1] om een vergelijk te trekken. Volgens de verdachte is [benadeelde partij / slachtoffer 2] (op dat moment 8 jaar) een stuk jonger dan [benadeelde partij / slachtoffer1] was (pag. 1238). Enkele maanden later vraagt de verdachte aan [medeverdachte] hoe oud [benadeelde partij / slachtoffer1] was (het hof begrijpt: toen zij voor de eerste keer seks hadden). [medeverdachte] antwoordde ‘10’, waarop de verdachte zei dat [benadeelde partij / slachtoffer1] volgens haar net 12 of nog 11 was. Beiden wisten het niet meer zeker, het was immers lang geleden (pag. 1348).
Tot slot wijst het hof op de WhatsAppgesprekken tussen [medeverdachte] en de verdachte van september 2011, waarin [benadeelde partij / slachtoffer1] aangeeft dat ze wil dat de verdachte er ‘de eerste keer’ bij is en zij daarna pas met alleen [medeverdachte] wil. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat dit gesprek ging over het laten plaatsvinden van de eerste keer seks (penetratie). Het hof zal op grond van het voorgaande en de gebezigde bewijsmiddelen als begindatum van periode (feiten 1 en 2) [datum 1] 2011, zijnde de 11e verjaardag van [benadeelde partij / slachtoffer1] , bewezenverklaren.
Uit de WhatsAppberichten tussen de verdachte en [medeverdachte] leidt het hof af dat de eerste keer seksueel binnendringen bij [benadeelde partij / slachtoffer 2] in 2014 is geweest (zie onder meer berichten van 24 mei en 6 oktober 2014, pag. 1250 en 1361). Nu de steller van de tenlastelegging de begindatum van het onder 6 en 7 tenlastegelegde echter heeft bepaald op de 10e verjaardag van [benadeelde partij / slachtoffer 2] [datum 2] 2015 (waarschijnlijk op basis van haar verklaring dat ze dacht dat de eerste keer seks was toen ze 10 jaar oud was), zal het hof als begindatum van de onder 6 en 7 tenlastegelegde feiten [datum 2] 2015 bewezenverklaren.
Feit 9: verkrachting van [benadeelde partij / slachtoffer 3]
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak van feit 9 bepleit. Daartoe is, zoals nader verwoord in de pleitnota, aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat de verdachte enig aandeel heeft gehad in de seksuele handelingen die [medeverdachte] in het weekend van 11 tot en met 13 januari 2013 bij [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft verricht. In de eerste plaats kan niet worden bewezen dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] en [benadeelde partij / slachtoffer1] door de verdachte en [medeverdachte] naar Antwerpen zijn meegenomen om daar lingerie te kopen. Verder brengt de omstandigheid dat de verdachte [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft uitgenodigd voor het weekendje weg, niet met zich dat zij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zij, [benadeelde partij / slachtoffer 3] , verkracht zou worden. Dat uit berichten van 2014 blijkt dat de verdachte achteraf op de hoogte is geraakt van de verkrachting en toen niet heeft ingegrepen, is onvoldoende voor een bewezenverklaring. Berichten vóór of vlak na het litigieuze weekend waaruit een plan of rol van de verdachte volgt ontbreken, aldus de raadsman.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de berichtjes tussen [medeverdachte] en de verdachte volgt dat de seksuele lusten en intenties van [medeverdachte] niet beperkt bleven tot zijn ‘stiefdochters’ [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] . [medeverdachte] en de verdachte spreken in 2014, dus na het onder 9 tenlastegelegde, zeer geregeld over andere jonge meisjes, onder meer in de vriendinnenkring van [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of [benadeelde partij / slachtoffer 2] (pag. 1213), die langs moeten komen om te logeren en seks mee te hebben. Deze meisjes moeten beïnvloedbaar zijn, zo merkt de verdachte op (pag. 1257). Een en ander moet in de ogen van [medeverdachte] kennelijk gebeuren, althans zo doet hij het tegen de verdachte voorkomen, omdat penetratie bij [benadeelde partij / slachtoffer 2] tot dan toe nog niet lukte en hij wilde kijken of penetratie bij die meisjes wel zou lukken. Zie onder meer:
[medeverdachte] : “Ik hoop dat het met [benadeelde partij / slachtoffer 2] eens helemaal gaat. Als het almaar niet lukt is dat niet leuk. Het moet er wel ingaan. Misschien [naam 2] nog eens vragen.”
Verdachte: “Zal ik doen ja ok.”
[medeverdachte] : “ [naam 3] moet zeker lukken.”
Verdachte: “Je weet toch dat ik alles voor je doe”
[medeverdachte] : “Weet je nog anderen misschien?”
Verdachte: “Het lijkt wel alsof je het meer wil, jonge meisjes”
[medeverdachte] : “Nee daar gaat het niet om. Ik wil weten wanneer het past. Je wil me toch helpen? Om het te proberen. Allemaal voor [benadeelde partij / slachtoffer 2] hoor. Maar dan moet je wel voor een paar zorgen. Om te kijken of het gaat bedoel ik. Van wie we weten dat ze het doen.”
Ook bij die meisjes wordt, net zoals bij [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] , gesproken over het toedienen van pilletjes of ander spul om de seks te vergemakkelijken:
[medeverdachte] : “Bij [naam 2] lijkt me het beste. Jij geeft ze wat. En dan neem ik d’r ff mee.”
(…)
[medeverdachte] : “Morgen kan [benadeelde partij / slachtoffer 2] toch vragen of [naam 2] komt slapen.”
Verdachte: “Moet toch eerst dat spul hebben dan he”
[medeverdachte] : “Liefst wel. Anders pilletje. Hele”
De verdachte geeft aan dat zij
“echt wel haar best doet qua vriendinnetjes”(pag. 1213). Uit de berichtjes kan worden afgeleid dat [medeverdachte] de contacten met deze meisjes niet zelf tot stand kon of wilde brengen. [medeverdachte] had de verdachte nodig om dat voor hem te regelen. Dit blijkt, naast voornoemde berichten, ook onder meer uit de volgende berichten:
[medeverdachte] : “Zijn er nog anderen die je kan vragen?”
