3.2.In hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende vaststaande feiten.
i. [appellant] en Seejay hebben van 1 september 2016 tot 1 februari 2017 als vennoten samengewerkt in de VOF Promento. Seejay is een vennootschap waarvan [persoon A] (hierna: [persoon A] ) indirect aandeelhouder en bestuurder is.
De afspraken die zij in dit verband hebben gemaakt zijn vastgelegd in de door beide partijen op 13 september 2016 ondertekende akte van vennootschap onder firma (hierna: de vennootschapsakte). Voor zover in hoger beroep van belang is hierin het volgende bepaald:
Artikel 4. Inbreng
1 Iedere vennoot brengt zijn volledige arbeidskracht, vlijt, kennis relaties en diploma's in.
alsmede de op zijn naam gestelde vergunningen, voor zover deze op de door de
vennootschap uit te oefenen activiteiten betrekking hebben.
2 Voorts brengt vennoot 2 ( [appellant] , toev. hof) activa en passiva in. De waarde hiervan is in onderling overleg vastgesteld op € 20.000,00.
3 In onderling overleg kan ieder van de vennoten meer gelden en/of goederen inbrengen.
leder der vennoten wordt voor zijn inbreng in geld of goederen gecrediteerd op zijn
kapitaalrekening ten belopen van het ingebrachte bedrag of de waarde van de betreffende
goederen.
4 De vennootschap houdt voor ieder der vennoten een rekening in haar boeken aan onder de
naam ‘kapitaalrekening’. Op de kapitaalrekeningen wordt het saldo van de waarde van
ieders inbreng, te vermeerderen met in enig jaar behaalde winsten en te verminderen met
in enig jaar geleden verliezen en privéonttrekkingen, opgenomen.
Artikel 9. Winstverdeling
1 Van het exploitatieresultaat, zoals dat is behaald blijkens de balans en winst- en
verliesrekening, opgemaakt volgens artikel 9 (Boekjaar en jaarrekening), wordt aan elk van de vennoten allereerst een jaarlijks vast te stellen rente vergoed, respectievelijk in rekening gebracht, over het positieve, respectievelijk negatieve saldo van zijn kapitaalrekening per de aanvang van het desbetreffende boekjaar.
[…]
3 Vervolgens wordt van het in dit lid genoemde exploitatieresultaat aan vennoot 1 (Seejay, toev. hof) een ondernemersbeloning toegekend ten bedrage van € 24.000,-- en aan vennoot 2 ( [appellant] , toev. hof) een ondernemersbeloning van € 60.000,--. Deze ondernemersbeloning kan jaarlijks worden gewijzigd
[…]
5 De resterende winst, dan wel het verlies zal door de vennoten als volgt worden genoten of gedragen.
vennoot 1 (Seejay, toev. hof): 50 procent
vennoot 2 ( [appellant] , toev. hof): 50 procent.
6 Het bedrag wegens winst en rente dat ieder der vennoten conform het bepaalde in dit
artikel toekomt, wordt bijgeschreven op zijn kapitaalrekening.
Artikel 10. Privéopnamen
1 Voor zover dit de bedrijfsvoering en financiering van de vennootschap niet in gevaar
brengt, is ieder van de vennoten bevoegd om per maand een in onderling overleg vast
te stellen bedrag ten eigen behoeve uit de kas van de vennootschap op te nemen, ten laste van zijn aandeel in het exploitatieresultaat. Bij het aangaan van deze
vennootschap wordt dit bedrag op maximaal € 2.000,- (zegge: tweeduizend euro) per
kalendermaand gesteld. De hoogte van dit bedrag kan door de vennoten op elk
moment in onderling overleg worden aangepast.
2 Om deze privé opnamen te kunnen doen dient er na deze privé opnamen ten minste
een kapitaal van € 50.000,-- in de onderneming te blijven.
3 Een andere voorwaarde is dat verliezen uit voorgaande jaren eerst gecompenseerd
dienen te worden.
2 Indien het aandeel in het exploitatieresultaat van een vennoot groter is dan de som van zijn privéopnamen in dat boekjaar, zal de kapitaalrekening van die vennoot per ultimo van dat boekjaar voor het verschil worden gecrediteerd.
3 Indien bij vaststelling van de jaarstukken blijkt dat het aandeel in de winst van een
vennoot kleiner is dan de som van zijn privéopnamen in dat boekjaar, zal die vennoot verplicht zijn het verschil binnen één maand na constatering in de kas van de vennootschap terug te storten tenzij door de vennoten in onderling overleg wordt besloten dat de kapitaalrekening van de betreffende vennoot per ultimo van dat boekjaar voor het verschil wordt gedebiteerd.
Artikel 12. Einde van de vennootschap
[…]
2 Bij het eindigen van de vennootschap is iedere vennoot in het vermogen van de
vennootschap gerechtigd tot — of is aan de vennootschap verschuldigd — het saldo van zijn kapitaalrekening, vermeerderd c.q. verminderd met zijn aandeel in de winst of het verlies, gemaakt of geleden in het laatste boekjaar blijkens de ten tijde van het eindigen van de vennootschap op te maken balans en de winst- en verliesrekening. Het bepaalde in artikel 11 is van overeenkomstige toepassing.
