ECLI:NL:GHSHE:2024:2350
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake mentorschap en vertegenwoordiging van een betrokkene met dementie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een mentorschap is ingesteld voor een betrokkene die lijdt aan dementie. De echtgenote van de betrokkene, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de benoeming van een externe mentor en stelt dat zij zelf in staat is om de belangen van haar echtgenoot te behartigen, zoals vastgelegd in zijn levenstestament. De rechtbank had eerder op 20 oktober 2023 besloten om een mentorschap in te stellen, waarbij de mentor werd benoemd door de stichting die verantwoordelijk is voor de zorg van de betrokkene. De echtgenote heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking te vernietigen en zichzelf als mentor aan te stellen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 juni 2024 is de echtgenote bijgestaan door een waarnemend advocaat, terwijl de betrokkene en de mentor niet verschenen. De advocaat van de echtgenote heeft aangevoerd dat het aanhoudingsverzoek ten onrechte is afgewezen, omdat de behandelend advocaat niet aanwezig kon zijn door een ongeval. Het hof heeft echter geoordeeld dat de mondelinge behandeling terecht doorgang heeft gevonden en dat de echtgenote voldoende in staat was om haar standpunt naar voren te brengen.
Het hof heeft de argumenten van de echtgenote en de stichting tegen elkaar afgewogen. De stichting heeft zorgen geuit over de capaciteiten van de echtgenote om de belangen van de betrokkene te behartigen, vooral gezien de signalen van zorg die zijn geuit door hulpverleners. Het hof heeft geconcludeerd dat de instelling van het mentorschap gerechtvaardigd is, gezien de geestelijke toestand van de betrokkene en de zorgen over de vertegenwoordiging door de echtgenote. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de betrokkene voorop staat.