Verdachte: “Ik ben aan het oriënteren daarin. Is nog niet zo eenvoudig hoor”
[medeverdachte] : “Ja al een halfjaar maar het lukt niet echt!”
De verdachte zegt vervolgens
“Bij [benadeelde partij / slachtoffer 3] ging toch ook goed”, waarop [medeverdachte] reageert:
“Ja zeker. Maar zoiets gaat niet meer lukken”.
Dit bericht dateert weliswaar van ruim een jaar na het tenlastegelegde, maar het kan niet anders dan dat de verdachte het hier heeft over (onder meer) de voor [medeverdachte] geslaagde seksuele ervaring met [benadeelde partij / slachtoffer 3] in Centerparcs in het weekend van 11-13 januari 2013. [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft over een aantal incidenten met [medeverdachte] en de verdachte verklaard, maar alleen over het weekend in Centerparcs heeft zij verklaard dat toen seks (penetratie) heeft plaatsgevonden. En dat is wat [medeverdachte] blijkens de hiervoor genoemde berichtjes wilde met de vriendinnetjes die de verdachte voor hem moest regelen. Tegen die achtergrond en gelet op de context van de hiervoor genoemde berichtjes, concludeert het hof dat deze laatste opmerking van de verdachte
“Bij [benadeelde partij / slachtoffer 3] ging toch ook goed”slaat op het ronselen/regelen door de verdachte van andere jonge meisjes voor [medeverdachte] om seks mee te hebben, hetgeen bij [benadeelde partij / slachtoffer 3] dus - in Centerparcs - was gelukt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van verkrachting. [benadeelde partij / slachtoffer 3] was een weekendje weg met [medeverdachte] en de verdachte naar België. Zij werd door de verdachte en [medeverdachte] naar De Vossemeren vervoerd, was dus met hen (ver) weg van huis en kon zich derhalve niet makkelijk aan de situatie onttrekken. Zoals hiervoor al is overwogen ten aanzien van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] , was ook bij [benadeelde partij / slachtoffer 3] sprake van een groot leeftijdsverschil (ongeveer zevenentwintig jaar). Verder heeft ook [benadeelde partij / slachtoffer 3] verklaard dat zij tijdens de seks niets durfde te zeggen omdat [medeverdachte] een “grote vent” was. Tot slot acht het hof bewezen dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde als gevolg van het feit dat zij gedrogeerd was. [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft hierover in haar eerste verklaring kort na het incident al verklaard. Zij verklaarde dat zij merkte dat zij na een drankje waar iets in zou hebben gezeten direct misselijk werd. Dit past naar het oordeel van het hof voorts bij de werkwijze van [medeverdachte] en de verdachte dat zij [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] ook regelmatig drogeerden voordat [medeverdachte] hen seksueel misbruikte. En zoals hiervoor gezegd, ook ten aanzien van andere jonge kwetsbare meisjes die moesten komen logeren om [medeverdachte] in de gelegenheid te stellen seksuele handelingen met hen te verrichten, werd door [medeverdachte] en de verdachte gesproken over het toedienen van bewustzijn vernauwende middelen.
Het hof is gelet op de gebezigde bewijsmiddelen dan ook van oordeel dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer 3] in een staat van bewusteloosheid of onmacht heeft gebracht, alsmede opzettelijk een zodanige psychische druk op haar heeft uitgeoefend en haar in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat zij zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de handelingen van [medeverdachte] heeft kunnen verzetten. Het hof is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft verkracht. Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte, met name door het ‘ronselen’ van [benadeelde partij / slachtoffer 3] voor het weekendje, wetende dat [medeverdachte] daar seksuele handelingen met haar zou verrichten, een essentiële rol vervuld die voor [medeverdachte] van wezenlijk belang is geweest om [benadeelde partij / slachtoffer 3] te kunnen verkrachten. Daarbij komt dat de verdachte in het huisje, dat niet groot was, heeft toegelaten dat [medeverdachte] met [benadeelde partij / slachtoffer 3] alleen was, terwijl de verdachte wist dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] mee was om [medeverdachte] seks met haar te laten hebben. Het kan de verdachte niet zijn ontgaan dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] is gedrogeerd en dat [medeverdachte] de slaapkamer van [benadeelde partij / slachtoffer 3] is binnengegaan om dit te bewerkstelligen.
Gelet op het vorenoverwogene is het hof van oordeel dat de bijdrage van de verdachte bij dit delict van zodanig gewicht is, dat van medeplegen moet worden gesproken. Dat het hof, met de raadsman, niet bewezen acht dat [medeverdachte] en de verdachte lingerie voor [benadeelde partij / slachtoffer 3] hebben gekocht, leidt niet tot een ander oordeel.
Feit 10: mensenhandel
De rechtbank heeft met betrekking tot dit feit onder meer het volgende overwogen.
Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer1] geworven, vervoerd en overgebracht heeft naar seksclubs en parkeerplaatsen om daar seks te hebben met derden. [benadeelde partij / slachtoffer1] had toen de leeftijd van achttien jaar nog niet bereikt. Uit de vele WhatsApp-berichten is de rechtbank duidelijk geworden dat [medeverdachte] [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft aangeboden, of erop heeft aangedrongen dat zij zichzelf aanbood, via verschillende digitale applicaties zoals KIK-Messenger en WhatsApp. Er wordt veelvuldig gesproken over het maken van afspraken op parkeerplaatsen om daar seksuele handelingen te verrichten met derden. Ook wordt er door [medeverdachte] op aangedrongen dat [benadeelde partij / slachtoffer1] met hem meegaat naar seksclubs. [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft verklaard dat [medeverdachte] toekeek wanneer zij seks had met derden op parkeerplaatsen. Het kan niet anders zijn dan dat de seksuele uitbuiting van [benadeelde partij / slachtoffer1] , door seks te hebben met derden, heeft plaatsgevonden in het kader van het seksuele genot van [medeverdachte] . Dit volgt overigens ook uit de WhatsApp-berichten, waarin is te lezen dat [medeverdachte] er opgewonden van wordt dat [benadeelde partij / slachtoffer1] seks heeft met andere mannen. Zo stuurt hij op 26 oktober 2016 een bericht naar [benadeelde partij / slachtoffer1] over het al dan niet zaterdag naar Antwerpen gaan en zegt hij: “is toch lekker geil als je me pijp terwijl je geneukt wor”. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het oogmerk van uitbuiting bij [medeverdachte] is gelegen in de wens van [medeverdachte] om te voorzien in zijn seksuele behoeftes en merkt [medeverdachte] aan als dader van dit feit.Toevoeging hof: Derhalve heeft [medeverdachte] profijt/voordeel genoten van de uitbuiting van [benadeelde partij / slachtoffer1] .
De rechtbank overweegt ten aanzien het onder 10, onderdeel B ten laste gelegde feit dat niet is komen vast te staan dat de seksuele handelingen door [benadeelde partij / slachtoffer1] tegen betaling zijn verricht. Het dossier bevat hier onvoldoende aanknopingspunten voor en ook [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft verklaard dat zij nooit heeft gezien dat er betaald werd voor de seks die zij had met derden.
Het hof verenigt zich met deze overwegingen van de rechtbank en neemt deze over. Gelet op al hetgeen hiervoor met betrekking tot de verkrachting, de ontucht en de koppelarij van [benadeelde partij / slachtoffer1] is overwogen, merkt het hof de verdachte ook met betrekking tot dit feit aan als medepleger.
Meerdaadse samenloop feiten 5 en 10
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat, anders dan bij respectievelijk de verkrachting enerzijds en de ontucht anderzijds van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] wel het geval is, geen sprake is van eendaadse samenloop van de onder 5 en 10 bewezenverklaarde feiten.
Voor de eendaadse samenloop komt het vooral aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt.
Het hof is van oordeel dat met betrekking tot de onder 5 en 10 bewezenverklaarde feiten sprake is van meerdaadse samenloop als bedoeld in artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht. Weliswaar kan worden gesteld dat deze feiten op dezelfde tijd en plaats hebben plaatsgevonden, maar naar het oordeel van het hof hangen de bewezenverklaarde gedragingen niet zo nauw met elkaar samen dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt. De door artikel 250 Sr te beschermen belangen zijn in het bijzonder het beschermen van minderjarige meisjes tegen prostitutie en beschermen tegen het aanzetten tot ontucht van minderjarigen, terwijl de strafbaarstelling van het plegen van artikel 273f Sr strekt ter bescherming van de uitbuiting van mensen in brede zin, waarbij het behoud van de geestelijke en lichamelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van belang is. Ook van een voortgezette handeling is naar het oordeel van het hof geen sprake.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feiten 2 primair en 3 primair.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 1 primair.
Het onder 3 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 1 primair.
Het onder 4 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, verspreiden en vervaardigen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
en
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Het onder 5 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
het plegen van ontucht door haar kind met een derde opzettelijk bevorderen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Het onder 6 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 7 primair en 8 primair.
Het onder 7 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 6 primair.
Het onder 8 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd, in eendaadse samenloop met feit 6 primair.
Het onder 9 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
Het onder 10 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Deels overeenkomstig de rechtbank overweegt het hof als volgt.
De verdachte heeft zich samen met haar toenmalige partner [medeverdachte] schuldig gemaakt aan seksueel misbruik, waaronder verkrachting, van haar twee minderjarige dochters [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] . Het misbruik is bij [benadeelde partij / slachtoffer1] (in 2011) en vervolgens bij [benadeelde partij / slachtoffer 2] (in 2014) op zeer jonge leeftijd begonnen en heeft jarenlang geduurd. Het is pas gestopt toen [medeverdachte] - die in een internationaal onderzoek naar kinderporno bij de politie in beeld was gekomen - en verdachte waren aangehouden. Tot kort voor hun aanhoudingen op 17 juni 2019 duurde het misbruik voort. [benadeelde partij / slachtoffer1] was inmiddels al meerderjarig. Bij [benadeelde partij / slachtoffer1] is ook sprake geweest van koppelarij en mensenhandel in die zin dat zij naar parenclubs en parkeerplaatsen is vervoerd om seks te hebben met [medeverdachte] en met andere (voor haar onbekende) mannen. Het seksueel misbruik vond veelal plaats nadat door verdachten aan de meisjes bewustzijn vernauwende middelen, zoals slaappillen, pijnstillers en/of GHB, waren toegediend. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het een gewoonte maken van het bezitten, vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal van haar eigen dochters.
De verdachte heeft op huiveringwekkend intensieve wijze met [medeverdachte] samengewerkt en een essentiële bijdrage geleverd aan de nietsontziende wijze waarop [medeverdachte] – soms met of in bijzijn van derden – haar dochters fysiek daarmee op alle mogelijke manieren misbruikte. De verdachte en [medeverdachte] hebben de lichamelijke integriteit van haar dochters keer op keer op grove wijze geschonden.
