ECLI:NL:GHSHE:2024:2407
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 351 Rv in geschil over huurkorting en ontruiming van gehuurde woonruimte
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 juli 2024, betreft het een hoger beroep van Stichting Woonpartners tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant. Het geschil draait om de vraag of Woonpartners gehouden is om een bodemprocedure te starten tegen de bewoners van een gehuurde woning, die overlast zouden hebben veroorzaakt aan de geïntimeerde. De kantonrechter had Woonpartners veroordeeld om binnen 30 dagen een dagvaarding uit te brengen tegen de huurders, de huurprijs met 30% te verlagen en de proceskosten te vergoeden. Woonpartners heeft in hoger beroep een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de huurkorting ingediend, welke door het hof is beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter de uitvoerbaarheid bij voorraad niet gemotiveerd heeft, en heeft de belangen van partijen afgewogen. Het hof heeft besloten de tenuitvoerlegging van de huurkorting te schorsen met ingang van 1 mei 2024, omdat Woonpartners voldoende actie heeft ondernomen om de overlast te verhelpen. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde, met aanhouding van verdere beslissingen.