3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten, die het hof grotendeels ontleent aan de feitenweergave in het bestreden vonnis.
a. [appellant] is werkzaam als praktijkhoudend huisarts en houdt als zodanig twee praktijken, te weten:
- Huisartsenpraktijk [zzz] B.V. te [vestigingsplaats] en
- Huisartsenpraktijk [---] B.V. te [vestigingsplaats] .
In de praktijk in [vestigingsplaats] zijn zo’n 2200 patiënten ingeschreven, in de praktijk in [vestigingsplaats] zo’n 2600. Tot januari 2023 exploiteerde [appellant] de praktijken als eenmanszaken of maatschappen. Sinds 1 januari 2023 exploiteert hij beide huisartsenpraktijken in twee afzonderlijke besloten vennootschappen, door tussenkomst van zijn persoonlijke B.V. met de naam [de B.V.] De praktijken zijn feitelijk, juridisch en economisch gescheiden.
Meditta ondersteunt huisartsen op facilitair, medisch inhoudelijk en organisatorisch gebied. Zo organiseert zij de avond-, nacht-, weekend- en feestdagzorg voor patiënten van bij haar aangesloten huisartsen op haar huisartsenposten in [vestigingsplaats] , [vestigingsplaats] en [vestigingsplaats] .
[appellant] is al een geruime tijd aangesloten bij Meditta. Daartoe zijn verschillende aansluitovereenkomsten gesloten tussen [appellant] en Meditta. Hierdoor kunnen de patiënten die in de praktijken van [appellant] zijn ingeschreven op de lokale huisartsenpost (ook spoedpost genaamd) van Meditta spoedeisende huisartsenzorg krijgen buiten kantooruren (dat wil zeggen tijdens de avond-, nacht en weekenduren: de zogeheten ‘ANW-uren’). Daartegenover staat dat [appellant] (of een door hem betrokken waarnemer) bij Meditta zorg verleent op basis van een dienstrooster.
De praktijk van [appellant] te [vestigingsplaats] valt onder de regio Westelijke mijnstreek en de patiënten van die praktijk maken gebruik van de huisartsenpost te [vestigingsplaats] . De praktijk in [vestigingsplaats] valt onder de regio [vestigingsplaats] en de patiënten maken gebruik van de spoedpost in [vestigingsplaats] . [appellant] draait bij beide posten diensten.
Tot 2024 had [appellant] ten behoeve van ieder van beide praktijken een afzonderlijke aansluitovereenkomst. Tevens werd tot dan per praktijk een afzonderlijk quotum bepaald op basis waarvan het aantal door [appellant] te leveren diensten per huisartsenpost werd vastgesteld.
In 2023 is vanwege de noodzaak om de huisartsenzorg te hervormen door verschillende koepelverenigingen van huisartsen een Actieplan Werkdruk in de ANW (hierna: Actieplan Werkdruk) opgesteld. Sinds 1 januari 2024 wordt naar aanleiding daarvan gebruik gemaakt van een hele andere systematiek.
Zo is onder meer per 1 januari 2024 de Aansluitovereenkomst 2023 van kracht geworden. Alle huisartsen dienen deze aansluitovereenkomst te tekenen en zich te committeren aan een onderling afgesproken evenwichtige verdeling van diensten, met de bedoeling de huisartsenzorg tijdens ANW-uren beter te organiseren. [appellant] heeft op 15 september 2023 met Meditta deze Aansluitovereenkomst afgesloten.
In het Actieplan Werkdruk is als uitgangspunt geformuleerd de inzet van roostertools die het ruilen en rechtstreeks uitbetalen van diensten ondersteunen. Meditta heeft vervolgens in Limburg als roostertool de "WaarneemApp" gebruikt. Daarbij is besloten dat huisartsenposten kunnen kiezen voor een systeem van ‘Vrij Roosteren’, een en ander zoals ook omschreven in de considerans van de Aansluitovereenkomst 2023. In de WaarneemApp wordt het dienstrooster voor het nieuwe jaar in verschillende fases tot stand gebracht. Is het rooster eenmaal gepubliceerd, dan kunnen ingeroosterde huisartsen één of meerdere toegewezen diensten ‘te koop zetten’ voor andere aangesloten (waarnemend) huisartsen om de desbetreffende dienst op de spoedpost te verrichten.
