In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Limburg inzake de zorgregeling voor hun minderjarige kind, geboren in 2012. De man en de vrouw zijn op 11 oktober 2011 getrouwd, maar hun huwelijk is ontbonden op 10 augustus 2017. Sinds de echtscheiding hebben zij gezamenlijk het ouderlijk gezag over hun kind, dat bij de vrouw woont. De man heeft in hoger beroep verzocht om wijziging van de zorgregeling, die in het echtscheidingsconvenant was vastgelegd. De rechtbank had eerder een voorlopige zorgregeling vastgesteld, maar de man was het niet eens met de definitieve beschikking van 5 december 2023, waarin de zorgregeling werd gewijzigd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 juni 2024 hebben partijen overeenstemming bereikt over de zorgregeling. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en een nieuwe zorgregeling vastgesteld, waarbij de man wekelijks op woensdag en eenmaal per twee weken in het weekend zorg draagt voor de minderjarige. De regeling is opgebouwd in de tijd, met specifieke afspraken voor vakanties en feestdagen. Het hof heeft ook bepaald dat partijen zich moeten aanmelden voor hulpverlening om hun communicatie te verbeteren. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt.