Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige] ,geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] .
hierna te noemen: de GI (de gecertificeerde instelling).
hierna te noemen: de vader.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De beoordeling
Daarnaast zijn er geen zorgen over de opvoedsituatie bij moeder naar voren gekomen in het raadsonderzoek. De moeder waarborgt de veiligheid van [minderjarige] . Er kan dan ook niet worden geconcludeerd dat [minderjarige] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd.
Uit jurisprudentie blijkt dat strijd (en spanningen) tussen de ouders niet per definitie leidt tot een ontwikkelingsbedreiging. Het risico op een ontwikkelingsdreiging moet niet slechts reëel zijn; er moet sprake zijn van een concreet risico. Bij [minderjarige] is er echter geen sprake van dergelijke concrete signalen.
De ernstig verstoorde relatie tussen de ouders is met name te wijten aan de vader. De vader heeft nooit een rol gespeeld in het leven van [minderjarige] . De vader zit in het criminele milieu en de moeder vreest voor de veiligheid van [minderjarige] . De moeder heeft geen vertrouwen in de vader en zal daarom niet meewerken aan het contact tussen [minderjarige] en de vader. Er is geen draagkracht om de ondertoezichtstelling uit te voeren. Het is denkbaar dat [minderjarige] in de toekomst naar haar vader gaat vragen. De moeder zal [minderjarige] nooit haar vader ontnemen en de moeder weet de weg naar de hulpverlening te vinden als dat nodig is.
6.De beslissing
;