3 De slotbalans en de winst- en verliesrekening waaruit de aandelen van de vennoten
kunnen worden afgeleid, worden opgemaakt met inachtneming van de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Bij e-mail van 14 september 2017 heeft Seejay [appellant] bericht dat zij de vennootschap opzegt, voor zover deze nog niet is geëindigd.
[appellant] heeft de vennootschap opgezegd bij brief van 27 november 2017.
De uittreding van [appellant] als vennoot per 1 februari 2017 is op 4 januari 2018 geregistreerd in het handelsregister van de kamer van koophandel.
Eén van de schuldeisers van de VOF Promento is [de Holding] B.V., een vennootschap waarvan [persoon A] al dan niet aandeelhouder en bestuurder is.
Tussen partijen is een conflict ontstaan over afwikkeling van de VOF Promento. Teneinde tot een definitieve afwikkeling van de VOF Promento te komen hebben partijen in 2018 afgesproken overeenkomstig de geschillenregeling in de vennootschapsakte [persoon B] als deskundige aan te stellen. Deze afspraak is niet uitgevoerd.
De procedure bij de rechtbank
3.3.1.In de procedure bij de rechtbank vorderde Seejay, samengevat en na wijzing van eis,
I. - primair de wijze van verdeling van (het vennootschapsvermogen van) de VOF Promento tussen Seejay en [appellant] vast te stellen conform de vennootschapsakte per 1 februari 2017 (subsidiair per 1 januari 2018) en te bepalen dat alle na 1 februari 2017 door [appellant] namens/voor de VOF Promento verrichte (rechts)handelingen en de gedane privé-opnamen voor rekening van [appellant] komen en ter zake een deskundige te benoemen die de eindafrekening zal moeten vaststellen;
- subsidiair [persoon B] te benoemen tot deskundige;
- meer subsidiair te bepalen dat (opnieuw) uitvoering dient te worden gegeven aan artikel 16 lid 1 van de vennootschapsakte en de opdracht aan de deskundige vast te stellen;
- meest subsidiair te bepalen dat een commissie van 3 deskundigen dient te worden gevormd;
II. - primair [appellant] te veroordelen tot betaling aan Seejay van een bedrag van € 52.809,--;
-subsidiair [appellant] te veroordelen tot betaling aan Seejay van 50% van de schuld; een bedrag van € 26.404,50;
III. [appellant] te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 925,-;
IV. [appellant] te veroordelen in de proceskosten en nakosten.
3.3.2.[appellant] heeft gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaard en verweer gevoerd tegen de vorderingen van Seejay.
3.3.3.Bij vonnis in het incident van 15 januari 2020 heeft de rechtbank de vordering tot onbevoegdverklaring afgewezen, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het incident.
3.3.4.Bij tussenvonnis van 10 maart 2021 heeft de rechtbank geoordeeld dat niet in geschil is dat de VOF Promento is beëindigd en dat op grond van hetgeen in de vennootschapsakte is bepaald, tot vereffening moet worden overgegaan. De rechtbank heeft voorts een deskundige benoemd en een onderzoek door de deskundige bevolen met het volgende verzoek:
“Het opmaken van de eindbalans van Promento en de wijze van verdeling van (het vennootschapsvermogen van) Promento tussen Seejay en [appellant] vast te stellen conform de vennootschapsakte van 13 september 2016 per 1 februari 2017 en per 1 januari 2018.”
3.3.5.Het bevolen onderzoek heeft plaatsgevonden en de deskundige heeft een deskundigenrapport uitgebracht. De deskundige heeft een hernieuwde balans van Promento opgesteld. Deze hernieuwde balans is bij het deskundigenrapport gevoegd als bijlage XII.
3.3.6.Bij eindvonnis van 16 november 2022 heeft de rechtbank
- bepaald dat partijen tot vereffening van het vermogen van de VOF Promento dienen over te gaan conform de door de deskundige opgestelde hernieuwde balans zoals bij het deskundigenrapport gevoegd als bijlage XII en die aan het vonnis is gehecht, waarbij de door de deskundige uitgevoerde rentecorrectie van € 809,- achterwege dient blijven (hierna: de eindbalans);
- de proceskosten gecompenseerd zodat iedere partij de eigen kosten draagt en [appellant] veroordeeld om in dat kader een bedrag van € 4.537,51 ter zake deskundigenkosten aan Seejay te betalen, en
- alle overige vorderingen afgewezen.
De procedure in hoger beroep
3.4.1.[appellant] heeft in hoger beroep 10 grieven aangevoerd. [appellant] heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beroepen vonnissen, het alsnog toewijzen van zijn vorderingen en veroordeling van Seejay tot terugbetaling van al hetgeen [appellant] ter uitvoering van de vonnissen reeds heeft voldaan.
3.4.2.Uit de door [appellant] aangevoerde grieven en hetgeen namens hem ter zitting is verklaard, volgt dat hij met het alsnog toewijzen van zijn vorderingen bedoelt dat de door de rechtbank vastgestelde eindbalans moet worden aangepast zoals door hem in de memorie van grieven en tijdens de mondelinge behandeling is uiteengezet. Het hof zal de vordering van [appellant] in dit hoger beroep dan ook op die manier begrijpen en beoordelen.
3.4.3.Seejay is in hoger beroep niet verschenen.
Het hoger beroep tegen het vonnis in het incident van 15 januari 2020