In artikel 3 van de Aansluitovereenkomst 2023 staat, voor zover relevant:
“1. De huisarts verbindt zich aan het in het addendum vastgestelde aantal diensturen voor Meditta te voldoen.
2. Meditta zorgt voor een systeem van ‘vrij-roosteren’ op basis waarvan de huisarts mogelijkheid wordt geboden om zelf diensten in te plannen of een voorkeur aangeven kan worden, voor zover diensten beschikbaar zijn daar het rooster voor alle aangesloten huisartsen geldt. Ook is het mogelijk om diensten uit te besteden aan andere bij Meditta aangesloten huisartsen of van anderen diensten over te nemen.
3. Meditta geeft het roostersysteem op zodanige wijze vorm dat de diensten onder aangesloten huisartsen eerlijk worden verdeeld en keuze voor de huisarts mogelijk is. Het door Meditta ingezette roostersysteem en de beschrijving hiervan wordt gepubliceerd op de Portal .
4. Indien de huisarts zich niet tijdig voor een dienst in het roostersysteem opgeeft, roostert Meditta voor de huisarts een dienst in zodat het overeengekomen aantal diensten wordt behaald. Meditta informeert de huisarts hierover op een binnen Meditta gebruikelijke wijze, bijvoorbeeld per e-mail, zodat dit voor de huisarts voldoende kenbaar is.
5. De huisarts is verantwoordelijk voor het doen van de dienst waarvoor hij/zij volgens het rooster is ingepland. Het is te allen tijde mogelijk om diensten uit te besteden aan andere bij Meditta aangesloten huisartsen. De huisarts kan dit uitsluitend via het roostersysteem regelen.”
De WaarneemApp werkt deels op basis van een algoritme. Vóórdat (het algoritme in) de WaarneemApp begint met het verzamelen van beschikbaarheden en voorkeuren van de aangesloten huisartsen, en aan de hand daarvan een (concept)dienstrooster opstelt, berekent Meditta het quotum van alle aangesloten huisartsen. Het quotum is gebaseerd op het aantal patiënten in de praktijk gerelateerd aan en gebaseerd op de verwachte zorgvraag van de patiëntenpopulatie.
[appellant] deelt de aan zijn praktijken toegewezen quota met twee vaste waarnemers in zijn praktijken; één vaste waarnemer in [vestigingsplaats] en één in [vestigingsplaats] . Voor 2024 zijn voor [appellant] de volgende quota vastgesteld:
- Praktijk [zzz] te [vestigingsplaats] (regio [vestigingsplaats] ): 198 uur (d.w.z. 99 uur per huisarts);
- Praktijk [---] te [vestigingsplaats] (regio Westelijke Mijnstreek): 273 uur (d.w.z. 136,5 uur per huisarts).
Meditta heeft dit bevestigd bij e-mail van 4 oktober 2023. Daarbij heeft de planner vermeld:
“
Daarmee komt uw quotum op 235,5 uur. Ik ga dit zo aanpassen in de WaarneemApp.”
3.2.1.In de onderhavige procedure heeft [appellanten] gevorderd - samengevat en na wijziging van eis - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, primair Meditta gebiedt om het aantal aan [appellant] toegewezen uren op de huisartsenpost te [vestigingsplaats] te verlagen of te doen verlagen en verlaagd te houden met 53 uren, ten opzichte van het op de datum van het vonnis openstaande aantal uren op de huisartsenpost te [vestigingsplaats] , subsidiair tot het quotum van 99 uren, in beide gevallen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 100.000,-- althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, meer subsidiair een voorziening uit te spreken die de voorzieningenrechter geraden acht, met veroordeling van Meditta in de proceskosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellanten] , kort samengevat, ten grondslag gelegd dat Meditta is tekortgeschoten in de nakoming van de Aansluitovereenkomst 2023.
3.2.3.Meditta heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.2.4.Na de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter in het kort gedingvonnis van 9 februari 2024 de vorderingen van [appellanten] afgewezen en hen in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is, wat betreft de kostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De omvang van het hoger beroep
3.3.1.[appellanten] heeft in hoger beroep tien grieven aangevoerd. [appellanten] heeft geconcludeerd tot vernietiging van het beroepen vonnis (aangeduid als vordering I) en tot het toewijzen van zijn gewijzigde vorderingen. [appellant] heeft in hoger beroep gevorderd:
primair:
II. Meditta te gebieden om, binnen twee weken na datum van het te wijzen arrest, het aantal aan [appellanten] in 2024 toegewezen uren op de huisartsenpost te [vestigingsplaats] te verlagen of te doen verlagen en verlaagd te houden met 53 uren, ten opzichte van het op de datum van het arrest openstaande uren op de huisartsenpost te [vestigingsplaats] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van
€ 100.000,-- althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
III. Meditta te gebieden om, binnen twee weken na datum van het arrest, twee afzonderlijke
aansluitovereenkomsten, overeenkomstig de daarvoor geldende modelaansluitovereenkomst,
te sluiten met Huisartsenpraktijk [---] B.V. respectievelijk Huisartsenpraktijk [zzz] B.V., met ingangsdatum 1 januari 2024 en met ingangsdatum 1 januari 2025, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000 ineens aan [appellanten] , voor zover Meditta niet of niet tijdig aan dit arrest voldoet,
althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
of, uitsluitend in plaats van onder III,
IV. Meditta te gebieden om, binnen twee weken na de datum van het arrest, twee afzonderlijke aansluitovereenkomsten, overeenkomstig de daarvoor geldende modelaansluitovereenkomst, te sluiten met Huisartsenpraktijk [---] B.V. respectievelijk Huisartsenpraktijk [zzz] B.V., met ingangsdatum 1 januari 2025, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000 ineens aan [appellanten] , voor zover Meditta niet of niet tijdig aan dit arrest voldoet, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
of, uitsluitend in plaats van onder IV,
V. Meditta te gebieden om bij de totstandkoming van het dienstrooster voor 2025 en verder twee afzonderlijke quota te hanteren en die quota in te brengen in de voor het desbetreffende
kalenderjaar te gebruiken roostertool, op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 50.000,-- per keer dat Meditta dit gebod overtreedt, althans een in goede justitie te bepalen
bedrag;
subsidiair: een voorziening uit te spreken die het hof geraden acht;
zowel primair als subsidiair:
Meditta te veroordelen in de proceskosten in zowel de eerste als tweede instantie, waaronder begrepen salaris advocaat, en in de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen arrest, en, voor zover voldoening van deze kosten niet
binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.3.2.Meditta heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van [appellanten] Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
3.3.3.Meditta heeft in hoger beroep één grief aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis. Zij heeft gesteld dat er geen spoedeisend belang is en dat dit moet leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van [appellanten]
3.4.1.Voorop wordt gesteld dat in hoger beroep niet beslissend is of in eerste aanleg al dan niet terecht een spoedeisend belang is aangenomen. Het gaat erom of ten tijde van de uitspraak in hoger beroep een spoedeisend belang aanwezig is. Zoals tijdens de mondelinge behandeling al aangegeven, dient het hof dit ambtshalve te toetsen. In zoverre is het instellen van het door Meditta ingestelde incidenteel hoger beroep onnodig. De stelling van Meditta dat het ontbreken van het spoedeisend belang zou leiden tot een niet-ontvankelijkverklaring, deelt het hof niet. De vraag of een voorlopige voorziening moet worden gegeven, is afhankelijk van het oordeel over de belangen van partijen bij het al dan niet treffen van de gevraagde voorzieningen. Is geen of onvoldoende spoedeisend belang aanwezig, dan zullen de vorderingen worden afgewezen.
3.4.2.De primair gevraagde voorziening ziet op een andere invulling van het dienstrooster voor het lopende jaar waarbij [appellant] minder uren zou worden belast. [appellanten] heeft hierbij een spoedeisend belang. [appellanten] heeft verder onbetwist gesteld dat in september/oktober 2024 wordt gestart met het maken van het rooster voor 2025. [appellant] vordert dat voor 2025 rekening wordt gehouden met de door hem gewenste andere invulling van het dienstrooster, zodat ook daarin een spoedeisend belang is gelegen.
De verweren die Meditta tegen deze stellingen inbrengt, zien niet op belangen van Meditta bij afwijzing van de vorderingen, maar zien op inhoudelijke gronden waarom de vorderingen zouden moeten worden afgewezen.