Het hof rekent dit de verdachte bijzonder zwaar aan, niet alleen omdat het misbruik van een ongekend intensieve aard, omvang, duur en frequentie was, maar juist ook omdat het haar beide dochters betrof en zij als moeder bij uitstek degene was die hen met alles wat in haar macht lag had kunnen en moeten beschermen. De verdachte had moeten ingrijpen, [medeverdachte] een halt moeten toeroepen en een toevluchtsoord moeten zijn voor haar dochters. Dat heeft zij echter nooit gedaan. Het hof merkt in dat kader op dat wanneer [medeverdachte] uitdrukkelijk zei dat hij het alleen wilde als zij, verdachte, het goed vond en hij om toestemming vroeg, de verdachte op geen enkele manier ingreep maar telkens – kort gezegd – aangaf dat ze nergens moeilijk over deed, zolang de verdachte bij haar bleef en het bleef bij seks met haar en haar dochters. Zij heeft haar dochters op extreme wijze aan hun lot overgelaten. Het is van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van kinderen dat zij kunnen vertrouwen op hun moeder. De verdachte heeft dat vertrouwen beschaamd en dat is naar algemene ervaringsregels traumatisch en schadelijk voor kinderen. De verdachte heeft haar feitelijke macht en invloed op haar toen jonge kinderen misbruikt door ze over te leveren aan de perverse behoeften van [medeverdachte] .
Zij heeft haar kinderen daarmee ook een normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, ontnomen. Het is een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik vaak tot langdurige en ernstige psychische schade kan leiden bij de slachtoffers.
Dat dit in onderhavige zaak ook het geval is geweest, blijkt wel uit de voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaringen in eerste aanleg die zich in het dossier bevinden en de ter terechtzitting in hoger beroep voorgelezen slachtofferverklaringen. [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] hebben daarin in niet mis te verstane woorden aangegeven wat voor impact het bewezenverklaarde op hen heeft gehad en wat de gevolgen daarvan zijn geweest. Verder wijst het hof op een brief d.d. 10 augustus 2020 die de behandelend psychiater over [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft opgesteld, welke brief als bijlage bij de vordering tot schadevergoeding is gevoegd. Daarin staat vermeld dat [benadeelde partij / slachtoffer1] als gevolg van het seksueel misbruik de diagnose PTSS heeft en zij blijvend ondersteuning en begeleiding nodig heeft. De prognose is volgens de psychiater slecht, verwacht wordt dat de gebeurtenissen blijvende schade hebben opgeleverd en dat [benadeelde partij / slachtoffer1] voor de rest van haar leven klachten zal overhouden als gevolg van het bewezenverklaarde. Over [benadeelde partij / slachtoffer 2] is op 4 september 2019 een brief met een behandelplan opgesteld door een GZ-psycholoog, nadat zij door de huisarts was aangemeld in verband met trauma gerelateerde klachten als gevolg van seksueel misbruik. De GZ-psycholoog achtte traumabehandeling geïndiceerd.
Uit de gesprekken tussen [medeverdachte] en de verdachte komt verder een beeld naar voren dat de verdachte op instigatie van [medeverdachte] op zoek ging naar andere kwetsbare (de verdachte sprak over ‘beïnvloedbare’) jonge meisjes, onder meer in de vriendinnenkring van haar dochters, met wie [medeverdachte] dan seks kon hebben. Dat is ook daadwerkelijk gebeurd bij [benadeelde partij / slachtoffer 3] , een vriendinnetje van [benadeelde partij / slachtoffer1] . In februari 2013 heeft de verdachte zich samen met [medeverdachte] schuldig gemaakt aan verkrachting van [benadeelde partij / slachtoffer 3] , die op dat moment aan de zorg en waakzaamheid van de verdachte en [medeverdachte] was toevertrouwd toen zij een paar dagen met hen meeging naar een vakantiepark. Uit de gesprekken tussen [medeverdachte] en de verdachte komt naar voren dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] niet voor de gezelligheid is uitgenodigd om mee te gaan, maar enkel met het kennelijke doel om de seksuele lusten van [medeverdachte] ook op haar te kunnen botvieren. De verdachte was degene die ervoor zorgde dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] (met dat doel) meeging en die haar derhalve in feite ronselde voor het seksueel misbruik.
Ook voor [benadeelde partij / slachtoffer 3] zijn de impact en gevolgen groot geweest, zoals onder meer naar voren komt in haar voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaringen en het behandelplan van de psychiatrische instelling Zeeuwse Gronden d.d. 11 november 2020, waarin onder meer is beschreven dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] als gevolg van het misbruik diverse langdurige klachten heeft waarvoor zij moest worden behandeld, zoals stemmingswisselingen, onzekerheid in sociaal contact en een gebrek aan vertrouwen in andere mensen. Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat zij een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van [benadeelde partij / slachtoffer 3] en misbruik heeft gemaakt van de vriendschappelijke band die [benadeelde partij / slachtoffer 3] met haar dochter(s) had alsmede van het vertrouwen dat [benadeelde partij / slachtoffer 3] (en haar ouders) in de verdachte en [medeverdachte] had(den) gesteld.
De verdachte heeft bij de gevolgen van haar handelen kennelijk niet stilgestaan en ook niet willen stilstaan en heeft het welzijn van haar kinderen en [benadeelde partij / slachtoffer 3] opgeofferd voor de relatie die zij had – of meende te hebben – met [medeverdachte] . In het dossier bevinden zich duizenden Whatsappberichten tussen de verdachte en [medeverdachte] die een inkijkje geven in de aard en dynamiek van hun relatie.
Daaruit komt het beeld naar voren dat de verdachte zo graag haar relatie met [medeverdachte] in stand wilde houden (zelf verklaart zij:
“Ik wilde dat mijn relatie functioneerde”) – en uitbreiden door met hem te gaan samenwonen – dat zij daar alles voor over had, zoals het aanmoedigen van seksueel misbruik met haar twee dochters en andere minderjarige meisjes. Zo stuurt ze naar hem dat de meisjes bij hem mogen blijven slapen zolang ze hem niet kwijtraakt en laat ze weten dat hij seks mag hebben met jonge meisjes als hij haar maar niet bedriegt met oudere meisjes/vrouwen: ze mogen niet ouder zijn dan [benadeelde partij / slachtoffer1] . De verdachte stelt ook voor dat ze verhuizen naar een woning met vier slaapkamers wanneer [benadeelde partij / slachtoffer1] baby’s van [medeverdachte] zal krijgen. Als [medeverdachte] klaagt dat
“een er niks aan vindt”waarbij uit de context valt af te leiden dat hij bedoelde dat [benadeelde partij / slachtoffer 2] naar de zin van [medeverdachte] niet enthousiast genoeg reageert op zijn seksuele avances, zegt verdachte
“Als we samen slapen en doen wordt dat anders dan zijn we bij elkaar als gezin”.
Dat de verdachte niet handelde uit eigen seksuele lustgevoelens maar om haar partner [medeverdachte] te pleasen of tevreden te stellen is naar het oordeel van het hof geenszins een strafmatigende omstandigheid. Zij kon te allen tijde het seksueel misbruik stoppen of voorkomen of aan de bel trekken. Door dat niet te doen maar juist haar partner te helpen om het misbruik te laten plaatsvinden en voortduren, heeft zij minimaal een gelijk aandeel in het misbruik gehad. Zij heeft haar dochters en [benadeelde partij / slachtoffer 3] laten misbruiken voor eigen gewin: zij wilde [medeverdachte] naar de mond praten, bij hem in het gevlei komen, hem tevreden stellen en een situatie creëren dat [medeverdachte] niet of niet gemakkelijk verdachte zou willen en kunnen verlaten om zo de relatie en haar eigen seksueel genot met [medeverdachte] in stand te houden..
Verder rekent het hof de verdachte aan dat zij nooit haar (volle) verantwoordelijkheid heeft genomen voor haar daden en voor de pijn en het verdriet dat zij haar dochters en [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft aangedaan. In plaats van openheid van zaken te geven en welgemeend spijt of berouw te tonen, heeft zij ook ter terechtzitting in hoger beroep volhard in haar verklaring dat haar bijdrage beperkt is gebleven tot het niet durven ingrijpen omdat [medeverdachte] anders pushte en agressief werd. Verder heeft zij haar eigen handelen willen marginaliseren door te verklaren dat zij pas op den duur achter het misbruik is gekomen, daar nooit bij aanwezig is geweest, zij in die periode veel afwezig was door ziekenhuisopnames, zij heeft geprobeerd het misbruik te stoppen, zij haar dochters nooit heeft gedrogeerd, zij niets weet van een KIK-applicatie waarop afspraken werden gemaakt om [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] op parkings seks te laten hebben met [medeverdachte] en met of in aanwezigheid van andere mannen, zij nooit seksueel getinte foto’s van haar dochters heeft gemaakt en zij niets weet van het misbruik van [benadeelde partij / slachtoffer 3] . Al deze beweringen worden weersproken door de bewijsmiddelen, in het bijzonder de Whatsappberichten en KIK messengerberichten. Door deze proceshouding van de verdachte heeft zij naar het oordeel van het hof de enorme gevolgen van haar handelen voor de slachtoffers niet erkend en hen extra leed toegevoegd.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals onder meer uitgebreid naar voren is gekomen in de Pro Justitia-rapporten van 7 en 9 december 2019 en 21 maart 2023 (PBC), in het bijzonder voor zover betrekking hebbend op haar medische situatie. Het hof is echter van oordeel dat deze bijzondere persoonlijke omstandigheden, afgezet tegen de omvang en ernst van de strafbare feiten, niet in strafmatigende zin dienen mee te wegen.
Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Hoewel de rechtbank ook tot dit oordeel was gekomen, is het hof van oordeel dat in de hoogte van de door de rechtbank opgelegde straf (10 jaar) de aard en ernst van het bewezenverklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt. Het hof is van oordeel dat die straf te ver verwijderd ligt van het wettelijke strafmaximum in deze zaak en dat de bijzondere ernst van de feiten het benutten van meer strafruimte rechtvaardigt. Het hof komt dan ook tot een fors hogere straf dan de rechtbank.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, in beginsel passend en geboden.
Het hof overweegt met betrekking tot het procesverloop in deze zaak evenwel het volgende.
Het hof stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM is neergelegd dat eenieder bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging, recht heeft op een behandeling en afdoening binnen redelijke termijn.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak, waarin de verdachte in verband met het bewezenverklaarde voorlopig gehecht was, te gelden dat de behandeling ter terechtzitting in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 16 maanden nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de complexiteit van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
Het hof stelt vast dat de verdachte op 17 juni 2019 in verzekering is gesteld en dat op die dag voor haar duidelijk is geworden dat zij als verdachte werd aangemerkt in deze strafzaak, terwijl de rechtbank op 19 juli 2021 vonnis heeft gewezen. Aldus is pas 25 maanden na de inverzekeringstelling van de verdachte vonnis gewezen.
De verdachte heeft vervolgens op 2 augustus 2021 hoger beroep ingesteld en het hof doet op 31 januari 2024 uitspraak. De termijn in hoger beroep beslaat derhalve bijna 30 maanden.
Hoewel in deze zaak (mede op verzoek van de verdediging) zeker in hoger beroep behoorlijk wat nader onderzoek is verricht (zoals onderzoek naar de detentiegeschiktheid, PBC-opname van verdachte en het horen van een getuige), hetgeen tot vertraging heeft geleid en een geringe oprekking van de redelijke duur van de zaak rechtvaardigt, is het hof van oordeel dat die omstandigheid niet het gehele tijdsverloop kan en mag verklaren. Van andere bijzondere omstandigheden die een dergelijk lange termijn in eerste aanleg en in hoger beroep rechtvaardigen, is het hof niet gebleken. Het hof is derhalve van oordeel dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg en in hoger beroep.
