Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- een meldplicht bij de reclassering;
- actieve deelname aan de gedragsinterventie CoVa (+) of een andere gedragsinterventie;
- behandeling door forensische polikliniek GGzE de Omslag te Eindhoven of een soortgelijk zorgverlener, medewerking verlenen aan een diagnostisch onderzoek mocht dit geïndiceerd zijn en zich houden aan de huisregels, waaronder mede begrepen de inname van medicijnen voor zover dat onderdeel is van de behandeling.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 juni 2020, dossierpagina’s 15-23, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte:
(het hof begrijpt: aangeefster [slachtoffer] )heeft het strafbare feit plaatsgevonden in de avond/nacht van vrijdag 20 op zaterdag 21 september 2019. Kun je je deze avond herinneren?
(het hof begrijpt: aangeefster [slachtoffer] )dronken was en omdat ze minderjarig was. Daarna is [getuige 1] naar beneden gelopen en toen gingen wij door waarmee we begonnen waren. Na 20 minuten kwam [getuige 2] naar boven. Daarna hebben we het moeten afkappen. Daarna heb ik [slachtoffer] naar beneden gebracht.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 6 maart 2024, voor zover inhoudende:
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
342 (driehonderdtweeënveertig) dagen;
180 (honderdtachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2019 tot aan de dag der voldoening;
[slachtoffer], ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2019 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 60 (zestig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;