3.4.3.Het hof is van oordeel dat, gelet op de gevraagde voorzieningen, [appellanten] hierbij een spoedeisend belang heeft. Hiermee is (impliciet) de “grief in het incidentele hoger beroep” beoordeeld. Naar het oordeel van het hof is hier geen sprake van een incidenteel hoger beroep en is de “grief” aldus voldoende besproken.
3.5.1.De grieven 1 tot en met 5 zien op de inhoud van de rechtsbetrekking tussen partijen, en in het bijzonder op de vraag of [appellanten] jegens Meditta recht heeft op een dienstrooster waarbij een quotum per spoedpost wordt gehanteerd. De grieven 6 tot en met 9 zien op de werking van de roostertool en de wijze waarop [appellant] daarvan gebruik heeft gemaakt. De tiende grief is een zogenoemde 'veeggrief', waarin [appellanten] concludeert dat zijn vorderingen onterecht zijn afgewezen en hij ten onrechte is veroordeeld in de proceskosten.
Het nieuwe systeem met ingang van 2024
3.5.2.[appellanten] erkent dat het landelijk Actieplan Werkdruk onder andere ten doel had om de huisartsenzorg tijdens ANW-uren beter te organiseren en dat daaruit ook een landelijke modelovereenkomst is voortgekomen. [appellant] heeft deze ondertekend. In de overwegingen die in het contract staan, is onder punt 6 opgenomen dat het Bestuurlijk Overleg ANW van de LHV, InEen, NHG en VPH een oplossing heeft uitgewerkt om de zorg tijdens de ANW-uren op andere wijze te organiseren met als doel de belasting voor alle huisartsen te verminderen (het Actieplan Werkdruk in de ANW is gepubliceerd op
[website]en
[website]). Onder punt 9 in genoemde overwegingen is opgenomen dat de Huisartsenposten een systeem van “vrij-roosteren” invoeren dat het voor aangesloten huisartsen mogelijk maakt zelf een voorkeur voor hun diensten te kunnen aangeven met als uitgangspunt een sluitend ANW-rooster. Onder punt 37 van de memorie van grieven (grief 3) stelt [appellanten] dat het systeem van “vrij roosteren” huisartsen op zichzelf de vrijheid geeft om zoveel mogelijk een eigen rooster samen te stellen en ongewenste diensten eenvoudig uit te besteden (te 'verkopen').
3.5.3.Het hof concludeert uit het vorenstaande dat er met ingang van het jaar 2024 is gekozen voor een ander systeem van roosteren. Dat de eerder gebruikte roostertool “InterShift” ook een systeem van vrij roosteren kende, zoals door [appellanten] is gesteld maar door Meditta is betwist, doet daaraan niet af. Voor alle betrokken partijen was duidelijk dat het dienstrooster voor het jaar 2024 met behulp van een andere app, de “WaarneemApp”, zou worden gemaakt. Dat de WaarneemApp anders werkt dan “InterShift” heeft Meditta voldoende aangetoond met een verwijzing naar een op 13 september 2023 gehouden webinar, waarin heel uitvoerig is aangegeven hoe de nieuwe roostertool werkt en hoe deze door de huisartsen moest worden gebruikt. [appellant] heeft ter mondelinge behandeling verklaard dat hij deze webinar heeft gevolgd vóór het ondertekenen van de Aansluitovereenkomst 2023.
3.5.4.In artikel 11 van de Aansluitovereenkomst 2023 is opgenomen dat de overeenkomst in werking treedt per 1 januari 2024 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Nu het hier een modelovereenkomst betreft die door de zorgverzekeraars is voorgeschreven, is naar het oordeel van het hof voldoende aannemelijk dat partijen gehouden zijn om de bepalingen van deze overeenkomst na te komen. De overeenkomst is getekend door [appellant] in persoon (en niet door één of beide van zijn BV’s), hetgeen overigens ook het geval was bij de daaraan voorafgaande overeenkomsten. Artikel 3 van de Aansluitovereenkomst 2023 is onder de feiten geciteerd en wijkt, qua inhoud, af van hetgeen in de overgelegde reglementen stond. Krachtens artikel 3 dient Meditta te zorgen voor een systeem van “vrij-roosteren” en dit systeem op een zodanige wijze vorm te geven dat de diensten eerlijk onder de aangesloten huisartsen worden verdeeld en keuze van diensten voor de huisartsen mogelijk is. In de eerdere reglementen is in artikel 8.4 opgenomen dat de Huisartsendienst (een onderdeel van Meditta) voor het nieuwe dienstjaar een rooster
vaststeldewaarin werd aangegeven wanneer welke aangesloten huisarts een dienst diende te vervullen.
