ECLI:NL:GHSHE:2024:2573
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van een gevangenisstraf voor opzettelijke uitvoer van cocaïne
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in P.I. Ter Apel, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, specifiek voor de uitvoer van ongeveer 32 kilogram cocaïne op 21 januari 2023. De rechtbank had ook bepaald dat de in beslag genomen verdovende middelen en de personenauto onttrokken moesten worden aan het verkeer.
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis van de rechtbank wordt bevestigd, terwijl de verdediging pleitte voor een lagere straf van 36 maanden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met aanpassing van de gronden. Het hof overwoog dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstige overtreding van de Opiumwet, met een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne die een straatwaarde van meer dan € 1 miljoen vertegenwoordigde. Het hof heeft ook rekening gehouden met de gevolgen van drugshandel voor de samenleving en de gezondheid van gebruikers.
Bij de strafoplegging heeft het hof de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van de verdachte in overweging genomen. Het hof concludeerde dat een gevangenisstraf van 48 maanden passend was, gezien de ernst van het bewezenverklaarde en de eerdere strafmaat van de rechtbank. De beslissing om de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer te verklaren, werd ook bevestigd, met bijzondere aandacht voor de verborgen ruimte in de auto die gebruikt was voor het verbergen van de verdovende middelen.