In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schadevergoeding ten laste van de Staat. De verzoeker, die in verband met een strafzaak inverzekering is gesteld en voorlopige hechtenis heeft ondergaan, verzoekt om een schadevergoeding voor de geleden schade. Het hof heeft het verzoek deels toegewezen, waarbij het verzoeker een schadevergoeding van € 9.800,- toekent. De verzoeker heeft in totaal 9 dagen in een politiecel en 80 dagen in een huis van bewaring doorgebracht, en heeft daarnaast 11 dagen in beperkingen doorgebracht. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker in 2017 en 2019 inverzekering is gesteld en dat de voorlopige hechtenis in 2017 is geschorst. De advocaat-generaal heeft in zijn schriftelijke conclusie van 28 september 2023 aanvankelijk een volledige toewijzing van het verzoek geadviseerd, maar heeft dit later gewijzigd naar een gedeeltelijke toewijzing van € 9.320,-. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de media-aandacht en de mishandeling van de verzoeker in de penitentiaire inrichting. Het hof concludeert dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor het toekennen van een schadevergoeding, maar wijst het verzoek om een hogere schadevergoeding af, met uitzondering van een aanvullende schadevergoeding van € 300,- voor de mishandeling. De totale schadevergoeding bedraagt € 9.800,-, en het hof beveelt de tenuitvoerlegging van deze beslissing.