3.5.5.Elke praktijk is 'gekoppeld' aan een bepaalde spoedpost, dat wil zeggen dat de bij die praktijk ingeschreven patiënten zich in de ANW-uren tot één bepaalde spoedpost kunnen wenden. Voorheen was elke (praktijkhoudend huisarts namens zijn) praktijk verantwoordelijk voor het verrichten van een bepaald quotum aan diensten op de bijbehorende spoedpost, gebaseerd op het aantal bij die praktijk ingeschreven patiënten. De quota van de aangesloten praktijken werden per spoedpost door Meditta in een rooster ingepland. Nu de twee praktijken van [appellant] ieder aan een andere spoedpost gekoppeld zijn, kreeg [appellant] als praktijkhouder voorheen twee afzonderlijke quota toegewezen, die in twee aparte roosters werden ingepland.
In het nieuwe systeem wordt het quotum van elke praktijk, dat nog steeds is gebaseerd op het aantal ingeschreven patiënten, verdeeld over alle namens de desbetreffende praktijk bij Meditta aangesloten huisartsen, zowel praktijkhouders als waarnemers. Het rooster van elke spoedpost wordt niet door Meditta bepaald, maar daarvoor wordt een systeem van 'vrij roosteren' gehanteerd. Aangesloten huisartsen kunnen vooraf hun voorkeuren voor bepaalde soorten diensten (avonden, nachten, weekenden, feestdagen) aangeven en zich op bepaalde diensten inschrijven. Zij hebben de keuze zich (alleen) in te schrijven voor diensten bij de 'eigen', aan de praktijk gekoppelde spoedpost, maar kunnen zich ook inschrijven voor diensten van andere spoedposten. Rekening houdend met de door alle deelnemers opgegeven voorkeuren verdeelt een algoritme de populaire en minder populaire diensten uiteindelijk eerlijk onder alle deelnemers, zodat per spoedpost een sluitend rooster ontstaat.
Meditta heeft de “WaarneemApp” als algoritme voor het vrij roosteren gekozen. Dit is, zo heeft Meditta onbetwist gesteld, de app die 85% van de Nederlandse spoedposten gebruikt. Aldus is, zo oordeelt het hof, Meditta haar contractuele verplichting, zoals opgenomen in artikel 3 lid 2 van de Aansluitovereenkomst 2023, jegens [appellant] correct nagekomen. De app biedt de huisartsen de mogelijkheid om een voorkeur voor bepaalde diensten aan te geven.
3.5.6.Iedere huisarts (praktijkhouder dan wel waarnemer) krijgt in deze app een eigen profiel. Het quotum voor iedere huisarts wordt in de app ingevuld door de planner van Meditta. Zoals uit de e-mail van 4 oktober 2023 (zie 3.1. sub j) blijkt, krijgen ook de waarnemers van een praktijk een eigen quotum. Uit dezelfde e-mail blijkt dat de verdeling van het quotum van iedere praktijk van [appellanten] tussen [appellant] en de bij de desbetreffende praktijk werkzame waarnemer in overleg met [appellant] is vastgesteld. De waarnemers hebben in de app een eigen profiel gekregen, waardoor het voor hen mogelijk was om in de app hun eigen voorkeuren voor de ANW-uren door te geven.
Uit voormelde e-mail blijkt voorts dat de planner de quota van [appellant] uit iedere praktijk bij elkaar heeft opgeteld en dat zij dit opgetelde quotum in de app zou gaan invoeren. Weliswaar heeft [appellant] tijdens de zitting in hoger beroep betwist dat uit zijn profiel op de app zou blijken dat er één quotum voor hem was ingevoerd, maar deze stelling heeft hij niet onderbouwd terwijl uit voormelde e-mail en de als productie 16 (bij inleidende dagvaarding) onder meer overgelegde uiteenzetting vanuit de Waarneemapp van 4 januari 2024 blijkt dat de app werkt met het cumulatieve quotum van [appellant] .
3.5.7.Het hof concludeert dat ook voor [appellant] duidelijk was, althans duidelijk had moeten zijn, dat iedere aangesloten huisarts de WaarneemApp individueel ging gebruiken alsook dat het quotum is gelieerd aan de individuele huisarts en niet – zoals voorheen gebruikelijk – aan de praktijk. Hieruit volgt logischerwijs dat elke huisarts één (totaal)quotum heeft, zodat duidelijk had moeten zijn dat de quota van [appellant] bij elkaar opgeteld zouden worden.
De wijze waarop [appellant] met het nieuwe systeem omging
3.5.8.Tussen partijen staat eveneens vast dat [appellant] de app is gaan gebruiken. Hij heeft voor de beide spoedposten zijn beschikbaarheid opgegeven. De maanden juni tot en met september en de maand december heeft hij als verhindering opgegeven voor de beide locaties. Vervolgens heeft hij zijn beschikbaarheid per dienstcode (avonden, nachten, weekenden, feestdagen) ingevuld met daarachter hoeveel van deze diensten hij minimaal en maximaal toebedeeld zou willen krijgen. Op 6 oktober 2023 heeft de WaarneemApp hem een (geautomatiseerde) e-mail gestuurd met het verzoek om de beschikbaarheid en de min-max per dienstcode te controleren. Daarin staat het volgende:
“(…) Probeer een ruime beschikbaarheid op te geven en bij voorkeur ook een variatie in dienstcodes. Veel inschrijvingen op populaire diensten verhoogt niet je kansen om extra veel op deze type dienst te worden ingedeeld. Een ruime beschikbaarheid en een variatie van beschikbaarheid verhoogt wel je kansen, het algoritme kan dan meer combinaties vinden.
De min-max is van toepassing per dienstcode. Zijn er meerdere dienstcodes op hetzelfde dagdeel, dan kan het algoritme deze combineren. Een voorbeeld: Er bestaan 2 nachtdiensten: NI en N2. Vul je bij beide een max van 4 in dan kun je (mits je totale max dit toelaat) max 8 nachten krijgen, vul je bij beide max 2 in dan kun je max 4 nachten krijgen.
(…)
Controleer goed of de locatie van de diensten klopt.
Je totaal maximaal aantal uren: 251
Je quotum: 238”
Vervolgens geeft de app een overzicht van de ingevulde beschikbaarheid zonder dat er een apart overzicht is van de diensten in [vestigingsplaats] en een overzicht van de diensten in [vestigingsplaats] . Opvallend is dat [appellant] voor de verschillende diensten vaak éénzelfde aantal voor 'min' als voor 'max' heeft aangegeven, hetgeen dus betekent dat hij een dergelijke dienst alleen krijgt toebedeeld als daarvoor exact dat aantal beschikbaar is. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft [appellant] aangegeven dat hij dit later heeft aangepast.
Het hof stelt vast dat ook uit voormeld bericht niet blijkt dat het quotum verdeeld is over de twee locaties. Er wordt één quotum genoemd en dat is afgezet tegen het beschikbare aantal uren.
3.5.9.De app heeft [appellant] vervolgens per e-mail van 9 oktober 2023 geïnformeerd dat hij het risico loopt om minder diensten te krijgen dan hij waarschijnlijk zou willen ten opzichte van zijn ingestelde max-uren. In de e-mail staat ook de reden, namelijk dat hij zich voornamelijk op populaire diensten heeft ingeschreven. Hierna heeft [appellant] zijn beschikbaarheid uitgebreid, maar nog steeds voornamelijk voor populaire diensten zoals avonddiensten. De minder populaire diensten waaronder de nachtdiensten waren beperkt door zijn min-max instelling. Het algoritme verdeelt de populaire diensten zo eerlijk mogelijk onder de huisartsen. Dit maakt dat [appellant] bij publicatie van het concept-rooster op 11 oktober minder diensten heeft gekregen dan hij zou willen, waardoor hij het risico liep dat hij uiteindelijk door de app overgebleven diensten toebedeeld zou krijgen. [appellant] kreeg in het concept rooster 39,75 uren in [vestigingsplaats] toegewezen en 101,25 uur in [vestigingsplaats] .