Het hof zal de overschrijding van de redelijke termijn verdisconteren in de straftoemeting, in die zin dat het hof de gevangenisstraf zal matigen met 6 maanden.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren en 6 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
In navolging van de standpunten van de advocaat-generaal en de verdediging, zal het hof geen tbs-maatregel met dwangverpleging aan de verdachte opleggen. In het Pro Justitia-rapport (PBC) van 21 maart 2023 is door de psychiater en psycholoog geconcludeerd dat de interactie met anderen, de emotiehuishouding en probleemoplossende vaardigheden bij verdachte wijzen op een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis waarbij narcistische en borderlinekenmerken het meest in het oog springen. Deze persoonlijkheidsstoornis was, gezien het chronische karakter, ook aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. Op basis van het voorgaande stelt het hof dus vast dat ten tijde van het begaan van de bewezenverklaarde feiten, zijnde misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, sprake was van persoonlijkheidsstoornis bij verdachte. In die zin is aan twee van de drie voorwaarden van artikel 37a Sr voldaan. Echter, de verdachte is inmiddels 47 jaar oud, haar ex-partner [medeverdachte] met wie zij alle strafbare feiten heeft gepleegd is overleden, zij heeft geen nieuwe relatie, een zeer broze gezondheid en tot slot zijn allebei haar dochters (en [benadeelde partij / slachtoffer 3] ) inmiddels meerderjarig. Het risico dat zich wederom een situatie zal voordoen waarin zij zich opnieuw aan seksueel misbruik kan/zal schuldig maken, acht het hof gelet op dit alles gering. Daar komt bij dat het hof, zoals hiervoor besproken, aan de verdachte een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf oplegt. Het hof is derhalve van oordeel dat thans niet (meer) is voldaan aan de voorwaarde dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer1]
De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer1] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 130.148,75, bestaande uit € 30.148,75 aan materiële schade en € 100.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 100.148,65, bestaande uit € 148,65 aan materiële schade en € 100.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij heeft de vordering in hoger beroep gehandhaafd.
Materiële schade
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 30.000,00 gevorderd aan gemiste inkomsten uit de op geld waardeerbare seks (in de vordering genoemd ‘seksdiensten in parenclubs’ en ‘seksdiensten op de parking: ongerechtvaardigde verrijking’). Bij gebreke van een nadere onderbouwing kan het hof deze gevorderde schadevergoeding niet beoordelen. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen of en zo ja in hoeverre de verdachte zelf geld heeft verdiend aan de seksdiensten van [benadeelde partij / slachtoffer1] . Het hof merkt in dat verband op dat [benadeelde partij / slachtoffer1] meermalen heeft verklaard dat er naar haar idee nooit geld is betaald door andere mannen op parkings of parenclubs om seks met haar te hebben (pag. 401, 417, 433-434). De enkele omstandigheid dat [medeverdachte] enkele dure bezittingen had en er contant geld in zijn woning is aangetroffen, acht het hof daartoe onvoldoende. Het hof is van oordeel dat het een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren indien het hof de zaak aan dient te houden om deze gevorderde schadepost nader te kunnen onderzoeken. Dit gedeelte van de vordering zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard en bepaald zal worden dat de benadeelde partij de vordering voor dit gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Met betrekking tot de gevorderde reiskosten voor het bijwonen van de zitting in eerste aanleg overweegt het hof dat dit geen rechtstreekse materiële schade ten gevolge van de bewezenverklaarde strafbare feiten betreft die voor vergoeding in aanmerking komt. Deze kosten komen evenmin als proceskosten voor vergoeding in aanmerking, nu de benadeelde partij ter terechtzitting is bijgestaan door een advocaat.
De benadeelde partij zal in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Immateriële schade
Uit het verhandelde ter zitting en de onderbouwing bij het voegingsformulier is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer1] als gevolg van het door verdachte en haar mededader bewezenverklaarde handelen onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5 primair en 10 primair rechtstreeks immateriële schade heeft geleden.
In de toelichting van de vordering is uitgebreid opgeschreven wat de gevolgen van het seksueel misbruik voor [benadeelde partij / slachtoffer1] zijn (geweest).
Bovendien stelt het hof vast dat het een feit van algemene bekendheid is dat zedendelicten als de onderhavige een ernstige inbreuk op de integriteit en persoonlijke levenssfeer van slachtoffers opleveren en dat slachtoffers nog geruime tijd met de psychische gevolgen daarvan te kampen kunnen hebben.
Het hof is van oordeel dat het gestelde geestelijk letsel dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte is opgetreden valt onder het bereik artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek. Het hof begroot deze immateriële schade, op grond van het onderzoek in de onderhavige strafrechtelijke procedure, naar billijkheid op het gevorderde bedrag van € 100.000,00.
Totale schade, wettelijke rente en proceskosten
In totaal wijst het hof derhalve een bedrag van € 100.000,00 aan immateriële schadevergoeding toe. Het toe te wijzen bedrag zal, zoals gevorderd, worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 (laatste dag van de onder 1 bewezenverklaarde periode), tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof zal de verdachte, die als de in het ongelijk gestelde partij kan worden aangemerkt, tevens veroordelen in de kosten.
Schadevergoedingsmaatregel
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 2] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 112.480,78, bestaande uit € 12.480,78 aan materiële schade en € 100.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 75.148,65, bestaande uit € 148,65 aan materiële schade en € 75.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de benadeelde partij is ter terechtzitting in hoger beroep te kennen gegeven dat de vordering wordt verlaagd met € 332,13, nu de gevorderde verbouwingskosten niet worden gehandhaafd. Zoals reeds bij ‘Omvang van het hoger beroep’ is opgemerkt is dit deel van de vordering is derhalve niet meer aan het oordeel van het hof onderworpen. Voor het overige heeft de benadeelde partij de vordering gehandhaafd. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 2] strekkende tot schadevergoeding bestaat wat betreft de materiële schade betreft thans uit € 12.148,65.
Materiële schade
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 12.000,00 gevorderd aan gemiste inkomsten uit de op geld waardeerbare seks (in de vordering genoemd ‘seksdiensten op de parking: ongerechtvaardigde verrijking’). Bij gebreke van een nadere onderbouwing kan het hof deze gevorderde schadevergoeding niet beoordelen. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen of en zo ja in hoeverre de verdachte zelf geld heeft verdiend aan de seksdiensten van [benadeelde partij / slachtoffer 2] . Het hof merkt in dat verband op dat [benadeelde partij / slachtoffer1] meermalen heeft verklaard dat er naar haar idee nooit geld is betaald door andere mannen op parkings om seks met haar te hebben (pag. 401, 417, 433-434). De enkele omstandigheid dat [medeverdachte] enkele dure bezittingen had en er contant geld in zijn woning is aangetroffen, acht het hof daartoe onvoldoende. Het hof is van oordeel dat het een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren indien het hof de zaak aan dient te houden om deze gevorderde schadepost nader te kunnen onderzoeken. Dit gedeelte van de vordering zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard en bepaald zal worden dat de benadeelde partij de vordering voor dit gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Met betrekking tot de gevorderde reiskosten voor het bijwonen van de zitting in eerste aanleg overweegt het hof dat dit geen rechtstreekse materiële schade ten gevolge van de bewezenverklaarde strafbare feiten betreft die voor vergoeding in aanmerking komt. Deze kosten komen evenmin als proceskosten voor vergoeding in aanmerking, nu de benadeelde partij ter terechtzitting is bijgestaan door een advocaat.
De benadeelde partij zal in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Immateriële schade
Uit het verhandelde ter zitting en de onderbouwing bij het voegingsformulier is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes onder 4, 6 primair, 7 primair en 8 primair bewezenverklaarde handelen rechtstreeks immateriële schade heeft geleden.
In de toelichting van de vordering is uitgebreid opgeschreven wat de gevolgen van het bewezenverklaarde voor [benadeelde partij / slachtoffer 2] zijn geweest.
Bovendien stelt het hof vast dat het een feit van algemene bekendheid is dat zedendelicten als de onderhavige een ernstige inbreuk op de integriteit en persoonlijke levenssfeer van slachtoffers opleveren en dat slachtoffers nog geruime tijd met de psychische gevolgen daarvan te kampen kunnen hebben.
Het hof is van oordeel dat het gestelde geestelijk letsel dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte is opgetreden valt onder het bereik artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek. Het hof begroot deze immateriële schade, op grond van het onderzoek in de onderhavige strafrechtelijke procedure, naar billijkheid op € 75.000,00. Voor het overige wordt de gevorderde immateriële schade afgewezen.
Totale schade, wettelijke rente en proceskosten
In totaal wijst het hof derhalve een bedrag van € 75.000,00 aan immateriële schadevergoeding toe. Het toe te wijzen bedrag zal, zoals gevorderd, worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 (laatste dag van de onder 6 bewezenverklaarde periode), tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof zal de verdachte, die als de in het ongelijk gestelde partij kan worden aangemerkt, tevens veroordelen in de kosten.
Schadevergoedingsmaatregel
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 3]
De benadeelde partij [benadeelde partij / slachtoffer 3] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 20.226,53, bestaande uit € 226,53 aan materiële schade en € 20.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 5.226,53, bestaande uit € 226,53 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering.
Materiële schade
Met betrekking tot de gevorderde schoolkosten overweegt het hof het volgende. Het causaal verband tussen het bewezenverklaarde feit onder 9 en het stoppen met school is - mede gelet op het tijdsverloop daartussen - thans onvoldoende onderbouwd. De gemaakte schoolkosten dateren uit augustus en september 2016 en de benadeelde partij is in 2018 gestopt met school. Nader onderzoek naar deze schadepost zou betekenen dat de behandeling van de zaak moet worden aangehouden. Het hof is van oordeel dat het een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren indien het hof de zaak aan dient te houden om deze gevorderde schadepost nader te kunnen onderzoeken. Dit gedeelte van de vordering zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard en bepaald zal worden dat de benadeelde partij de vordering voor dit gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Met betrekking tot de gevorderde reiskosten voor het bijwonen van de zitting in eerste aanleg overweegt het hof dat dit geen rechtstreekse materiële schade ten gevolge van de bewezenverklaarde strafbare feiten betreft die voor vergoeding in aanmerking komt. Deze kosten komen evenmin als proceskosten voor vergoeding in aanmerking, nu de benadeelde partij ter terechtzitting is bijgestaan door een advocaat.
De benadeelde partij zal in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Immateriële schade
Uit het verhandelde ter zitting en de onderbouwing bij het voegingsformulier is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes onder 9 bewezenverklaarde handelen rechtstreeks immateriële schade heeft geleden.
De benadeelde partij, althans haar gemachtigde, heeft in haar toelichting uitgebreid opgeschreven wat de gevolgen van het bewezenverklaarde voor [benadeelde partij / slachtoffer 3] zijn geweest.
Bovendien stelt het hof vast dat het een feit van algemene bekendheid is dat zedendelicten als de onderhavige een ernstige inbreuk op de integriteit en persoonlijke levenssfeer van slachtoffers opleveren en dat slachtoffers nog geruime tijd met de psychische gevolgen daarvan te kampen kunnen hebben.
Het hof is van oordeel dat het gestelde geestelijk letsel dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte is opgetreden valt onder het bereik artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek. Het hof begroot deze immateriële schade, op grond van het onderzoek in de onderhavige strafrechtelijke procedure, naar billijkheid op € 10.000,00. Voor het overige wordt de gevorderde immateriële schade afgewezen.
