In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 2 oktober 2023. De verdachte, geboren in 1981, was bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 weken wegens overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte had op 14 maart 2022 te Weert een motorrijtuig bestuurd terwijl hem de bevoegdheid daartoe was ontzegd bij rechterlijke uitspraak. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis waarvan beroep en veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 2 weken. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat deze niet voldeed aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 weken. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van normhandhaving. De beslissing is gegrond op de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.