3.5.10.In fase twee heeft [appellant] zijn rooster uitgebreid met 26,13 uur in [vestigingsplaats] en 20,25 uur in [vestigingsplaats] . Vervolgens heeft [appellant] een e-mail uit het systeem ontvangen dat hij 187,38 uren had ingevuld aan diensten en dat hij nog 29,75 uren diende op te pakken. Daarop heeft hij 22,5 uur in [vestigingsplaats] opgepakt en zijn hem daarna nog 8 uren in [vestigingsplaats] toebedeeld.
Het totaal aan diensturen voor 2024 kwam aldus neer op 217,88 uren (ongeveer 70 uur minder in [vestigingsplaats] en 50 uur meer in [vestigingsplaats] ten opzichte van de beide quota). In totaal heeft [appellant] voor het jaar 2024 ongeveer 20 uren minder aan diensten toebedeeld gekregen dan hij volgens het cumulatieve quotum zou moeten vervullen.
Contractuele verplichtingen Meditta
3.5.11.Krachtens lid 3 van artikel 3 van de Aansluitovereenkomst heeft Meditta zich jegens alle aangesloten huisartsen verbonden om het roostersysteem op zodanige wijze vorm te geven dat de diensten onder hen eerlijk worden verdeeld en keuze voor de huisarts mogelijk is. Tussen partijen staat vast dat de bij Meditta aangesloten huisartsen vrijwel allemaal – dit is dan op vijf huisartsen na - één praktijk hebben die binnen één regio is gelegen. Twee van deze vijf huisartsen hebben praktijken in meerdere regio’s die onder Meditta vallen (en dus niet gevestigd zijn in Brabant). Het optellen van quota gebeurt dus als een uitzondering op de regel. Het merendeel van de aangesloten huisartsen ondervindt dan ook geen voor- of nadeel van het nieuwe systeem voor zover het het quotum betreft.
3.5.12.Voor een eerlijke verdeling van de diensten is het quotum, dat is gekoppeld aan de individuele huisarts, (mede)bepalend. Voor het hof staat niet vast of het nieuwe systeem ertoe leidt dat er ten opzichte van [appellant] geen sprake meer is van een eerlijke verdeling (omdat zijn quotum per spoedpost is losgelaten). Uitgangspunt voor het rooster van 2024 is dat de huisartsen zelf hun voorkeur voor de verschillende soorten ANW-diensten kunnen opgeven en dat op basis daarvan de diensten worden verdeeld. Dit geeft [appellant] extra mogelijkheden om zijn voorkeuren voor bepaalde diensten op te geven en, naar believen, te verdelen over de beide spoedposten. Het systeem heeft ook bewerkstelligd dat [appellant] in 2024 minder diensten behoefde te verrichten ten opzichte van zijn quotum.
3.5.13.Voor het hof is bovendien niet komen vast te staan dat [appellant] met behulp van de WaarneemApp niet zelf had kunnen realiseren dat de diensten over de beide locaties beter (althans meer conform de beide quota) werden verdeeld dan voorafgaande aan 2024 het geval is geweest. Zo heeft [appellanten] niet betwist dat hij in fase 2 en 3 diensten in [vestigingsplaats] had kunnen nemen in plaats van diensten in [vestigingsplaats] . Meditta heeft onbetwist aangegeven dat [appellant] in fase 2 nog voor 515,78 uur aan diensten in [vestigingsplaats] had kunnen opteren. In fase 3 waren er nog 280 uren in [vestigingsplaats] te verdelen (op basis van "wie het eerst komt, het eerst maalt").
3.5.14.Meditta heeft voorts aangegeven dat [appellant] bij het verdelen van het quotum per praktijk (of beter: per huisarts verbonden aan de praktijk) ook de mogelijkheid had om zijn beide waarnemers het gehele quotum voor de desbetreffende spoedpost te geven. Als [appellant] dat had gedaan, dan had hij (zoals dat in de eerdere jaren gebruikelijk was) met zijn waarnemer op de desbetreffende locatie vervolgens de diensten kunnen verdelen, aldus Meditta.
