Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak C/01/398809/KG ZA 23-593)
2.Het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven van Bewindvoerder;
- de memorie van antwoord van Woningbelang, met producties 35-39;
- de akte van Bewindvoerder;
- de antwoordakte van Woningbelang.
3.De beoordeling
“Huurovereenkomst tijdelijk laatste kans”die als inleidende overwegingen van partijen vermeldt:
“(…)
huurder mogelijk (strafrechtelijk) betrokken is geweest bij het ontstaan van de brand in de woning aan de [adres 2] te [plaats] , (…); en/of
huurder op of omstreeks 23 juli 2021 opzettelijk brand heeft gesticht, althans heeft laten stichten, in de woning gelegen aan de [adres 2] te [plaats] .
“(…)
“Algemene Huurvoorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimte Woningbelang”(hierna: AHV) bepalen:
Een sealbag met daarin 7 cachetjes met opdruk Pittbull Seal. De totale inhoud van de 7 cachetjes betrof 4.55 gram cocaïne.
36 cachetjes met opdruk Pitbull Seal, de totale inhoud van de 36 cachetjes betrof 9.86 gram cocaïne.
Een geldbedrag van 305 euro.
5 sachetjes met opdruk Snow Seal met totale inhoud 2.1 gram cocaïne.
9.8 gram cocaïne (een plastic zakje)
9.2 gram Mephedrone (sealbag)
6.78 gram Amphetamine (verdeeld over 20 XTC pillen).
- Woningbelang een voldoende spoedeisend belang heeft bij de vordering tot ontruiming (rov. 4.2);
- de tekortkoming van [persoon 1] in de nakoming van de uit artikel 6.8 AHV voortvloeiende verplichtingen een gegeven is (rov. 4.3);
- geen geloof wordt gehecht aan de verklaring van [persoon 1] dat zij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de aangetroffen handelshoeveelheden harddrugs (rov. 4.4), maar [persoon 1] zelfs als zij daarvoor niet verantwoordelijk is, de verantwoordelijkheid draagt voor het met haar goedvinden in het gehuurde brengen daarvan (rov. 4.5);
- Woningbelang groot belang heeft bij het tegengaan van drugsgerelateerde handel uit haar verhuurde woningen en bij haar hiertoe gevoerde zero tolerance beleid (rov. 4.6);
- voldoende aannemelijk is dat een vordering van Woningbelang tot ontbinding en ontruiming in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen (rov. 4.7);
- [persoon 1] zonder aan Woningbelang gevraagde toestemming aanpassingen aan het gehuurde heeft uitgevoerd door camera’s aan de voor- en achterzijde ervan aan te brengen en ook in zoverre tekort is geschoten in de nakoming van haar huurdersverplichtingen (rov. 4.11).
- het beroepen vonnis zal vernietigen;
- de toegewezen vorderingen van Woningbelang alsnog zal afwijzen;
- Woningbelang zal veroordelen tot betaling van de proceskosten in beide instanties.
- Bewindvoerder niet-ontvankelijk zal verklaren;
- het beroepen vonnis zal bekrachtigen;
- Bewindvoerder zal veroordelen in de proceskosten, met wettelijke rente.
- de politie bij nader onderzoek in de vier maanden voorafgaand aan de dag van binnentreden op 14 oktober 2023 diverse waarnemingen heeft gedaan die duiden op verkoop en handel in verdovende middelen (na)bij het gehuurde en de betrokkenheid daarbij van de volwassen bewoners van het gehuurde;
- de politie op 14 oktober 2023:
vordering IV tot betaling van een dwangsom
- griffierecht € 798,--
- salaris gemachtigde € 1.821,-- (1,5 punt x tarief II)
- nakosten
4.De uitspraak
- (onder 5.3) de bewindvoerder –in hoedanigheid van bewindvoerder van [persoon 1] - is veroordeeld iedere camera die is aangebracht aan de buitenzijde van de woonruimte, staande en gelegen te ( [postcode 1] ) [plaats] aan het adres [adres 1] , binnen drie dagen na betekening van het vonnis te verwijderen en verwijderd te houden,
- (onder 5.4) de bewindvoerder –in hoedanigheid van bewindvoerder van [persoon 1] - is veroordeeld om aan Woningbelang een dwangsom te betalen van € 250,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de in 5.3. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,-- is bereikt,