Totale schade, wettelijke rente en proceskosten
In totaal wijst het hof derhalve een bedrag van € 10.000,00 aan schadevergoeding toe, bestaande uit immateriële schade.
Het toe te wijzen bedrag zal, zoals gevorderd, worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2013 (laatste dag van de bewezenverklaarde periode), tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof zal de verdachte, die als de in het ongelijk gestelde partij kan worden aangemerkt, tevens veroordelen in de kosten.
Schadevergoedingsmaatregel
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Gijzeling schadevergoedingsmaatregelen ten aanzien van [benadeelde partij / slachtoffer1] , [benadeelde partij / slachtoffer 2] en [benadeelde partij / slachtoffer 3]
Het hof zal de duur van de gijzeling bepalen aan de hand van de daarvoor geldende maatstaf. Rekening houdend met het maximum van 360 dagen zullen de dagen
gijzeling naar evenredigheid worden verdeeld over de benadeelde partijen, zoals hierna te melden.
Van de op de beslaglijst vermelde seksattributen (twee dildo’s, 541449 en 541451, en een vibrator, 541450) kan niet met zekerheid worden vastgesteld aan wie zij toebehoren. Uit het onderzoek ter terechtzitting is echter wel gebleken dat bij de strafbare feiten - kort gezegd zeer omvangrijk seksueel misbruik en vervaardigen/verspreiden/in bezit hebben van kinderporno - in zijn algemeenheid veelvuldig gebruik is gemaakt van dildo's en vibrators die door [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of [benadeelde partij / slachtoffer 2] werden gebruikt bij het uitvoeren van seksuele handelingen. Gelet op de (seksuele) aard van de zaak en de omvang en frequentie van de strafbare feiten, waarbij dus gebruik werd gemaakt van seksattributen, acht het hof genoegzaam gebleken dat de op de beslaglijst vermelde seksattributen bij de uitvoering van de delicten daadwerkelijk zijn gebruikt. Derhalve zijn een aantal strafbare feiten (zoals verkrachting, ontucht, dan wel vervaardigen van kinderporno) met behulp van deze voorwerpen begaan en daarmee vatbaar voor verbeurdverklaring. Het hof heeft daarbij gelet op verdachtes draagkracht.
Op de Medion laptop (541454) die op het adres van de verdachte is aangetroffen en redelijkerwijs aan haar toebehoorde, is onder meer de KIK applicatie aangetroffen, welke applicatie werd gebruikt om seksafspraken voor onder andere [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] te maken. Op de laptop zijn diverse berichten op KIK messenger aangetroffen die kennelijk betrekking hadden op (het maken van) seksafspraken met [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of [benadeelde partij / slachtoffer 2] .
Op de in de woning van de verdachte inbeslaggenomen iPhone 7 (541473) en de iPhone 5 (541534), de USB (541543), de SSD kaart (545434), de HDD (545909) is kinderporno aangetroffen. Op de iPhone 5 en SSD kaart (zijnde de harde schijf in bovengenoemde Medion laptop) zijn verder talloze chatberichten of KIK messengerberichten tussen de verdachte en [medeverdachte] aangetroffen, onder meer over het drogeren van [benadeelde partij / slachtoffer 2] en [benadeelde partij / slachtoffer1] en het beschikbaar stellen van [benadeelde partij / slachtoffer1] en [benadeelde partij / slachtoffer 2] voor seksuele diensten. De iPhone 5 en SSD kaart zijn, met andere woorden, voorwerpen met betrekking tot welke of met behulp waarvan de 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8 bewezenverklaarde feiten zijn begaan en/of voorbereid. Met betrekking tot de andere hiervoor genoemde voorwerpen die bij gelegenheid van het onderzoek naar de tenlastegelegde feiten zijn aangetroffen en waarop kinderporno is aangetroffen (niet geheel duidelijk of dit (uitsluitend) kinderpornografische afbeeldingen van [benadeelde partij / slachtoffer1] en/of [benadeelde partij / slachtoffer 2] betreft), overweegt het hof dat die kunnen dienen tot of gebruikt zijn voor het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang. Het hof zal daarom de onttrekking aan het verkeer van deze voorwerpen bevelen.
In het proces-verbaal beschrijving kinderpornografische afbeeldingen is op dossierpagina 1376 gerelateerd dat er op de inbeslaggenomen iPad (541472) en Samsung G920F (541539), de USB Integral 4GB (541542), de HDD (546037) en de HDD (546038) geen strafbaar materiaal is aangetroffen. Op pagina 1105 is gerelateerd dat op de gegevensdrager ‘DVD [benadeelde partij / slachtoffer 2] & [benadeelde partij / slachtoffer1] opschrift’ (541562) evenmin strafbaar materiaal is aangetroffen. De inbeslaggenomen iPhone 5 (541530) en Samsung Young 2 (541527) zijn ook onderzocht en in het proces-verbaal van bevindingen op pagina’s 1400-1401 is gerelateerd dat uit de gegevens op deze telefoons geen informatie is gevonden die aanleiding geeft voor verder onderzoek. Verder blijkt uit het dossier niet dat op het fototoestel (541455), de mappen met dvd’s (541456 en 541458, 541461), de zwarte HP-computer (541471), de dvd’s met opschrift (541474, 541475, 541477, 541480), de zilverkleurige Samsung (541482), de notebook (541484), de losse cd’s (541522), de Huawei telefoon (541524), de Nokia C1 (541536), de iPhone S (541540), de CD’s met opschrift (541547), de Acer laptop (541554), de iPhone (541558), de spindel met cd’s (541565) enig strafbaar materiaal is aangetroffen. Derhalve is het hof van oordeel dat er geen strafvorderlijk belang meer is bij handhaving van het beslag op de voornoemde voorwerpen. Het hof zal de teruggave van deze goederen gelasten aan de verdachte, zijnde de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 47, 55, 57, 240b, 242, 244, 245, 248, 250 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.