3.5.15.Het hof leidt uit deze laatste stellingen van Meditta af dat zij er geen bezwaren tegen heeft wanneer [appellant] zou bewerkstelligen dat zijn, nu opgetelde quota, weer per regio verdeeld zouden worden. Dan wordt een situatie bereikt die vergelijkbaar is met een verdeling van diensten op basis van het quotum per praktijk (en in de nieuwe situatie van [appellanten] per waarnemer). Dit zou mogelijk ook bereikt kunnen worden door, mede in overleg met de betrokken waarnemers, [appellant] twee profielen te verstrekken, één per praktijk, zodat het quotum van [appellant] bij elk van zijn twee praktijken in een afzonderlijk profiel ingevoerd kan worden. Meditta heeft niet duidelijk kunnen maken waarom zij bezwaren heeft tegen twee profielen voor [appellant] , ook al is de hoofdregel één profiel per huisarts. In dat kader is relevant dat evenmin in deze procedure is komen vast te staan dat het optellen van de twee quota geen nadelige uitwerking voor [appellant] kan hebben, bijvoorbeeld voor het bepalen van de vraag wie “worst performer” is.
3.5.16.Of Meditta jegens [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten doordat hij in 2024 in de regio [vestigingsplaats] meer ANW-uren heeft gekregen dan zijn quotum toeliet, behoeft evenwel, gelet op de vorderingen, niet te worden beoordeeld, nog daargelaten of deze verplichting uit de aansluitovereenkomst volgt, gelet op het hierna volgende.
3.5.17.De vorderingen van [appellanten] zijn gegrond op een toerekenbare tekortkoming van Meditta; zij had voor een systeem moeten zorgen waarin rekening werd gehouden met de quota van [appellant] per regio, aldus [appellant] . Uitgaande van de juistheid van deze stelling geldt echter dat Meditta een dergelijke verplichting voor het jaar 2024 niet meer kan nakomen; nakoming is blijvend onmogelijk. De WaarneemApp heeft met medewerking van [appellant] en alle andere aangesloten huisartsen een sluitend ANW-dienstrooster voor 2024 gemaakt. Het is niet mogelijk zomaar 53 uren "uit het rooster te halen". Deze uren kunnen niet alsnog aan één van de andere aangesloten huisartsen worden toebedeeld, omdat zij immers al volgens hun verplichtingen en wensen (maximaal) zijn ingeroosterd. Meditta zelf kan deze uren ook niet op zich nemen, zij is immers geen huisarts. Zoals in artikel 3 lid 5 van de Aansluitovereenkomst uit 2023 staat vermeld en hiervoor ook is geciteerd, geldt het rooster voor alle aangesloten huisartsen en is de huisarts verantwoordelijk voor het doen van de dienst waarvoor hij/zij is ingeroosterd. Voor toewijzing van het verlagen van de diensturen op de huisartsenpost [vestigingsplaats] met 53 uren (vordering II), is naar het oordeel van het hof, geen rechtsgrond aanwezig. Voor de diensturen op de huisartsenpost [vestigingsplaats] heeft [appellant] zich (op 8 uren na) zelf aangemeld. Zou er al sprake zijn van een toerekenbare tekortkoming, dan zou dit leiden tot schadeplichtigheid. De vordering onder II wordt dan ook om deze reden afgewezen.
3.5.18.De vordering om twee afzonderlijke aansluitovereenkomsten te sluiten (één per praktijk; vorderingen III en IV), leidt naar het oordeel van het hof niet tot het door [appellanten] gewenste resultaat. Alle aansluitovereenkomsten zijn naar een landelijk model opgesteld en hebben dezelfde inhoud. In deze overeenkomsten staat dat gebruik wordt gemaakt van een roostertool en dat is de WaarneemApp. Deze app gaat uit van één profiel per huisarts en dus ook van een quotum per huisarts.
3.5.19.De vordering om twee afzonderlijke quota te hanteren voor het jaar 2025 is op dit moment niet toewijsbaar. Ter mondelinge behandeling heeft Meditta verklaard dat het systeem van de WaarneemApp op dit moment technisch zo is ingericht dat er slechts één (gecumuleerd) quotum ingevoerd kan worden. Toewijzing van het gevorderde is dan ook op dit moment niet mogelijk. Zoals Meditta tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft aangegeven wordt het huidige systeem landelijk geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Meditta heeft aangegeven dat zij de door [appellant] gewenste mogelijkheden in dit overleg zal inbrengen. Indien hierover consensus wordt bereikt, kan het systeem eventueel technisch worden aangepast. Hierop bestaat echter geen garantie.
3.5.20.Het bestreden vonnis wordt met verbetering van gronden bekrachtigd. De grieven behoeven geen verdere beoordeling. [appellanten] wordt in de kosten veroordeeld.