In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 31 mei 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1995 en woonachtig te [adres], werd beschuldigd van het overtreden van artikel 62, bord A 1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De overtreding vond plaats op 28 januari 2023 te Waalwijk. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en het eerdere vonnis vernietigd.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 1.100,00 en 21 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van 210 dagen ontzegd de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting.